Terug
Gepubliceerd op 28/10/2025

Notulen  Gemeenteraad

ma 29/09/2025 - 20:30 Raadzaal
Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
Jo Roggen, Burgemeester
Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
Herman Stiers, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen
  • Openbaar

    • Notulen

      • Goedkeuring notulen en zittingsverslag van 25 augustus 2025.

        Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
        Jo Roggen, Burgemeester
        Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
        Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
        Herman Stiers, Algemeen directeur
        Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

        De gemeenteraad

        Juridische basis
        1. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 32.
        Voorgaande
        1. De vergadering van de gemeenteraad van 25 augustus 2025.
        Probleemstelling

        De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad van 25 augustus 2025 dienen te worden goedgekeurd.

        Motivering

        De ontwerpnotulen en zittingsverslag werden met de dagorde van de gemeenteraad meegestuurd.

        Indien er geen opmerkingen gemaakt worden, kunnen de notulen en het zittingsverslag worden goedgekeurd.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
        Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

        De notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad van 25 augustus 2025 goed te keuren.

    • Algemene financiering

      • Geboorte- en adoptiepremie.

        Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
        Jo Roggen, Burgemeester
        Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
        Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
        Herman Stiers, Algemeen directeur
        Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

        De gemeenteraad

        Juridische basis
        1. Het decreet lokaal bestuur inzonderheid art. 40 § 3 & 41 2e lid, 23° en art. 285 t.e.m. 288, en latere wijzigingen.
        Voorgaande
        1. De gemeenteraadsbeslissing van 27 september 2010 houdende "Geboorte- en adoptiepremie - aanpassing".
        Probleemstelling

        De gemeenteraadsbeslissing houdende “Geboorte- en adoptiepremie” dateert van 27 september 2010.
        Om deze beslissing te laten samenlopen met de termijn van de andere reglementen en van het meerjarenplan (2026 – 2031) wordt deze opnieuw geagendeerd op de gemeenteraad.

        Motivering

        Daar er door de ouders/adoptieouders niet voor een geboortekorf wordt gekozen, vaak ook omdat ze niet op de hoogte zijn van deze optie en omdat er in realiteit geen geboortekorf meer is, wordt er voorgesteld om enkel de som geld te behouden. Ouders/adoptieouders hebben vaak al heel wat spullen voorhanden van familie of vrienden.  In het kader van ecologie, lijkt het daarom opportuun om enkel de som geld te behouden en de ouders/adoptieouders de vrijheid te laten om zelf te beslissen wat ze hiermee wensen te doen.

        Het bedrag van € 40,00 is al enkele jaren onveranderd. Gelet op de stijgende levensduurte is een aanpassing naar € 50,00 aangewezen.

        De premie wordt opnieuw geagendeerd voor een termijn die samenloopt met de vernieuwing van de andere reglementen en met het meerjarenplan (2026-2031). Een nieuwe bestuursploeg heeft zo na de verkiezingen ook steeds een jaar de tijd om de dan geldende reglementen onder de loep te nemen.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
        Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

        Artikel 1.

        Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een geboorte- en adoptiepremie voorzien.

        Artikel 2.

        Een premie ter waarde van € 50,00 zal overhandigd worden aan

        - de ouders van een boreling uit de gemeente;

        - aan de adoptieouders voor de adoptie van een kind tot en met de leeftijd van 3 jaar.

        Artikel 3

        De premie wordt betaald op de rekening van de ouders na ontvangst van het ingevulde document 'Verklaring tot betaling op rekeningnummer'.

        Artikel 4.

        Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.

      • Opvolgingsrapportering 6 MJP 2020 - 2025

        Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
        Jo Roggen, Burgemeester
        Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
        Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
        Herman Stiers, Algemeen directeur
        Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

        De gemeenteraad

        Juridische basis
        1. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 263.
        2. Het besluit van de Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale] besturen van 30 maart 2018, inzonderheid art. 29.

        3. Het ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningen-stelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale (ing. MB 12 september 2018, art. 1, I: 1 januari 2020)] besturen, inzonderheid art. 5.

        Voorgaande
        1. De gemeenteraadsbeslissing van 28 september 2020 houdende "Opvolgingsrapportering MJP 2020 - 2025".
        2. De OCMW-raadsbeslissing van 28 september 2020 houdende "Opvolgingsrapportering MJP 2020 - 2025".
        3. De gemeenteraadsbeslissing van 27 september 2021 houdende "Opvolgingsrapportering 2 MJP 2020 - 2025".
        4. De OCMW-raadsbeslissing van 27 september 2021 houdende "Opvolgingsrapportering MJP 2 2020 - 2025".
        5. De gemeenteraadsbeslissing van 26 september 2022 houdende "Opvolgingsrapportering 3 MJP 2020 - 2025".
        6. De OCMW-raadsbeslissing van 26 september 2022 houdende "Opvolgingsrapportering MJP 3 2020 - 2025".
        7. De gemeenteraadsraadsbeslissing van 25 september 2023 houdende "Opvolgingsrapportering MJP 4 2020 - 2025".
        8. De OCMW-raadsbeslissing van 25 september 2023 houdende "Opvolgingsrapportering MJP 4 2020 - 2025".
        9. De gemeenteraadsraadsbeslissing van 30 september 2024 houdende "Opvolgingsrapportering MJP 5 2020 - 2025".
        10. De OCMW-raadsbeslissing van 30 september 2024 houdende "Opvolgingsrapportering MJP 5 2020 - 2025".
        Probleemstelling

        Op het einde van het tweede kwartaal moet er een opvolgingsrapportering aan de raad voorgelegd worden.

        Motivering

        Op het einde van het tweede kwartaal moet er een opvolgingsrapportering aan de raad voorgelegd worden.

        Het is een integrale rapportering gemeente en OCMW.

        Het niveau waarop gerapporteerd wordt, is het niveau van de prioritaire acties:

        De opvolgingsrapportering is opgenomen in bijlage.

        Kennis te nemen van de opvolgingsrapportering.

      • Belastingen en retributies

        • Aanvullende belasting op de personenbelasting.

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. De Grondwet, art. 41, 162 en 170 § 4.
          2. Het decreet lokaal bestuur inzonderheid art. 40 § 3 & 41 en art. 285 tot en met 288, en latere wijzigingen.
          3. Het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, art. 464 t.e.m. 470/2.
          4. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.
          Voorgaande
          1. De gemeenteraadsbeslissing dd. 25 november 2024 houdende “Aanvullende belasting op de personenbelasting”.
          Probleemstelling

          De aanvullende belasting op de personenbelasting die goedgekeurd werd in 2024 is geldig tot en met 2025.
          Om ook de komende jaren de aanvullende belasting op de personenbelasting te kunnen heffen is er een beslissing van de gemeenteraad nodig.

          Motivering

          De gemeente dient over voldoende financiële middelen te beschikken om een financieel evenwicht te handhaven en haar taken naar behoren te kunnen uitvoeren. 

          Gelet op de financiële toestand is het gerechtvaardigd een aanvullende belasting op personenbelasting te heffen.

          Daarom wordt de belasting best beslist voor een termijn die samenloopt met het meerjarenplan (2026-2031). Een nieuwe bestuursploeg heeft zo na de verkiezingen ook steeds een jaar de tijd om de dan geldende reglementen onder de loep te nemen.

          De aanvullende belasting op de personenbelasting blijft behouden op 8%.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

          Artikel 1.

          Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het betrokken dienstjaar.

          Artikel 2.

          Het bedrag van deze belasting wordt voor alle belastingplichtigen vastgesteld op 8 % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar.

          Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.

          Artikel 3.

          De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting gebeurt door het bestuur der directe belastingen, zoals bepaald in artikel 469 en volgende van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.

          Artikel 4.

          Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.

        • Opcentiemen op de onroerende voorheffing.

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. De gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994, art. 41, 162 en 170.
          2. Het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, art. 464 t.e.m. 470/2.
          3. Het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit.
          4. Het decreet lokaal bestuur inzonderheid art. 40 & 41 en art. 285 tot en met 288, en latere wijzigingen.
          5. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.
          Voorgaande
          1. De gemeenteraadsbeslissing dd. 25 november 2024 houdende “Opcentiemen op de onroerende voorheffing".
          Probleemstelling

          De opcentiemen op de onroerende voorheffing die goedgekeurd zijn in 2024 zijn geldig tot en met 2025.
          Om ook de komende jaren de opcentiemen op de onroerende voorheffing te kunnen heffen is er een beslissing van de gemeenteraad nodig.

          Motivering

          De gemeente dient over voldoende financiële middelen te beschikken om een financieel evenwicht te handhaven en haar taken naar behoren te kunnen uitvoeren. Daarom worden de opcentiemen best beslist voor een termijn die samenloopt met het meerjarenplan (2026-2031). Een nieuwe bestuursploeg heeft zo na de verkiezingen ook steeds een jaar de tijd om de dan geldende reglementen onder de loep te nemen.
          Er wordt voorgesteld de opcentiemen op de onroerende voorheffing te behouden op 945.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

          Artikel 1.

          Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 worden de opcentiemen op de onroerende voorheffing ten bate van de gemeente vastgesteld op 945.

          Artikel 2.

          Deze opcentiemen zullen geïnd worden door de administratie belast met de vestiging voor de inkomstenbelasting en deze belast met de inning en de invordering van de inkomstenbelasting.

          Artikel 3.

          Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.

        • Retributie op de administratieve stukken - burgerzaken.

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 40 § 3, art. 41, 2e lid, 14° en art. 286 t.e.m. 288.
          2. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.
          3. De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit van 15 februari 2019.
          4. De omzendbrief betreffende procedures en leveringstermijnen van paspoorten en reisdocumenten in België
          5. De omzendbrief van 1 oktober 2024 - Rijksregister - eID: Tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten en -documenten vanaf 1 januari 2025.
          6. Het ministerieel besluit van 5 juli 2022 tot wijziging van het ministerieel besluit van 15 maart 2013 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten voor Belgen, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar, de elektronische kaarten en elektronische verblijfsdocumenten, afgeleverd aan vreemde onderdanen, en de biometrische kaarten en biometrische verblijfstitels, afgeleverd aan vreemde onderdanen van derde landen - de omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit
          Voorgaande
          1. De gemeenteraadsbeslissing van 25 november 2024 houdende “Belasting op de administratieve stukken - burgerzaken”.
          Probleemstelling

          De belasting op administratieve stukken - burgerzaken die goedgekeurd werd in 2024 is geldig tot en met 2025.
          Om ook de komende jaren deze retributie te kunnen heffen is er een beslissing van de gemeenteraad nodig.

