Terug Gemeenteraad

• Samenvatting weergeven Goedkeuring notulen en zittingsverslag van 25 april 2022.

  De notulen en het zittingsverslag werden samen met de dagorde aan de leden van de gemeenteraad bezorgd. Als er hierover geen opmerkingen zijn, kunnen deze goedgekeurd worden.

  Voorstel van beslissing:

  De notulen en het zittingsverslag goed te keuren.

• Samenvatting weergeven Kerkfabriek Sint-Paulus en Sint-Petrus Geetbets: advies jaarrekening 2021.

  De samenvatting van de rekening 2021 van de kerkfabriek Sint-Paulus en Sint-Petrus Geetbets is als volgt:

  overschot/tekort exploitatie	ontvangsten	uitgaven	overschot/tekort
  exploitatie eigen financieel boekjaar	42.830,91	93.985,49	-51.154.58
  overschot/tekort expl.N-1			19.577,69
  exploitatietoelage			52.402,53
  overschot exploitatie			20.825,64

   

  overschot/tekort investeringen	ontvangsten	uitgaven	overschot/tekort
  investeringen eigen financieel boekjaar	15.763,69	11.234.03	4529.66
  overschot/tekort expl.N-1			-9.203,75
  tekort investeringen			-4.674,09

  De jaarrekening 2021 sluit af met een exploitatieoverschot van € 20.825,64 en met een investeringsresultaat van € -4.674,09.

  Voorstel tot beslissing:

  De rekening 2021 van de kerkfabriek Sint-Paulus en Sint-Petrus Geetbets gunstig te adviseren.

Wonen

Intergemeentelijke samenwerking

• Samenvatting weergeven Motie betreffende het akkoord over de Programmatische Aanpak Stikstof en de impact daarvan op de landbouwsector.

  Raadslid Ingrid Claes heeft dit punt aan de agenda toegevoegd.

  Op 23 februari 2022 publiceerde de Vlaamse regering een conceptnota die een definitief kader voor de programmatische aanpak stikstof voorstelt. Vervolgens startte het openbaar onderzoek op 19 april 2022 waarbij het ontwerp-PAS en het ontwerp plan-MER ter inspraak worden voorgelegd. Het gemeentebestuur werd in kader van dit onderzoek geraadpleegd als adviesinstantie en kan hiertoe tot en met 1 augustus een advies formuleren.  Vanuit de cd&v fractie vragen we steun van de gemeenteraad voor bijgevoegde motie.

  Motie betreffende het akkoord over de Programmatische Aanpak Stikstof en de impact daarvan op de landbouwsector. 

  Het PAS-akkoord en de conceptnota van de Vlaamse regering d.d. 23 februari 2022 waarbij er een definitief kader voor de programmatische aanpak stikstof wordt voorgesteld.

  Het openbaar onderzoek dat gestart is op 19 april 2022 en het ontwerp-PAS en ontwerp plan-MER dat voorligt ter inspraak.

  Het gegeven dat landbouwers erkennen inspanningen te moeten leveren om de stikstofemissies te laten dalen, doch rekening houdend met hun specifieke situatie en bepalende factoren zoals ligging, bedrijfsmodel, investeringsmogelijkheden etc..

  Het akkoord laat geen ruimte aan de landbouwsector om op een sterke en duurzame wijze verder te ontwikkelen en ontneemt landbouwers toekomstperspectieven.

  Er werd geen rekening gehouden met het socio-economische impact die dit voorstel met zich mee zal brengen ondanks de belofte van de Vlaamse regering vorig jaar om een socio-economische impact analyse uit te voeren. Bovendien is deze analyse niet enkel noodzakelijk voor landbouwers maar ook voor de ketenpartners die eveneens getroffen zullen worden door de impact van het PAS-akkoord. Zo dreigt 1 op de 3 jobs te verdwijnen in de dierlijke agrovoedingsketen indien een ondoordacht stikstofbeleid wordt gevoerd.

  In het akkoord wordt teruggekomen op gemaakte afspraken. Er is sprake van het vervroegd sluiten van rode bedrijven en het versneld terugdraaien van de ontheffing van nulbemesting in groene bestemmingen. Zo zullen rode bedrijven met een lopende vergunning veel vroeger moeten stoppen dan de looptijd van de vergunning. Op die manier wordt de waarde van een verleende vergunning herleid naar nul gezien ze reeds kan aflopen voor de beoogde eindtermijn en dus geen zekerheden meer biedt. Dit net wanneer de sector juist nood heeft aan een betrouwbare overheid als partner in het stikstofdossier. Inzake de stopzetting van de ontheffing op nulbemesting in groene bestemmingen is de bijdrage aan het dalen van emissies verwaarloosbaar (0,5% van het totaal) terwijl de impact op de bedrijfsvoering van landbouwers wel zeer groot kan zijn. Het is dus niet te verantwoorden dat men dit beleid versneld wenst stop te zetten, wetende dat deze ontheffing sowieso uitdovend is.

  Er wordt uitgegaan van reductiedoelstelling op bedrijfs- en stalniveau en beperkte technische toegelaten technieken. Dit zorgt ervoor dat er een beperkt scala aan mogelijkheden overblijft voor landbouwers waardoor ze in een bepaalde richting worden geduwd, en soms onvermijdelijk het aantal dieren op hun bedrijf moeten afbouwen, waardoor hun verdienmodel onderuit wordt gehaald. Bovendien is er vandaag nog steeds geen wetenschappelijke comité waardoor al minstens twee jaar lang geen nieuwe technieken erkend kunnen worden.

