Terug
Gepubliceerd op 21/03/2023

Besluit  College

di 21/03/2023 - 16:00

Melding voor de overdracht van de vergunning omv2018/00061, referentie omgevingsloket OMV_2023029415 - referentie gemeente OMV_2023_00018

Aanwezig: Jo Roggen, Burgemeester
Chris Jamar, Nadia Najem, Roland Strouven, Elke Allard, schepenen
Herman Stiers, Algemeen directeur

Het college

Juridische basis
  1. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 56.
  2. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
  3. Het besluit van de Vlaamse regering houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en latere wijzigingen (VLAREM II)
  4. Het omgevingsvergunningendecreet en uitvoeringsbesluit
Probleemstelling

Het betreft een aanvraag voor de overdracht van de vergunning omv2018/00061

Motivering

De omgevingsvergunning wordt als bijlage gehecht aan deze beslissing.

Artikel 1.

Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de melding ingediend door Etablissementen J. Maes en Zonen NV vertegenwoordigt door Dirk Maes gevestigd te Reedonk 12 te 2880 Bornem, voor de overdracht van de milieuvergunning van Hendrickx Oil NV, gelegen te Bronckaertsstraat 7 te 3450 Geetbets, kadastrale ligging: afdeling 3 sectie A nr 368H3, met als voorwerp: de exploitatie van een of meerdere ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Omvattende:

Kl: 3 Rubriek 3.4.1°a): het, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van bedrijfsafvalwater dat al of niet een of meer van de gevaarlijke stoffen, vermeld in bijlage 2C, bevat in concentraties die hoger zijn dan de indelingscriteria, vermeld in de kolom “indelingscriterium GS (gevaarlijke stoffen)” van artikel 3 van bijlage 2.3.1 van dit besluit, met een debiet: tot en met 2 m3/h: als het bedrijfsafvalwater geen hogere concentratie van gevaarlijke stoffen dan de voormelde concentraties bevat. Hoeveelheid: het lozen van bedrijfsafvalwater, dat geen gevaarlijke stoffen bevat in de openbare riolering, 0,1 m³ per uur.

Kl: 3 Rubriek 6.4.1°: opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van: 200 l tot en met 50.000 l. Hoeveelheid: motoroliën in vaten en bussen, 3080 liter.

Kl: 2 Rubriek 6.5.2°: brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde  motor(en): overige inrichtingen. Hoeveelheid: 9 verdeelslangen (4 verdeelpompen), 2 x Euro 98, 2 x Euro 95, 4 x diesel en 1 x rode diesel.

Kl: 3 Rubriek 15.1.1°: Al dan niet overdekte ruimte waarin de volgende voertuigen gestald worden: 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of voertuigen zoals gedefinieerd in artikel 3, 73°, van de spoorcodex van 30 augustus 2013 zijn. Hoeveelheid: een stalplaats voor 2 vrachtwagens en een vrachtwagen met aanhangwagen.

Kl: 3 Rubriek 17.1.2.1.1°: opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van: 300 liter tot en met 1000 liter. Hoeveelheid: opslag van 786 l propaan en butaan in flessen.

Kl: 2 Rubriek 17.3.2.1.1.2°: gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt ≥ 55 °C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van: meer dan 20 ton tot en met 500 ton. Hoeveelheid: opslag van 50.000 l stookolie in bovengrondse houder, 17.000 l in ondergrondse gecompartimenteerde houder van 40.000 l, opslag van 3.300 l stookolie in ondergrondse houder, 4.000 l rode diesel in bovengrondse houder.

Kl: 3 Rubriek 17.3.2.1.2.1°: overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van: 100 kg tot en met 10 ton. Hoeveelheid: opslag van 2.300 l petroleum.

Kl: 2 Rubriek 17.3.2.2.2°a): ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van: meer dan 2 ton tot en met 90 ton voor opslag in uitsluitend ondergrondse houders. Hoeveelheid: opslag van 23.000 l benzine in een ondergrondse, gecompartimenteerde dubbelwandige houder met een inhoud van 40.000 l.

 

Artikel 2. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.

 

Artikel 3. Deze aktename stelt de melder niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.

 

Artikel 4. De aktename is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende (milieu)voorwaarden:

 

1. VLAREM II, deel 4: Algemene milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen.

2. VLAREM II, deel 5: Hoofdstukken 5.3, 5.6, 5.15 en 5.17.

3. Geen bijzondere milieuvoorwaarden.

 

De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Deze opsomming is louter indicatief. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link:  https://navigator.emis.vito.be/

Deze melding stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.