          De belasting kan ook omgevormd worden naar een retributie op basis van de informatie uit de omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019 en de onderrichtingen vanuit Vlaanderen.

          Motivering

          Indien er gewerkt kan worden met een retributie dan draagt dit de voorkeur omdat er oa. bij niet betaling vlotter gewerkt kan worden.

          In de omzendbrief van 1 oktober 2024 van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken geeft de algemene directie Identiteit en Burgerzaken de geïndexeerde tarieven door voor de vergoedingen ten laste van de gemeente.

          De tarieven voor superdringende procedure (zelfde dag of D+1 te Brussel) voor reispassen, zowel voor personen onder als boven de 18 jaar, werd toegevoegd aan de retributies, daar deze ontbrak, evenals de normale procedure voor niet-Belgen (vluchteling).

          De retributie ‘Op afgifte van een adres aan bevoegde instanties per adres’ wordt geschrapt daar advocaten zelf de gevraagde informatie kunnen raadplegen. Ook de retributie op afgifte van arbeidskaarten C wordt geschrapt, daar deze kaarten reeds in 2019 werden afgeschaft.

          Waar mogelijk worden de bijkomende administratieve prestaties van de medewerkers die de basisdienstverlening overstijgen doorgerekend aan de burgers.

          Dit is onder andere het geval voor de afgifte van een ontvangstbewijs Belgische nationaliteitsverklaring. Tot op heden werd hier niets voor aangerekend. Aan het loketcontact bij het indienen van de aanvraag tot verwerving van de Belgische nationaliteit gaat een proces van weken tot maanden vooraf, waarbij de burger op basis van diens persoonlijke situatie volledig geïnformeerd wordt over de verschillende wettelijke mogelijkheden en voor te leggen documenten richting de verwerving van het Belgisch staatsburgerschap. Dit vereist niet alleen diepgaande kennis van het Wetboek Belgische nationaliteit, de KB’s van 14 januari 2013 en 18 januari 2023, de omzendbrief van 8 maart 2013 en de programmawet van 18 juli 2025, maar vereist eveneens dat onze medewerkers de relevante artikelen van het Wetboek Internationaal Privaatrecht toepassen, kennis hebben van de Belgische vigerende arbeidswetgeving inzake de arbeidsdagen en de gelijkgestelde dagen, en die documenten van de burger actief moet onderzoeken, nakijken en beoordelen. De burger dient weliswaar een registratierecht te betalen aan de Federale Overheid van € 1.000,00 terwijl de gemeente in feite al het werk verricht. Het is bijgevolg logisch dat er een gemeentelijke retributie geheven wordt omwille van de zware werklast.

          Voor een dossier familienaamswijziging wordt een retributie ingevoerd van € 30,00 om de bijkomende administratieve prestaties te dekken.

          Voor de retributie voor het immatriculatieattest (kandidaat-vluchtelingen) wordt de prijs verhoogd naar € 10,00 om de tijd en het werk te dekken. Er wordt ook een retributie ingevoerd voor de verlenging van dit attest.

          Voor het aanvragen van PIN-PUK codes wordt voorgesteld om een retributie in te voeren van € 5,00. Burgers doen vaak niet de moeite om te zoeken naar hun codes thuis als ze horen dat  het gratis is.

          Wanneer burgers in uitzonderlijke situaties een dringende (levering D+1 op gemeente) of superdringende (afhaling zelfde dag of D+1 te Brussel) procedure wensen in te roepen voor het aanvragen van een nieuwe identiteitskaart of een reispas op een moment buiten de normale werkuren en wanneer de organisatie het toe laat, zal er aan de burger een extra vergoeding aangerekend worden van € 200,00. Dit bedrag dient om de verstoringstoelage en de effectief gepresteerde werkuren van het personeelslid te dekken.
          De gemeente neemt enkel de administratieve aanvraag voor zijn rekening en kan geen garantie geven dat het gevraagde document tijdig zal afgeleverd worden, daar de productie van deze documenten op federaal vlak gebeuren en we geen impact hebben op de aflevering van de documenten in Brussel

          De financiële toestand van de gemeente Geetbets rechtvaardigt en vereist de invoering van alle retributies. De retributie wordt vastgelegd voor een termijn die samenloopt met het meerjarenplan (2026-2031). Een nieuwe bestuursploeg heeft zo na de verkiezingen ook steeds een jaar de tijd om de dan geldende reglementen onder de loep te nemen.

          Als bijlage bij dit collegepunt, werd een voorbeeld van een overzichtstabel toegevoegd waarin duidelijk te zien is wat de gemeentelijke en federale bijdrage is en waarin het totaal bedrag voor de burger staat. Deze tabel is een momentopname. De federale tarieven worden jaarlijks geïndexeerd.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Joke Debehets
          Tegenstanders: Elke Allard, Kris Swinnen, Tom Droogmans
          Onthouders: Ingrid Claes, Kevin Huybrechts, Katrien Weckx, Herman Cox, Tony Leyssens
          Resultaat: Met 8 stemmen voor, 3 stemmen tegen, 5 onthoudingen

          Artikel 1.

          Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie op de afgifte van administratieve stukken ingesteld.

          Artikel 2.

          Volgende tarieven vast te stellen: 

          STUKKEN BURGERZAKEN

           

          Bedrag in €

          Normale procedure

          EID Belgen

           

          6,30

          Verblijfsdocument vreemdeling>12 jaar (EU, EU+, F, F+, M, N kaart)

           

          6,30

          Verblijfsdocument vreemdeling<12 jaar (EU, EU+, F, F+, M, N kaart)

           

          5,10

          Verblijfsdocument vreemdeling>12 jaar (A, B, H, K, L, J, I kaart)

           

          6,30

          Verblijfsdocument vreemdeling<12 jaar (A, B, K, L kaart)

           

          5,10

          EID voor Belgische kinderen<12 jaar

           

          5,10

          Spoedprocedure (levering D+1 op de gemeente)1

          EID Belgen en verblijfsdocumenten vreemdelingen

           

          21,80

          EID voor Belgische kinderen + vreemde kinderen (EU, EU+F, F+, M kaart)<12 jaar

           

          18,60

          EID voor vreemde kinderen (A, B, K, L kaart)<12 jaar

           

          18,60

          Spoedprocedure (levering D+1 te Brussel)1

          EID Belgen

           

          21,80

          EID voor Belgische kinderen <12 jaar

           

          18,60

          Reispassen jonger dan 18 jaar

          Normale procedure Belg

           

          10,00

          Normale procedure niet-Belg (vluchteling)

           

          10,00

          Spoedprocedure

           

          12,00

          Superdringende procedure (zelfde dag of D+1 te Brussel)

           

          12,00

          Reispassen van 18 jaar en ouder

          Normale procedure Belg

           

          15,00

          Normale procedure niet-Belg (vluchteling)

           

          15,00

          Spoedprocedure

           

          22,00

          Superdringende procedure (zelfde dag of D+1 te Brussel)

           

          22,00

          Vergoeding verstoringstoelage/gepresteerde uren

          (op een moment buiten de normale werkuren en wanneer de organisatie het toe laat)

           

          200,00

          Elektronisch voorlopig rijbewijs

           

          6,00

          Elektronisch rijbewijs

           

          6,00

          Internationale rijbewijzen

           

          6,00

          Bewijs van leven

           

          2,00

          Bewijs van nationaliteit

           

          2,00

          Bewijs van woonst

           

          2,00

          Samenstelling gezin

           

          2,00

          Uittreksel bevolkingsregister

           

          2,00

          Uittreksel uit het strafregister voor jacht of sportschutterslicentie

           

          2,00

          Uittreksel uit akte van geboorte, huwelijk, echtscheiding, overlijden,
          erkenning kind, wettelijk samenwonen

           

          2,00

          Afgifte van trouwboekjes

           

          25,00

          Huwelijksplechtigheid

          tijdens weekdagen (te betalen bij aangifte)

          25,00

           

          tijdens weekdagen vanaf 17:00 uur
          (te betalen bij aangifte)

          50,00

           

          tijdens weekend en op feestdagen
          (te betalen bij aangifte)

          75,00

          Voornaamswijziging

           

          100,00

          Voornaamswijziging transgenders

           

          10,00

          Voornaamswijziging vreemdelingen die de Belgische nationaliteit aanvragen en niet over een voornaam beschikken

           

          0,00

          Familienaamwijziging

           

          30,00

          Afgifte ontvangstbewijs nationaliteitsverklaring

           

          50,00

          Aankomstverklaring niet EU burgers (verblijf in de gemeente van minder dan 3 maanden)

           

          6,00

          Immatriculatieattest (kandidaat-vluchtelingen)

           

          10,00

          Verlenging attest van immatriculatie

           

          5,00

          Stamboom opzoekingen (per opzoeking)

           

           

          -> indien zelf

           

          0,00

          -> indien door onze diensten

           

          10,00

          Aanvragen PIN/PUK codes

           

          5,00

           

          Artikel 3.

          Zijn van de retributie vrijgesteld:

          a) de stukken die krachtens een wet, een decreet, een koninklijk besluit of een andere overheidsverordening kosteloos door het gemeentebestuur dienen te worden afgegeven;

          b) de stukken die aan behoeftige personen worden afgegeven; de behoeftigheid wordt vastgesteld door elk overtuigend bewijsstuk;

          c) de machtigingen met betrekking tot godsdienstige of politieke demonstraties;

          d) de stukken die als dusdanig reeds het voorwerp zijn van de heffing van een belasting ten behoeve van de gemeente krachtens een wet, decreet of verordening;

          e) geldigheidsverklaring van aanvraagformulieren voor vermindering op biljetten van de N.M.B.S., de N.M.V.B., de openbare autobusdiensten;

          f) alle stukken die vereist zijn voor eenieder die verklaart dat voormelde stukken dienen te worden voorgelegd om een tewerkstelling te bekomen, te kunnen solliciteren of aan examens of proeven deel te nemen met het oog op een eventuele aanwerving;

          g) de stukken afgegeven aan de gerechtelijke overheden, de openbare besturen en de daarmede gelijkgestelde instellingen alsook de instellingen van openbaar nut en aan derden die in opdracht van de gemeente werken of werken voor projecten waarin de gemeente participeert.

          h) de stukken afgeleverd aan instanties die kosteloos prestaties leveren aan de gemeenten andere openbare instellingen en pro-deo advocaten.

          i) het legaliseren van handtekeningen voor de georganiseerde reizen naar het buitenland voor minderjarige kinderen waarbij de toelating van de ouders of grootouders nodig is en de handtekeningen dienen gelegaliseerd te worden door de gemeente.

          j) de stukken die via digitale weg worden aangevraagd en verstuurd.