  Bij gebrek aan sectordoelstellingen en het gegeven dat het aandeel van de stoppende landbouwers niet mee in rekening wordt genomen zorgt ervoor dat zij geen ontwikkelingsruimte kunnen creëren voor de andere overblijvende bedrijven. 

  Voor varkens en pluimvee is een reductie van 60% op stalniveau zeer moeilijk. Varkens- en pluimveehouders worden zo geduwd richting slechts een aantal techniek (vb. luchtwasser) en deze zijn niet altijd op alle bestaande stallen te implementeren. Voor rundvee wordt er wel een sectordoelstelling ingeschreven maar ook een evaluatie in 2025 die als een zwaard van Damocles boven het hoofd van alle rundveebedrijven hangt. Enkel bedrijven die tegen dan een emissiereductie van 15% hebben gehaald worden vrijgesteld, anderen riskeren een reductie van hun veestapel op bedrijfsniveau, indien de sectordoelstelling niet halverwege is. Hierdoor wordt een extra doelstelling met een kortere timing opgelegd.

  In 5 gebieden blijken de opgelegde generieke maatregelen nog onvoldoende en kunnen nog bijkomende maatregelen genomen worden die een impact op landbouw hebben. Zeker in het Turnhouts Vennengebied, met een bijkomende emissiereductiedoelstelling, is de impact én onzekerheid troef. Het gebied wordt twee jaar onder een stolp geplaatst.

  De KDW speelt een cruciale rol in de vergunningverlening. Kiezen voor een beleid dat gebaseerd is op een zeer modelmatige benadering waarbij men een beleid voert tot 2 cijfers na de komma, stijgingen of dalingen in depositie in kaart brengt tot op gramniveau per hectare, is een risicovol pad. Ook het Hof van Justitie beschouwt de kritische depositiewaarde als een grens waarboven het risico bestaat dat de kwaliteit van de habitat significant wordt aangetast door de verzurende of vermestende invloed van stikstofdepositie. Hieruit kan dus ook geen absolute noodzaak worden afgeleid om die grens te behalen.

  De aanpak voor SBZ wordt doorgetrokken naar VEN. Momenteel wordt de PAS-discussie gevoerd in relatie tot de speciale beschermingszones (SBZ). Hiervoor zijn duidelijke Europese natuurdoelen vastgesteld die men wilt halen tegen 2050. Ondanks de onduidelijkheid die bestaat t.a.v. VEN (Vlaams Ecologisch Netwerk) zullen de winsten van de PAS ook de stikstofdruk op VEN-gebieden verminderen.

  De emissies vanuit het buitenland worden onvoldoende mee in rekening genomen ondanks dat ze een aandeel van 58% vertegenwoordigen (29,6% van landbouw). 

  Het akkoord gaat uit van een flankerend beleid voor bedrijven met een grote impact om nabijgelegen natuur. Echter, het gaat vaak om meer dan cijfers. Deze bedrijven zijn het resultaat van hard werk door hele families en gezinnen, vaak generaties lang. Flankerend beleid is een noodzaak maar levenswerk is niet uit te drukken in geld.

  In onze gemeente Geetbets zullen heel wat landbouwers maar ook ketenpartners getroffen worden door het PAS-akkoord.

  Vraagt de gemeenteraad van Geetbets met aandrang aan de Vlaamse Regering om:

  1. Ervoor te zorgen dat het beleid uitgaat van een goede onderbouwing. Daarom vragen we om een socio-economische impactanalyse en grondig ecologisch onderzoek zodat keuzes kunnen worden gemaakt op basis van wetenschappelijk aangetoonde feiten.
  2. Haar gemaakte afspraken uit het verleden na te komen ten aanzien van verleende vergunningen en de ontheffing van nulbemesting in groene bestemmingen. Zich op te stellen als een betrouwbare partner voor de landbouwsector in het stikstofdossier en zo de bestaande onzekerheid voor deze bedrijven weg te nemen.
  3. Uit te gaan van sectorale doelstellingen in tegenstelling tot doelstelling op bedrijfs- of zelfs stalniveau. Daarbij ook het aandeel van de stoppende bedrijven mee in rekening te nemen zodat de reductiedoelstellingen voor de blijvende landbouwers naar beneden kunnen en er ontwikkelruimte voor de blijvers komt.
  4. Een sfeer te creëren waarin innovatie wordt aangemoedigd en ondersteund (vb. aanstellen beoordelingscommissie om nieuwe technieken goed te keuren,…). Er moet de mogelijkheid worden voorzien dat meer technieken erkend en toegelaten worden. Op die manier hebben landbouwers keuzemogelijkheden om hun stikstofemissies te reduceren.
  5. De KDW niet als absolute voorwaarde naar voor te schuiven omdat het enkel een waarde is die een potentieel risico aangeeft.
  6. De aanpak van SBZ niet door te trekken naar VEN omdat de beleidsmatige onderbouw wat natuurdoelstellingen betreft totaal verschillend is.
  7. Gelijk evenredig rekening te houden met de stikstofemissies afkomstig van het buitenland. Landbouw kan en mag niet als enige opdraaien voor het stikstofprobleem.

  Enkel wanneer aan bovenstaande vragen is voldaan kan de gemeenteraad van Geetbets zich akkoord verklaren met een definitieve PAS.

  Na bespreking.

  Voorstel van beslissing:

  voor advies voorleggen aan de landbouwraad en overleg plegen met de gemeenten Kortenaken, Linter en Zoutleeuw om het vervolgens te behandelen in de gemeenteraad.

• Vragen en Antwoorden.