          Artikel 4.

          De betaling gebeurt zonder uitstel bij de afgifte van het stuk (contant of elektronisch), tegen afgifte van een betalingsbewijs.

          Artikel 5.

          Bij gebrek aan betaling zal de retributie m.b.t. debiteurenbeheer worden toegepast.

          Artikel 6.

          Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.

        • Milieubelasting

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. De Grondwet van 17 februari 1994, inzonderheid art. 170, § 4.
          2. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 40 § 3, art. 41, 2e lid, 14° en art. 286 t.e.m. 287.
          3. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.
          4. De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.
          Voorgaande
          1. De gemeenteraadsbeslissing van 25 november 2024 houdende “Milieubelasting”.
          Probleemstelling

          De milieubelasting die goedgekeurd werd in 2024 is geldig tot en met 2025. Om ook de komende jaren de milieubelasting te kunnen heffen is er een beslissing van de gemeenteraad nodig.

          Motivering

          De gemeente dient over voldoende financiële middelen te beschikken om een financieel evenwicht te handhaven en haar taken naar behoren te kunnen uitvoeren. Daarom wordt de belasting best beslist voor een termijn die samenloopt met het meerjarenplan (2026-2031). Een nieuwe bestuursploeg heeft zo na de verkiezingen ook steeds een jaar de tijd om de dan geldende reglementen onder de loep te nemen.

          De zorg voor het milieu in het algemeen brengt voor de gemeente Geetbets aanzienlijke kosten met zich mee. Deze kosten betreffen onder andere het proper houden van het openbaar domein waarbij diverse machines zoals een veegmachine worden ingezet, het voorkomen en het opruimen van zwerfvuil, het maaien van de bermen, het onderhouden van perken en plantsoenen, het onderhouden van grachten,… Daarnaast is ook de verwerking van het huishoudelijk afval via de huis-aan-huis ophalingen en het recyclagepark nog niet kostendekkend. Er dienen nog steeds heel wat algemene middelen bijgepast te worden om kosten voor de inzameling en verwerking van het afval te dekken.

          De gemeente doet op verschillende gebieden veel inspanningen om de verontreiniging van het leefmilieu te voorkomen en te beperken. Om deze last te helpen dragen kan een milieubelasting geheven worden, waarvan het bedrag kan behouden worden op € 60,00.

          De belasting beoogt een evenwichtig gespreide bijdrage van burgers, zelfstandigen, beoefenaars van een vrij beroep en ondernemingen in de algemene bestuurlijke uitgaven van de gemeente en draagt bij tot een gezonde, financiële toestand van onze gemeente Geetbets.

          De doelstelling is om maximaal één aanslag voor de milieubelasting per adres te hebben. Hierdoor dienen ten opzichte van vroeger een aantal bijkomende bepalingen toegevoegd te worden aan het vorige reglement zoals:

          Toevoeging aan artikel 2.

          - Indien er meerdere gezinshoofden op één adres zijn ingeschreven dan is de belasting verschuldigd door het gezinshoofd dat het langst op dat adres als gezinshoofd is ingeschreven.

          Verandering aan artikel 3.

          Indien de belastingplichtige als gezinshoofd op hetzelfde adres in de bevolkingsregisters op 1 januari voor het betrokken dienstjaar is ingeschreven, is de belasting evenwel éénmaal verschuldigd.

          Naar

          Indien er reeds een belastingplichtige als gezinshoofd op hetzelfde adres in de bevolkingsregisters op 1 januari voor het betrokken dienstjaar is ingeschreven, dan is de belasting evenwel slechts éénmaal verschuldigd door dat gezinshoofd.

          Toevoeging aan artikel 3.

          - Indien er meerdere zelfstandigen, vrije beroepen, rechtspersonen,… zoals hierboven bepaald op één adres zijn ingeschreven dan is de belasting verschuldigd door de entiteit die het langst op dat adres zijn activiteiten uitoefent.

          Seizoensarbeiders (3Ter) zijn maximaal 3 maanden aanwezig. Om een gelijkheid tussen de seizoensarbeiders te bekomen dient de milieubelasting niet van toepassing te zijn op de seizoensarbeiders die op 01 januari zijn ingeschreven.

          Toevoeging aan artikel 2.

          Uitgezonderd seizoensarbeiders (3Ter)

          In het verleden werden er bezwaren ingediend door mensen die in de loop van een jaar verhuizen. Het is praktisch echter niet mogelijk om te werken met een aanslag pro rata het aantal dagen.

          In de bepaling van de belasting op de tweede verblijven is er sprake dat tweede verblijven via die belasting bijdragen aan de “dienstverlening en infrastructuur van de gemeente op vlak van cultuur, wegeninfrastructuur, afvalverwerking en andere”.

          Op deze adressen is er niemand ingeschreven en is de milieubelasting dan ook niet van toepassing.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

          Artikel 1.

          Er wordt voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 een milieubelasting gevestigd van € 60,00 per jaar.

          Artikel 2.

          De belasting is hoofdelijk verschuldigd door de persoon die als gezinshoofd ingeschreven is in de bevolkingsregisters op 1 januari van dat betrokken dienstjaar, uitgezonderd seizoensarbeiders (3Ter).

          Indien er meerdere gezinshoofden op één adres zijn ingeschreven dan is de belasting verschuldigd door het gezinshoofd dat het langst op dat adres als gezinshoofd is ingeschreven.

          In het verleden werden er bezwaren ingediend door mensen die in de loop van een jaar verhuizen. Het is praktisch echter niet mogelijk om te werken met een aanslag pro rata het aantal dagen.

          In de bepaling van de belasting op de tweede verblijven is er sprake dat tweede verblijven via die belasting bijdragen aan de “dienstverlening en infrastructuur van de gemeente op vlak van cultuur, wegeninfrastructuur, afvalverwerking en andere”.

          Op deze adressen is er niemand ingeschreven en is de milieubelasting dan ook niet van toepassing.

          Artikel 3.

          De belasting is eveneens verschuldigd door ieder natuurlijk persoon of hoofdelijk door de leden van elke vereniging die voor de aanslagjaren 2026-2031 op 1 januari van dat betrokken dienstjaar een zelfstandig of vrij beroep uitoefenen of door ieder natuurlijk en rechtspersoon die op dezelfde datum als hoofd- en/of bijkomende activiteit een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent op het grondgebied van de gemeente.

          Indien er reeds een belastingplichtige als gezinshoofd op hetzelfde adres in de bevolkingsregisters op 1 januari voor het betrokken dienstjaar is ingeschreven, dan is de belasting evenwel slechts éénmaal verschuldigd door dat gezinshoofd.

          Indien er meerdere zelfstandigen, vrije beroepen, rechtspersonen,… zoals hierboven bepaald op één adres zijn ingeschreven dan is de belasting verschuldigd door de entiteit die het langst op dat adres zijn activiteiten uitoefent.

          Seizoensarbeiders (3Ter) zijn maximaal 3 maanden aanwezig. Om een gelijkheid tussen de seizoensarbeiders te bekomen dient de milieubelasting niet van toepassing te zijn op de seizoensarbeiders die op 1 januari zijn ingeschreven.

          Artikel 4.

          De belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar door het College van Burgemeester en Schepenen.

          De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

          Artikel 5.

          De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure gebeuren volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, en latere wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.

          Artikel 6.

           Bij gebrek aan betaling zal de retributie m.b.t. debiteurenbeheer worden toegepast.

          Artikel 7.

          Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.

        • Belasting op het opruimen van sluikstorten

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 40 § 3, art. 41, 2e lid, 14° en art. 286 t.e.m. 287.
          2. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.
          3. De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.
          4. Het Decreet betreffende het duurzaam beheer van de materiaalkringlopen en afvalstoffen van 23 december 2011.
          5. Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
          Voorgaande
          1. De gemeenteraadsbeslissing van 25 november 2024 houdende “Belasting op het opruimen van sluikstorten”.
          Probleemstelling

          De belasting op het opruimen van sluikstorten die goedgekeurd werd in 2024 is geldig tot en met 2025.
          Om ook de komende jaren de belasting op het opruimen van sluikstorten te kunnen heffen is er een beslissing van de gemeenteraad nodig.

          Motivering

          De nodige maatregelen moeten worden genomen om het sluikstorten te voorkomen. De belasting kan niet worden ingezet om sluikstorters te beboeten. De kosten van ophaling en verwijdering van de gesluikstorte afvalstoffen moeten worden verhaald op de vervuiler. Hiervoor kan de belasting geheven worden.

          De forfaitaire administratiekost wordt op basis van de gemiddelde loonkost vastgesteld op € 50,00 per uur. De inzet van personeel, materieel en materiaal wordt afgestemd op de ‘retributie voor de aanrekening van de prestaties geleverd door het gemeentelijk vakpersoneel’. De reële kost voor de overslag-, verwerkings-, stort- of verbrandingskosten bij de afvalverwerker worden doorgerekend aan de vervuiler. De vervoerkosten zitten verrekend in de kost van de inzet van materieel of de kosten die worden geïnd door de afvalverwerker.

          De gemeente dient over voldoende financiële middelen te beschikken om een financieel evenwicht te handhaven en haar taken naar behoren te kunnen uitvoeren. Daarom wordt de belasting best beslist voor een termijn die samenloopt met het meerjarenplan (2026-2031). Een nieuwe bestuursploeg heeft zo na de verkiezingen ook steeds een jaar de tijd om de dan geldende reglementen onder de loep te nemen.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

          Artikel 1.

          Er wordt voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 een gemeentebelasting gevestigd op het weghalen door het gemeentebestuur van afvalstoffen bedoeld in artikel 4 van het Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen van 23 december 2011.

          Artikel 2.

          De belasting bestaat uit volgende onderdelen en wordt als volgt bepaald:

          1. Belasting op het opruimen van de achtergelaten huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen gelijkgesteld bedrijfsafval:

          • administratiekosten: € 50,00/uur;
          • loonkosten werklieden tijdens het opruimen  en afvoeren van achtergelaten afvalstoffen: zoals vastgelegd in de ‘retributie voor de aanrekening van de prestaties geleverd door het gemeentelijk vakpersoneel’.
          • inzetten van een voertuig zonder chauffeur tijdens het opruimen van de achtergelaten afvalstoffen: zoals vastgelegd in de ‘retributie voor de aanrekening van de prestaties geleverd door het gemeentelijk vakpersoneel’.

          2. Belasting op het afvoeren, de overslag, het verwerken en storten en/of verbranden van de achtergelaten huishoudelijke afvalstoffen en het met huishoudelijke afvalstoffen gelijkgesteld bedrijfsafval:

          • overslag-, verwerkings-, stort- of verbrandingskosten: de werkelijke kost (zoals deze door de afvalverwerker wordt gefactureerd aan de gemeente).

          Artikel 3.

          De belasting is verschuldigd door de persoon die de afvalstoffen achtergelaten heeft; desgevallend is diegene die daartoe opdracht of toelating gaf en/of de eigenaar van de afvalstoffen hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

          Onder sluikstorten dient te worden verstaan het achterlaten van de voormelde afvalstoffen

          • op niet-reglementaire plaatsen en/of
          • op niet-reglementaire tijdstippen en/of
          • in niet-reglementaire recipiënten.

          Artikel 4.

          De belasting moet zonder uitstel worden betaald binnen de tien dagen na toezending van het bericht van de belastingschuld.

          De belasting wordt, in geval de contante inning niet kan worden uitgevoerd, ingekohierd met alle kenmerken ervan.

          Het kohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het College van Burgemeester en Schepenen.

          Artikel 5.

          De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure gebeuren volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, en latere wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen

          Artikel 6.

          Bij gebrek aan betaling zal de retributie m.b.t. debiteurenbeheer worden toegepast.

          Artikel 7.

          Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.

        • Retributiereglement met betrekking tot het gebruik van elektriciteitskasten op het openbaar domein en stroomafname van gemeentelijke gebouwen.

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 40 § 3 & 41 en art. 285 t.e.m. 288, en latere wijzigingen.
          2. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.
          3. De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.
          Voorgaande
          1. De gemeenteraadsbeslissing van 26 maart 2018 houdende “Reglement op de ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein -aanpassing”.
          2. De gemeenteraadsbeslissing van 25 november 2024 houdende “Retributie op het gebruik van mobiele en vaste meterkasten”.
          Probleemstelling

          De retributie op het gebruik van mobiele en vaste verdeelkasten die goedgekeurd werd in 2024 is geldig tot en met 2025.

          Om ook de komende jaren een retributiereglement met betrekking tot het gebruik van elektriciteitskasten op het openbaar domein en stroomafname van gemeentelijke gebouwen te kunnen heffen is er een beslissing van de gemeenteraad nodig.


          Motivering

          In de gemeente Geetbets worden tal van evenementen georganiseerd waarbij stroomafname nodig is. Dit gaat van evenementen georganiseerd door de gemeente in samenwerking met verenigingen, lokale reca, ambulante handelaars ( kermissen, nieuwjaarsdrink, 11 juli,…), tot evenementen georganiseerd door verenigingen, met ondersteuning door de gemeente ( carnaval – en lichtstoet,…).

          In dit kader is er geïnvesteerd in de plaatsing van vaste marktkasten, omdat mobiele ‘foorkasten’ niet meer te verkrijgen waren.

          Ondanks de investering willen we de retributie niet verhogen.  Het aantrekken van nieuwe en behouden van onze vaste ‘foorkramers ‘ is altijd een uitdaging en een stijging van de retributie zou mogelijks kunnen afschrikken.

          Er kan worden beslist om het retributiereglement met betrekking tot het gebruik van elektriciteitskasten op het openbaar domein en stroomafname van gemeentelijke gebouwen te laten samenlopen met het meerjarenplan (2026-2031). Een nieuwe bestuursploeg heeft zo na de verkiezingen ook steeds een jaar de tijd om de dan geldende reglementen onder de loep te nemen.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

          Artikel 1.

          Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributiereglement ingesteld met betrekking tot het gebruik van elektriciteitskasten op het openbaar domein en stroomafname van gemeentelijke gebouwen.

          Artikel 2.

          De retributie als volgt samen te stellen:

          Vaste kasten of afname aan gemeentelijk gebouwen:

          • Stroomafname bij 230 Volt: € 10,00 per aansluiting / per dag
          • Stroomafname bij 400 Volt: € 25,00 per aansluiting / per dag

          Dit retributiereglement is niet van toepassing op de stroomafname van gemeentelijke gebouwen bij de huur van deze gebouwen. Hiervoor verwijzen we naar het ‘retributiereglement met betrekking tot het gebruik van gemeentelijke gebouwen door derden’.

          Artikel 3.

          Voor het gebruik van elektriciteitskasten voor ambulante activiteiten op de openbare markten wordt geen retributie geheven.

          Artikel 4.

          De retributie is verschuldigd door degene die  de aanvraag heeft ingediend, ongeacht de datum van ingebruikname, de periode of de frequentie ervan.

          Artikel 5.

          Voor een aansluiting op de elektriciteitskasten of gemeentelijke gebouwen op het openbaar domein moet u een toelating vragen bij de gemeente en dit met het juiste aanvraagdocument, terug te bezorgen aan vrijetijd@geetbets.be.

          Deze aanvraag dient minstens 1 maand voor de aanvang van de activiteit waarvoor de elektriciteit wordt aangevraagd, te gebeuren.

          Artikel 6.

          Bij gebrek aan betaling zal de retributie m.b.t. debiteurenbeheer worden toegepast.

          Artikel 7.

          Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.

        • Belasting op leegstaande en/of verwaarloosde woningen en gebouwen.

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. De Grondwet, inzonderheid artikel 170,§4.
          2. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 2, 40, 41, 252, 286 t.e.m. 287 en 326.
          3. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
          4. Het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid.
          5. De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.
          Voorgaande
          1. De gemeenteraadsbeslissing van 25 november 2019 houdende “Reglement register verwaarlozing”.
          2. De gemeenteraadsbeslissing van 25 april 2022 houdende “Belasting op leegstaande woningen en/of verwaarloosde woningen en gebouwen”.
          Probleemstelling

          De belastingen en retributies moeten door de gemeenteraad vastgesteld te worden. Gelijklopend met het meerjarenplan worden voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 nieuwe tarieven vastgelegd.

          Het verwerven van inkomsten via belastingen is noodzakelijk om de algemene uitgaven van de gemeente Geetbets te financieren.

          Bij de opstart van het intergemeentelijk samenwerkingsverband ‘Best Wonen tussen Zoet en Zout’ van 1 april 2018 werd afgesproken dat de gemeentelijke belastingreglementen op leegstaande woningen en gebouwen op mekaar afgestemd zouden worden. De huidige bedragen zijn niet afgestemd op de tarieven in de overige gemeenten binnen de IGS Best Wonen tussen Zoet en Zout:

          • Tienen - Leegstand: €2.000,00 (jaar 1), € 4.000,00 (jaar 2), € 6.000,00 (jaar 3), € 8.000,00 (jaar 4 en volgende). 
          • Tienen - Verwaarlozing:  € 1.500,00 (jaar 1), € 3.000,00  (jaar 2), € 4.500,00 (jaar 3), € 6.000,00 (jaar 4 en volgende).
          • Zoutleeuw - Leegstand:  € 1.000,00 (jaar 1), € 1.250,00 (jaar 2), € 1.500,00 (jaar 3 en volgende) , gekoppeld aan ABEX-index.
          • Zoutleeuw - Verwaarlozing: € 1.000,00 (jaar 1), € 1.250,00 (jaar 2), € 1.500,00 (jaar 3 en volgende), gekoppeld aan ABEX-index.

          De afstemming van de reglementen beoogt vooral administratieve efficiëntie (zelfde manier van werken, gelijklopende vrijstellingen, …). De bedragen zelf daarentegen zijn autonoom te bepalen binnen elke deelnemende IGS-gemeente. De tarieven in de periode 2022-2025 bedroegen:

          • Leegstand: € 1.000,00 (jaar 1), € 1.250,00 (jaar 2), € 1.500,00 (jaar 3 en volgende)
          • Verwaarlozing: € 1.000,00 (jaar 1), € 1.250,00 (jaar 2), € 1.500,00 (jaar 3 en volgende)
          Deze bedragen werden jaarlijks geïndexeerd op basis van de ABEX-index.
           
          De huidige tarieven blijken onvoldoende om eigenaars te activeren en leegstand en verwaarlozing effectief terug te dringen.
          Motivering

          Het verwerven van inkomsten via belastingen is noodzakelijk om de algemene uitgaven van de gemeente Geetbets te financieren. De financiële toestand van de gemeente Geetbets rechtvaardigt en vereist de invoering van alle nodige belastingen. Daarom wordt de belasting best beslist voor een termijn die samenloopt met het meerjarenplan (2026-2031).

          Alle maatregelen die een einde stellen aan de leegstand en/of verwaarlozing dienen aangemoedigd te worden. Deze belasting wordt ingevoerd omdat ze een ontradend effect heeft. Door de tarieven gedurende drie jaar gradueel toe te laten nemen, verhoogt de urgentie jaarlijks bij de eigenaar(s).

          Daarnaast draagt de belasting bij totzoveel mogelijk woongelegenheden van goede kwaliteit effectief volgens hun functie te gebruiken en om de verloedering van de leef- en woonomgeving tegen te gaan.

          Door een verhoging van de belastingstarieven kan meer worden bijgedragen aan de financieringsbehoefte van de gemeente Geetbets in het algemeen. 

          De belasting wordt pas verschuldigd vanaf de verjaardag van de opnamedatum, hetgeen inhoudt dat de zakelijk gerechtigde op de woning of het gebouw reeds een jaar de tijd heeft om een einde te maken aan de leegstaande of verwaarloosde toestand van de woning of het gebouw vooraleer er een belasting volgt. 

          Door een meer substantiële verhoging van de belasting vanaf het tweede jaar, worden zakelijk gerechtigden nog meer aangespoord om een einde te maken aan de leegstand en/of verwaarlozing van een woning of gebouw.

          De belastingstarieven worden niet geïndexeerd, terwijl dit wel het geval was onder het voorgaand belastingsreglement.  Hierdoor wordt de verhoging van de belastingstarieven (deels) compenseerd.  Door het niet langer indexeren van de belastingstarieven wordt de administratieve toepassing van het reglement alsook de invordering vereenvoudigd. Indien de tarieven tijdens de looptijd van het meerjarenplan 2026-2031 achterhaald blijken, moeten deze worden geactualiseerd.

          Voor een aantal vrijstellingen die voorzien worden in het huidige reglement wordt de tekst verduidelijkt ten opzichte van de gelijkaardige vrijstellingen die golden onder het vorige reglement.  Voor wat betreft de vrijstelling wegens renovatie op basis van een renovatieschema worden de voorwaarden verstrengd om meer aan te sporen tot een kwalitatieve verbetering van het betreffende pand (en niet louter verfraaiing of onderhoud) en het effectieve en actuele karakter van de renovatie te versterken, minstens de intentie.  In het geval van een renovatie op basis van een omgevingsvergunning kan aangenomen worden dat, door de regelgeving inzake vergunningen en daarmee gepaard gaande eisen (zoals bv. EPB-eisen) minstens de intentie tot een renovatie ter verbetering van de kwaliteit aanwezig is ten tijde van de toekenning van de vergunning.   

          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Tom Droogmans
          Onthouders: Ingrid Claes, Herman Cox, Tony Leyssens
          Resultaat: Met 13 stemmen voor, 3 onthoudingen

          Artikel 1.

          Er wordt voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031:

          • een belasting gevestigd op woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister
          • een belasting gevestigd op woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk register verwaarlozing.

          Artikel 2.

          De belasting voor leegstaande woningen en gebouwen bedraagt :

          • € 1.250,00 voor een leegstaand gebouw
          • € 1.250,00 voor een leegstaande woning

          Indien het gebouw of de woning een tweede opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het register staat bedraagt de belasting € 2.500,00.

          Vanaf de derde opeenvolgende termijn van 12 maanden bedraagt de belasting € 4.500,00.

          De belasting voor verwaarloosde woningen en gebouwen bedraagt :

          • € 1.250,00 voor een verwaarloosd gebouw
          • € 1.250,00 voor een verwaarloosde woning

          Indien het gebouw of de woning een tweede opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het register staat bedraagt de belasting € 2.500,00.

          Vanaf de derde opeenvolgende termijn van 12 maanden bedraagt de belasting € 4.500,00.

          Artikel 3.

          §1. Een vrijstelling van de belasting kan aangevraagd worden door de houder van het zakelijk recht over de betreffende woning of het betreffende gebouw via beveiligde zending bij de administratie of het wooninfopunt van de gemeente.

          Voor de toepassing van dit reglement wordt onder zakelijk gerechtigde of houder van het zakelijk recht verstaan de houder van één van volgende rechten:: (i) de volle eigendom; of (ii) het recht van opstal of van erfpacht; of (iii) het vruchtgebruik.

          §2. Een beroep tegen de beslissing over een aanvraag tot vrijstelling kan ingediend worden bij de het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig de procedure, zoals vermeld in artikel 8.

          §3. Van de leegstand en verwaarlozingsbelasting zijn na aanvraag zoals omschreven in §1 vrijgesteld: de belastingplichtige die sinds minder dan twee jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende twee jaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht.

          De vrijstelling geldt niet bij overdrachten aan:

          a) vennootschappen waarin de oorspronkelijke houder van het zakelijk recht rechtstreeks of onrechtstreeks participeert, en dit voor meer dan 10% van het aandeelhouderschap;

          b) natuurlijke personen die, rechtstreeks of onrechtstreeks, participeren in het aandeelhouderschap van de overdragende vennootschap of overdragende vennootschappen;

          c) vzw’s waar de zakelijk gerechtigde lid van is.

          3° de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft en dit enkel voor de woning die de belastingplichtige als laatste hoofdverblijfplaats heeft. Het bewijs van het verblijf wordt geleverd door de erkende voorziening waar de belastingplichtige verblijft, met dien verstande dat deze vrijstelling geldt voor een periode van vier jaar volgend op de datum van opname in de ouderenvoorziening, ziekenhuis, psychiatrische of penitentiaire instelling en kan nooit langer duren dan de opnameperiode in de betreffende voorziening;

          4° de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor een periode van twee jaar volgend op de gerechtelijke beslissing.

          §4. Een vrijstelling wordt verleend als het gebouw of de woning :

          1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;

          2° geen voorwerp meer kan uitmaken van een omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld.

          3° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp (zoals, bijvoorbeeld, brand, gasontploffing, blikseminslag, bodemverzakking, …) die zich voordoet buiten de wil om van de belastingplichtige en de schade dermate is dat het gebruik onmogelijk is, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;

          4° onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling of betredingsverbod in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van twee jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik. Deze vrijstelling geldt niet indien het een gerechtelijke procedure betreft onderling tussen meerdere zakelijk gerechtigden op diezelfde woning of datzelfde gebouw;

          5° vrijstelling wegens renovatie op basis van een ontvankelijke en volledige aanvraag tot omgevingsvergunning .

          a) Er wordt een vrijstelling verleend aan de belastingplichtige indien voor de woning of het gebouw een omgevingsvergunning is aangevraagd èn er een verklaring gegeven is dat het aanvraagdossier ontvankelijk en volledig is door de dienst omgeving van de stad. Die aanvraag tot een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen moet betrekking hebben op werken aan de woning of het gebouw, of de sloop van de woning of het gebouw;

          b) Deze vrijstelling geldt voor de periode vanaf de dag dat het aanvraagdossier ontvankelijk en volledig verklaard is tot op de dag dat het college van burgemeester en schepenen de vergunning toekent dan wel weigert.

          c) Deze vrijstelling kan slechts éénmalig toegekend worden aan de belastingplichtige in elke periode van 10 jaar.   

          De vrijstelling wegens renovatie onder dit punt 5° kan slechts éénmalig worden toegekend binnen een periode van 10 jaar en voor zover er in de periode van 10 jaar voorafgaand aan de aanvraag geen vrijstelling wegens renovatie op basis van een renovatieschema werd toegekend onder punt 6°.

          6°  gerenoveerd wordt blijkens een gedetailleerd renovatieschema.

          Deze vrijstelling geldt gedurende een periode van drie jaar en gaat in vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag op de administratie van de volledige renovatienota onder naam van de belastingplichtige die de renovatie uitvoert.

          Voor de vrijstelling onder dit punt 6° komen enkel werken in aanmerking die een aanzienlijke werktijd vereisen en die een significante omvang hebben die de normale bewoning van de woning of het gebruik volgens de functie van het gebouw belemmeren.   Bovendien moeten de in aanmerking komende werken een kostprijs hebben van jaarlijks, in totaal, minimaal vierduizend euro (inclusief btw).

          Onderhouds- of verfraaiingswerken, zoals schilder- en behangwerken of tuinaanleg, komen niet in aanmerking voor deze vrijstelling.

          De belastingplichtige dient een gedetailleerd renovatieschema voor te leggen dat de volgende stukken bevat :

          • een tekening of schets van het gebouw en/of de woning met aanduiding van de geplande werken,
          • voor reeds uitgevoerde werken, het bewijs dat deze werken effectief uitgevoerd werden aan de hand van facturen van maximaal 1 jaar oud op datum van de aanvraag met een duidelijke vermelding van het adres van de woning of het gebouw als werfadres;
          • voor nog uit te voeren werken, één of meer offertes van maximaal 3 maanden oud met een duidelijke vermelding van het adres van de woning of het gebouw als werfadres;
          • een tijdschema van de werken.

          De vrijstelling onder dit punt 6° kan slechts éénmalig worden toegekend binnen een periode van 10 jaar. De vrijstelling wegens renovatie onder dit punt 6° kan slechts éénmalig worden toegekend binnen een periode van 10 jaar en voorzover er in de periode van 10 jaar voorafgaand aan de aanvraag geen vrijstelling wegens renovatie op basis van een niet-vervallen omgevingsvergunning werd toegekend onder punt 5°.

          7° door de gemeente of het OCMW voorzien wordt voor sociale doeleinden zoals, bijvoorbeeld, de uitoefening van een sociaal beheersrecht of het gebruik als doorstroom- of noodwoning.  Deze vrijstelling geldt voor de duur dat de betreffende woning of het betreffende gebouw zo voorzien of beheerd wordt door de gemeente of het OCMW.

          8° krachtens decreet beschermd is als monument.

          §5. Van de verwaarlozingsbelasting zijn bijkomend vrijgesteld :

          1° de houder van het zakelijk recht die de woning uitsluitend gebruikt als hoofdverblijfplaats en over geen enkele andere woning beschikt. De verklaring van hoofdverblijfplaats wordt enkel aanvaard wanneer er tijdens de geïnventariseerde periode een effectieve inschrijving is in de bevolkingsregisters van de gemeente Geetbets.

          Artikel 4.

          De belasting voor een leegstaande en/of verwaarloosde woning of een leegstaand en/of verwaarloosd gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het leegstandsregister of in het verwaarlozingsregister.

          Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister of uit het verwaarlozingsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.

          Een vrijstelling van de belasting wijzigt de opnamedatum van de woning of het gebouw in het leegstandsregister of het verwaarlozingsregister niet.  Gedurende de looptijd van de vrijstelling blijft de woning of het gebouw opgenomen in het register en dit op de oorspronkelijke opnamedatum. Na afloop van de vrijstelling zal de belasting (opnieuw) geheven worden.  De berekening van de belasting gebeurt dan overeenkomstig het onder artikel 2 bepaalde bedrag voor het aantal opeenvolgende termijn van twaalf maanden dat de woning of het gebouw opgenomen staat in het leegstandsregister en/of het verwaarlozingsregister sinds de oorspronkelijke opnamedatum.

          Artikel 5.

          §1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde over het leegstaande en/of verwaarloosde gebouw of de leegstaande en/of verwaarloosde woning op de verjaardag van de opnamedatum in het gemeentelijk leegstands- en/of verwaarlozingsregister.

          §2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

          §3. De overdrager van het zakelijk recht moet de verkrijger ervan in kennis stellen dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister. Tevens moet hij per aangetekend schrijven een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, en dit binnen twee maanden na het verlijden van de notariële akte.

          Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:

          • naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel;
          • datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;
          • nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw.

          Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

          Artikel 6.

          Indien een woning of gebouw is opgenomen op verschillende gemeentelijke registers, is de voormelde belasting verschuldigd per afzonderlijke opname in een gemeentelijk register.

          Artikel 7.

          De belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar door het College van Burgemeester en Schepenen.

          De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

          Artikel 8.

          De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure gebeuren volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, en latere wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.

          De door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van leegstand en verwaarlozing belaste personeelsleden bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

          Artikel 9.

          De gemeenteraadsbeslissing van 25 april 2022 betreffende de belasting op leegstaande woningen en / of verwaarloosde woningen en gebouwen wordt opgeheven vanaf 01 januari 2026.

          Artikel 10.

          Bij een laattijdige betaling of een gebrek aan betaling zal de retributie m.b.t. debiteurenbeheer worden toegepast.

          Artikel 11.

          Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.

        • Belasting op tweede verblijven.

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. De Grondwet, art. 170 § 4.
          2. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 40 § 3, art. 41, 2e lid, 14° en art. 286 t.e.m. 287.
          3. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.
          4. De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.
          Voorgaande
          1. De gemeenteraadsbeslissing van 25 november 2024 houdende "Belasting op tweede verblijven".
          Probleemstelling

          De belasting op tweede verblijven die goedgekeurd werd in 2024 is geldig tot en met 2025.
          Om ook de komende jaren de belasting op tweede verblijven te kunnen heffen is er een beslissing van de gemeenteraad nodig.

          Tweede verblijvers maken gebruik van de gemeentelijke dienstverlening en infrastructuur maar dragen niet bij aan de gemeentelijke inkomsten via de personenbelasting.

          Motivering

          De financiële toestand van de gemeente Geetbets rechtvaardigt en vereist de invoering van alle rendabele belastingen.Daarom wordt de belasting best beslist voor een termijn die samenloopt met het meerjarenplan (2026-2031). Een nieuwe bestuursploeg heeft zo na de verkiezingen ook steeds een jaar de tijd om de dan geldende reglementen onder de loep te nemen.

          Het bijhouden van de bevolkingsregisters is de taak en de verantwoordelijkheid van de gemeente en is wettelijk geregeld bij de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen (B.S. van 3 september 1991). De inschrijving gebeurt door toedoen en na onderzoek van de gemeente, zodat de bevolkingsregisters correcte informatie verschaffen over het bevolkingsbestand.

          Deze correcte informatie is noodzakelijk voor statistische redenen, zodat een goed bevolkingsbeheer kan gevoerd worden, maar is ook noodzakelijk voor de veiligheid en de identificatie van personen. Daarom is het belangrijk dat degene die zich op een verblijfadres kan inschrijven dit effectief doet.

          De belasting op tweede verblijven kan ertoe bijdragen dat personen die hun feitelijke verblijfplaats in de gemeente Geetbets hebben zich effectief laten inschrijven in de bevolkingsregisters voor hun hoofdverblijfplaats.

          Het is anderzijds ook billijk dat personen, die naast hun hoofdverblijfplaats ook nog over een tweede verblijf beschikken, bijdragen tot de financiële behoeften van de gemeente daar zij ook vaak gebruik maken van de dienstverlening en infrastructuur van de gemeente op vlak van cultuur, wegeninfrastructuur, afvalverwerking en andere.

          Om te vermijden dat houders van een zakelijk recht van woningen of gebouwen die op de leegstand voorkomen aangifte doen als tweede verblijf om de belasting op de leegstand te ontlopen, kan er een belasting op de tweede verblijven ingevoerd worden.

          Het huidige basistarief van € 400,00 is reeds sedert het aanslagjaar 2019 onveranderd gebleven. Een verhoging is aangewezen. ABEX-, consumentenprijs- en gezondheidsindex zijn in de periode 2018 tot 2025 toegenomen met respectievelijk 35%, 28 % en 27 %. Met toepassing van deze indexen varieert het voorgestelde tarief van € 508,00 tot 540,00. Gelet op deze vork wordt voorgesteld het tarief vast te stellen op € 525,00.

          Voor de ambtshalve ingekohierde belasting wordt geopteerd om deze te verhogen met een bedrag gelijk aan 50% van de verschuldigde belasting.  Deze verhoging komt als passend over mede in acht genomen dat, volgens de regelgeving, een verhoging tot maximaal het dubbele van de belasting is toegestaan en dat een dusdanige verhoging de nakoming van de aangifteplicht aanmoedigt.  Eerder dan een graduele verhoging wordt thans geopteerd om een vaste verhogingspercentage toe te passen, hetgeen duidelijker is voor de belastingplichtige en de invordering vereenvoudigt.    

          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

          Artikel 1.

          Er wordt voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 een belasting gevestigd op tweede verblijven.

          Artikel 2.

          Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op € 525,00.

          Artikel 3.

          Als tweede verblijf wordt beschouwd elke private woongelegenheid op het grondgebied van de gemeente Geetbets die op regelmatige wijze wordt gebruikt voor bewoning en waar op 1 januari van het aanslagjaar geen persoon ingeschreven is in het bevolkings-, wacht- of vreemdelingenregister op het adres van deze woongelegenheid op dit bewuste adres, ongeacht het feit of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans.

          Als tweede verblijf wordt niet beschouwd:

          a. de lokalen waarin een niet in de gemeente gedomicilieerd persoon een beroepsactiviteit uitoefent;

          b. tenten, verplaatsbare caravans en woonwagens;

          c. de woongelegenheden die zijn opgenomen in het leegstandsregister  van de gemeente;

          d. de woongelegenheden in een ouderenvoorziening of een zorginstelling, of in een gebouw of woning  dat door de gemeente of het OCMW voorzien wordt voor sociale doeleinden zoals, bijvoorbeeld, de uitoefening van een sociaal beheersrecht of het gebruik als doorstroom- of noodwoning;

          Als een woongelegenheid in de zin van dit reglement wordt beschouwd elke vaste constructie waar men zich tijdelijk of permanent kan vestigen  en die helemaal of gedeeltelijk bemeubeld is, voorzien is van aangesloten sanitaire en nutsvoorzieningen (zoals water, elektriciteit, verwarming en sanitair) en die uitgerust is om te eten en slapen.

          Artikel 4.

          De belasting is verschuldigd door de houder is van het zakelijk recht ophet tweede verblijf.

          Voor de toepassing van dit reglement wordt onder zakelijk gerechtigde of houder van het zakelijk recht verstaan  de houder van één van volgende rechten:: (i) de volle eigendom; of (ii) het recht van opstal of van erfpacht; of (iii) het vruchtgebruik.

          Artikel 5.

          De belasting is ondeelbaar en voor het ganse belastingjaar verschuldigd door de houder van het zakelijk recht op 1 januari van het aanslagjaar.

          Artikel 6.

          De belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar door het College van Burgemeester en Schepenen.

          Artikel 7.

          De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

          Artikel 8.

          De zakelijk gerechtigde(n) van een tweede verblijf is(zijn) verplicht bij het gemeentebestuur spontaan aangifte te doen, uiterlijk op 1 maart van het aanslagjaar, van elk tweede verblijf dat deze in de gemeente bezitt(en), door middel van een aangifteformulier dat op de webtoepassing van de gemeente ter beschikking gesteld wordt dan wel opgevraagd kan worden  bij de gemeente.

          De belastingplichtige is vrijgesteld van aangifteplicht indien deze voor het vorige aanslagjaar werd aangeslagen voor de belasting op een tweede verblijf van de gemeente Geetbets en indien de belastbare toestand ongewijzigd is gebleven.  De meest recente aangifte blijft dan geldig tot herziening of wijziging van de belastbare toestand.  De vrijstelling van aangifteplicht houdt geen vrijstelling van belasting in.

          Artikel 9.

          Bij gebreke van aangifte of ingeval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige wordt de belasting ambtshalve ingekohierd.
          Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve inkohiering wordt aan de belastingplichtige(n) een aangetekend schrijven betekend met vermelding van de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd, evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
          De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen die start op de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
          De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaren volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaren verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen. 

          De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 50% van de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd."

          Artikel 10.

          De overtredingen vermeld in artikel 9 worden vastgesteld door een daartoe aangesteld personeelslid. De door hem opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.

          Artikel 11.

          De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure gebeuren volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, en latere wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.

          Artikel 13.

          Bij een laattijdige betaling of een gebrek aan betaling zal de retributie m.b.t. debiteurenbeheer worden toegepast.

          Artikel 14.

          Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.

        • Belasting op huis-aan-huisverspreiding van niet-geadresseerde drukwerken met handelskarakter.

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. De gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994, inzonderheid art. 41, 162 en 170, § 4.
          2. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 40 § 3, art. 41, 2e lid, 14° en art. 285 t.e.m. 288.
          3. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
          4. Het Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
          5. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA).
          6. De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit van 15 februari 2019.
          Voorgaande
          1. De gemeenteraadsbeslissing van 25 november 2024 houdende “Belasting op huis-aan-huisverspreiding van niet-geadresseerde drukwerken met handelskarakter.”
          Probleemstelling

          De gemeente dient over voldoende financiële middelen te beschikken om een financieel evenwicht te handhaven en haar taken naar behoren te kunnen uitvoeren. Daarom wordt de belasting best beslist voor een termijn die samenloopt met het meerjarenplan (2026-2031). Een nieuwe bestuursploeg heeft zo na de verkiezingen ook steeds een jaar de tijd om de dan geldende reglementen onder de loep te nemen.

          De gemeente betaalt een hoge kost voor papierophaling en -verwerking waar het gedeelte reclame een groot aandeel in heeft.  Het is dan ook aangewezen om het principe ' de vervuiler betaalt' toe te passen. 

          Er kan hiervoor een belasting op huis-aan-huisverspreiding van niet-geadresseerde drukwerken met handelskarakter ingesteld worden.

          Motivering

          De financiële toestand van de gemeente Geetbets rechtvaardigt en vereist de invoering van alle rendabele belastingen.

          De belasting op de verspreiding van ongeadresseerd drukwerk en gelijkgestelde producten heeft ook een ecologische component, met name het ontmoedigen van de veelverspreiding van reclame of publiciteit en het ontmoedigen van communicatiecampagnes op papier of wegwerpmateriaal. Deze hebben immers niet alleen een negatieve impact op het grondstoffenverbruik, maar ook op de inzameling en verwerking van afval door de gemeente. 

          Daarom worden de tarieven vastgesteld per exemplaar en gedifferentieerd naargelang het gewicht.

          Het drukwerk of het gelijkgesteld product voor de verkiezingen en in het kader van een volksraadpleging wordt vrijgesteld van de belasting om het democratisch discours maximale kansen te geven. Het drukwerk of het gelijkgesteld product wordt in deze context verdeeld in het kader van het algemeen belang. Het is informatief, het heeft geen winstgevend oogmerk en het wordt beperkt in de tijd tijdens de periode van de verkiezingen of de volksraadpleging verdeeld.

          Het drukwerk of het gelijkgesteld product van openbare instellingen, notarissen, door de gemeente erkende verenigingen, vormings- en onderwijsinstellingen, socioculturele en sportverenigingen, bedoeld om de inwoners te informeren over aangelegenheden van openbaar nut of hun socioculturele activiteiten, worden vrijgesteld van de belasting. Dat staat niet in de weg dat deze instellingen ook – in de eerste plaats – meer milieuvriendelijke manieren kunnen benutten om hun informatie te verspreiden.

          Het aantal brievenbussen is aangepast naar de situatie in augustus 2025.

          De belasting wordt best beslist voor een termijn die samenloopt met het meerjarenplan (2026-2031). Een nieuwe bestuursploeg heeft zo na de verkiezingen ook steeds een jaar de tijd om de dan geldende reglementen onder de loep te nemen.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

          Artikel 1.

          Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt er een gemeentebelasting gevestigd op de voor de bestemmelingen kosteloze huis-aan-huisverspreiding van niet-geadresseerde drukwerken met handelskarakter en gelijkgestelde producten.

          Voor de toepassing van het reglement geldt :
          Onder niet-geadresseerde drukwerken met een handelskarakter wordt verstaan elke publicatie die ertoe strekt bekendheid te geven aan commerciële activiteiten, handelszaken, merknamen en andere elementen, die erop gericht is de potentiële klant ertoe te bewegen gebruik te maken van de diensten en/of producten van de adverteerder.

          Gelijkgestelde producten zijn alle stalen en reclamedragers van gelijk welke aard die ertoe aanzetten diensten, producten of transacties aangeboden dor de adverteerder te gebruiken,  verbruiken of aan te kopen. Deze opsomming is niet limitatief.

          Collectieve adresaanduiding per straat of gedeeltelijke adresvermelding wordt niet beschouwd als zijnde geadresseerd.

          Artikel 2.

           De belasting wordt vastgesteld als volgt :

           € 0,02 per bedeeld exemplaar met een gewicht tot en met 100 gram

           € 0,05 per bedeeld exemplaar met een gewicht van meer dan 100 gram.

          Artikel 3.

          Vrijstelling van belasting wordt verleend voor elke verspreiding van éénbladig drukwerk kleiner of gelijk aan A4-formaat.

          Artikel 4.

          De belasting is verschuldigd door de persoon of rechtspersoon die op het drukwerk als verantwoordelijke uitgever wordt vermeld.

          De Drukker en de fysieke of rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het drukwerk of product wordt verspreid zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting

          Artikel 5.

          De belasting is niet verschuldigd door :

          1°openbare diensten en gelijkgestelde inrichtingen;

          2°vormings- en onderwijsinstellingen;

          3°opleidingscentra die gesubsidieerd worden door overheden;

          4°socio-culturele verenigingen, sportverenigingen, caritatieve en politieke organisaties;

          Artikel 6.

          De belastingsplichtige moet ten laatste binnen de 14 kalenderdagen na elke verspreiding van de onder artikel 1 bedoelde reclame bij het gemeentebestuur een aangifte te doen door middel van een aangifteformulier dat door de gemeente ter beschikking wordt gesteld.

          Een belastingsplichtige die niet spontaan een aangifteformulier gekregen heeft, kan dit op eenvoudig verzoek bekomen.

          Artikel 7.

          Bij gebreke aan een aangifte binnen de in artikel 5 gestelde termijn, of in geval van onjuiste onvolledige, of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingsplichtge, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd op basis van gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, overeenkomstig de bepalingen van artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

          De ambtshalve aanslag wordt vastgesteld op basis van het volgend aantal brievenbussen:

          Geetbets :       1.383

          Grazen    :         234

          Rummen :         869

          Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

          De uiterste datum van indiening van de aangifte of het overdragen van zijn opmerkingen wordt expliciet vermeld in het aangetekend schrijven aan de belastingsplichtige.

          Artikel 8.

          Onvolledige verspreiding van de voornoemde drukwerken, zoals vermeld in artikel 1, waarvan aangifte gedaan werd bij het gemeentebestuur, geeft geen aanleiding tot belastingvermindering.

          Artikel 9.

          De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

          Artikel 10.

          De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

          Artikel 11.

          De belastingsplichtige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen.

          Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn.

          Het bezwaarschrift kan via een duurzame drager worden ingediend zoals voorzien door het college van burgemeester en schepenen.

          Het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

          Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.

          Artikel 12.

           Bij gebrek aan betaling zal de retributie m.b.t. debiteurenbeheer worden toegepast.

          Artikel 13.

          Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.

        • Retributiereglement met betrekking tot ambulante activiteiten op het openbaar domein

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 40 § 3, art. 41, 2e lid, 14° en art. 285 t.e.m. 288.
          2. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.
          3. De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.
          4. Wet van 25 juni 1993 over de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten en latere wijzigingen.
          5. Koninklijk besluit van 24 september 2006 over de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten en latere wijzigingen.
          Voorgaande
          1. De gemeenteraadsbeslissing van 26 maart 2018 houdende “Reglement op de ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein -aanpassing”.
          2. De gemeenteraadsbeslissing van 25 november 2024 houdende “Belasting op de kramen met een mobiele standplaats”.
          Probleemstelling

          De belasting op kramen met en mobiele standplaats wordt opgeheven en vervangen door het retributiereglement met betrekking tot ambulante activiteiten op het openbaar domein.  De belasting kan ook omgevormd worden naar een retributie op basis van de informatie uit de omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019 en de onderrichtingen vanuit Vlaanderen.
          Om de retributie de volgende jaren te kunnen heffen, is een beslissing van de gemeenteraad nodig.

          Motivering

          Voor de plaatsen op openbaar domein buiten de openbare markten op niet vooraf bepaalde plaatsen wordt  een retributie geheven. De bedoeling hiervan is om een wildgroei van aanvragen op andere willekeurige plaatsen dan de openbare markt tegen te gaan en we hiermee ook de openbare markt wensen te promoten.

          De formaliteiten zijn opgenomen binnen het ‘gemeentelijk reglement met betrekking tot de ambulante activiteiten op de openbare markten en het openbaar domein, afdeling 2.1. ambulante handel op niet-vooraf bepaalde plaatsen’

          De belasting op kramen met en mobiele standplaats wordt opgeheven op 1 januari 2026 en vervangen door het retributiereglement met betrekking tot ambulante activiteiten op het openbaar domein.Er wordt beslist om het retributiereglement met betrekking tot ambulante activiteiten op het openbaar domein te laten samenlopen met het meerjarenplan (2026-2031). Een nieuwe bestuursploeg heeft zo na de verkiezingen ook steeds een jaar de tijd om de dan geldende reglementen onder de loep te nemen.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

          Artikel 1.

          Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie geheven met betrekking tot ambulante activiteiten op het openbaar domein en op wegen voor de uitoefening van een handel of beroep, ongeacht de koopwaar of de inrichting.

          Artikel 2.

          Het bedrag van de retributie voor de inname van een standplaats op openbaar domein buiten de openbare markten of kermismarkten bedraagt € 250,00 op jaarbasis.

          Artikel 3.

          Voor de inname van openbaar domein met betrekking tot ambulante activiteiten op de openbare markten en markten in het kader van de kermissen, alsook de inname van openbaar domein door foorattracties tijdens de gemeentelijke kermissen wordt geen retributie geheven.

          Artikel 4.

          De retributie is verschuldigd door degene die in de loop van het kalenderjaar gebruik maakt van de gemeentelijke eigendom ongeacht de datum van ingebruikname, de periode of de frequentie ervan.

          Artikel 5.

          De retributie voor het innemen van een standplaats op de openbare plaatsen en wegen voor de uitoefening van een handel of beroep, ongeacht de aard der koopwaar of de inrichting wordt geïnd door verzending van een verzoek tot betaling van de verschuldigde retributie.

          Dit gebeurt bij de inname van de standplaats voor dat betreffende jaar en vervolgens in het eerste kwartaal van de volgende kalenderjaren.

          Artikel 6.

          Bij gebrek aan betaling zal de retributie m.b.t. debiteurenbeheer worden toegepast.

          Artikel 7.

          Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.

        • Retributie op de verkoop van composteerbare zakken.

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 40 § 3, art. 41, 2e lid, 14° en art. 286 t.e.m. 287.
          2. De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit van 15 februari 2019.
          Voorgaande
          1. De gemeenteraadsbeslissing van 25 november 2024 houdende “Retributie op de verkoop van keukenafvalbakjes en composteerbare zakken”.
          Probleemstelling

          De retributie op de verkoop van keukenafvalbakjes en composteerbare zakken die goedgekeurd werd in 2024 is geldig tot en met 2025.
          Om ook de komende jaren hiervoor een retributie te kunnen heffen is er een beslissing van de gemeenteraad nodig.

          Motivering

          De aankoop van bakjes en zakjes betekent een kost voor de gemeente die door middel van een retributie deels kan gerecupereerd worden.

          Er werd in 2024 slechts één keukenafvalbakje verkocht. Keukenafvalbakjes zijn te verkrijgen op de reguliere markt. Het gemeentelijke verkooppunt blijkt overbodig.

          De kleine composteerbare zakjes kosten € 2,10 voor een rol van 50 stuks en de grote zakken voor de GFT-container € 3,33  voor een rol van 10 stuks, prijzen incl. BTW. In 2024 werden 429 rollen grote en 379 rollen met kleine composteerbare zakken verkocht.

          De retributie wordt geheven voor een termijn die samenloopt met het meerjarenplan (2026-2031). Een nieuwe bestuursploeg heeft zo na de verkiezingen ook steeds een jaar de tijd om de dan geldende reglementen onder de loep te nemen.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

          Artikel 1.

          Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie geheven voor de verkoop van composteerbare zakken.

          Artikel 2.

          De retributie voor kleine composteerbare zakjes bedraagt € 2,30 voor een rol van 50 stuks.

          De retributie voor grote zakken voor de GFT-container bedraagt € 4,00 voor een rol van 10 stuks.

          Artikel 3.

          Bij gebrek aan betaling zal de retributie m.b.t. debiteurenbeheer worden toegepast.

          Artikel 4.

          Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.


        • Retributie op privatieve ingebruikname van openbaar domein.

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 40 § 3, art. 41, 2e lid, 14° en art. 286 t.e.m. 287.
          2. De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.
          3. Het algemeen politiereglement op de gemeentelijke administratieve sancties, inzonderheid hoofdstuk III, afdeling 3 Privatieve ingebruikname van de openbare plaats.
          Voorgaande
          1. De gemeenteraadsbeslissing van 27 december 199 houdende “Reglement op privatieve ingebruikname van het openbaar domein”.
          2. De gemeenteraadsbeslissing van 25 november 2024 houdende “Retributie op privatieve ingebruikname van openbaar domein”.
          Probleemstelling

          De retributie op privatieve ingebruikname van openbaar domein die goedgekeurd werd in 2024 is geldig tot en met 2025.
          Om ook de komende jaren de retributie op privatieve ingebruikname van openbaar domein te kunnen heffen is er een beslissing van de gemeenteraad nodig.

          Motivering

          Het retributietarief voor de inname van het openbaar domein wordt aangepast aan marktconforme bedragen. Dit tarief is vastgesteld op basis van een vergelijking met de geldende tarieven in andere gemeenten.

          Er wordt eveneens voorzien in een spoedprocedure in geval van laattijdige aanvragen. Om de extra werklast en de bijkomende organisatorische druk die een spoedprocedure met zich meebrengt op te vangen, wordt er een bijkomende administratieve kost aangerekend. Deze bijkomende retributie heeft tot doel de efficiëntie van de gemeentelijke werking te vrijwaren, laattijdige aanvragen te ontmoedigen en de werkelijke administratieve meerkost te dekken.

          De retributie op privatieve ingebruikname van het openbaar domein wordt best beslist voor een termijn die samenloopt met het meerjarenplan (2026-2031). Een nieuwe bestuursploeg heeft zo na de verkiezingen ook steeds een jaar de tijd om de dan geldende reglementen onder de loep te nemen.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

          Artikel 1.

          Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie ingesteld voor de privatieve ingebruikname van het openbaar domein.

          Artikel 2.

          De retributie wordt vastgesteld op basis van de ingenomen oppervlakte van het openbaar domein. Bij de bepaling van deze oppervlakte wordt ieder gedeelte van een vierkante meter voor een volledige eenheid gerekend. Iedere begonnen kalenderdag wordt aangerekend als een volledige dag.

          De retributie bedraagt € 0,35/m² per kalenderdag met een minimum van € 35,00 per aanvraag.

          In geval van een laattijdige aanvraag waarbij de spoedprocedure dient te worden toegepast, wordt een bijkomende administratieve kost van € 100,00 aangerekend.

          Indien een straat volledig wordt afgesloten voor doorgaand verkeer ten gevolge van private werken, bedraagt de retributie € 200,00 per dag.

          Artikel 3.

          Het gemeentebestuur Geetbets, het OCMW Geetbets en de horeca-zaken (inrichten terrassen) zijn vrijgesteld van deze retributie.

          De retributie is niet verschuldigd bij ingebruikname van het openbaar domein die enkel en alleen gebeuren ter gelegenheid van:

          • markten;
          • jaar- en feestmarkten;
          • handelsbeurzen;
          • rommelmarkten;
          • kermissen;
          • culturele manifestaties
          • het afsluiten van straten in functie van een wijk- of buurtfeest
          • het voorbehouden van parkeerplaatsen op het openbaar domein voor plechtigheden aan gemeentelijke gebouwen en kerken
          • het uitvoeren van werken in opdracht of voor rekening van de (lokale) openbare besturen, sociale huisvestingsmaatschappijen en nutsmaatschappijen
          • Sportwedstrijden die (deels) op het openbaar domein plaatsvinden en toegankelijk zijn voor het brede publiek
          • Tijdelijke inname door hulpdiensten (brandweer, politie, ambulances)

          Bovenstaande lijst met activiteiten die worden vrijgesteld van de retributieplicht is niet-limitatief. Algemeen wordt gesteld dat innames van het openbaar domein voor louter privaat belang geen vrijstelling genieten, deze van maatschappelijk belang wel.

          Artikel 4.

          De retributie is verschuldigd door de aanvrager, natuurlijke persoon dan wel rechtspersoon, van de vergunning voor de inname van het openbaar domein.

          Artikel 5.

          Het plaatsen van een terras op openbaar domein is toegelaten mits daarvoor een jaarlijkse schriftelijke toelating van het college van burgemeester en schepenen wordt afgeleverd.

          Artikel 6.

          De retributie wordt betaald na ontvangst van de factuur. Betaalde bedragen zijn niet terugvorderbaar.

          Artikel 7.

          Bij gebrek aan betaling zal de retributie m.b.t. debiteurenbeheer worden toegepast.

          Artikel 8.

          Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.

        • Retributie ouderbijdrage Buitenschoolse kinderopvang.

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 40 § 3, art. 41, 2e lid, 14° en art. 286 t.e.m. 287.
          2. De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit van 15 februari 2019.
          3. Het Besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 2014 houdende de subsidievoorwaarden voor buitenschoolse gezinsopvang en groepsopvang, inzonderheid art. 30.
          Voorgaande
          1. De gemeenteraadsbeslissing van 20 december 2018 houdende “Retributie ouderbijdrage Buitenschoolse kinderopvang”.
          2. De gemeenteraadsbeslissing van 25 november 2024 houdende “Retributie ouderbijdrage Buitenschoolse kinderopvang”.
          Probleemstelling

          De retributie ouderbijdrage buitenschoolse kinderopvang die goedgekeurd werd in 2024 is geldig tot en met 2025.
          Om ook de komende jaren de retributie ouderbijdrage buitenschoolse kinderopvang te kunnen heffen is er een beslissing van de gemeenteraad nodig.

          Motivering

          De laatste verhoging van de ouderbijdragen gebeurde in 2015. Deze bedragen liggen nog steeds onder de maximumbedragen, bepaald door Opgroeien, zodat de prijzen op schoolvrije en vakantiedagen kunnen behouden blijven. 

          Het tarief voor de voor- en naschoolse opvang willen we verhogen van €0,95 naar € 1,00 per begonnen half uur.

          De voorwaarden voor sociaal tarief, in het kader van de participatie van kansarmoede gezinnen, worden jaarlijks geïndexeerd. De gehanteerde bedragen zijn dezelfde die als basis dienen voor een verhoogde tegemoetkoming bij het ziekenfonds. De voorwaarden voor de aanvraag van het sociaal tarief worden vereenvoudigd en gelijkgeschakeld met de UiT-PAS Beleefregio met kansentarief zodat het sociaal tarief vlot bekomen kan worden.

          De retributie ouderbijdrage buitenschoolse kinderopvang wordt best beslist voor een termijn die samenloopt met het meerjarenplan (2026-2031). Een nieuwe bestuursploeg heeft zo na de verkiezingen ook steeds een jaar de tijd om de dan geldende reglementen onder de loep te nemen.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

          Artikel 1.

          Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie geheven op de ouderbijdrage Buitenschoolse kinderopvang.

          Artikel 2.

          Voor de volgende opvangmomenten geldt de volgende regeling

          Voor -en naschoolse opvang: per begonnen half uur € 1,00.

          Schoolvrije en vakantiedagen:

          • Voor een verblijfsduur van minder dan drie uur: € 4,50.
          • Voor een verblijfsduur van drie tot zes uur: € 6,50
          • Voor een verblijfsduur vanaf zes uur: € 11,00.

          Op woensdagnamiddagen wordt de voordeligste formule toegepast.

          De aanrekening van de aanwezigheidsuren start vanaf het binnenkomen in de kinderopvang en loopt tot het verlaten van de kinderopvang.

          De prijs voor de kinderopvang is gekoppeld aan de verblijfsduur van het/de kind(eren) in de opvanglocatie. Van elke aanpassing van de ouderbijdrage wordt de ouders schriftelijk op de hoogte gebracht.

          Volgende zaken zijn niet inbegrepen in de kostprijs: de kosten verbonden aan een uitstap en gebruik van luiers.

          Artikel 3.

          Vermindering voor meerdere kinderen uit hetzelfde gezin:

          Bij gelijktijdige opvang van kinderen uit hetzelfde gezin wordt een korting van 25% op de ouderbijdragen verleend. Deze vermindering is cumuleerbaar met het sociaal tarief.

          Artikel 4.

          Sociaal tarief

          Onder bepaalde voorwaarden kan een gezin dat het financieel moeilijk heeft, genieten van een verminderde opvangprijs. Er wordt een korting van 50% toegepast op de ouderbijdrage.

          Wie komt in aanmerking voor sociaal tarief?

          Kinderen die beschikken over een UiT-PAS Beleefregio met kansentarief. De voorwaarden om hiervoor in aanmerking te komen zijn:

          • Het kind wordt opgevangen in een pleeggezin (attest Pleegzorg)
          • Een ouder van het kind heeft recht op een verhoogde tegemoetkoming van de mutualiteit (attest mutualiteit)
          • Na het voorleggen van een attest sociaal onderzoek vanuit de dienst OCMW.

          Artikel 5.

          Aanvraag van het sociaal tarief:

          • Het sociaal tarief is geldig voor één jaar.
          • De aanvraag gebeurt door het bezorgen van één van de volgende attesten:

          ­   Attest van een erkende dienst:

          • Pleegzorg
          • Verhoogde tegemoetkoming van de mutualiteit
          • Sociaal onderzoek van het OCMW

          ­   Attest gezinssamenstelling

          ­   UiTPAS Beleefregio met kansentarief

          Wanneer de aanvraag tot sociaal tarief gebeurt midden in het jaar, ontvangt het gezin een goedkeuring tot en met december.

          De verantwoordelijke van de kinderopvang maakt een aanvraagdossier op voor het college van burgemeester en schepenen. Het college van burgemeester en schepenen beslist over het gunstig/niet gunstig gevolg van de aanvraag.  De verantwoordelijke van de kinderopvang brengt de aanvrager op de hoogte van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen. De ondergetekende van de aanvraag sociaal tarief verklaart akkoord te gaan dat zijn/haar gegevens kenbaar gemaakt worden aan het college van burgemeester en schepenen van Geetbets.

          Verlenging van het sociaal tarief

          • Het sociaal tarief moet elk jaar opnieuw aangevraagd worden.
          • De ouder wordt jaarlijks aangeschreven om de verlenging van het sociaal tarief in orde te brengen aan de hand van het voorleggen van de correcte attesten.
          • Het is de verantwoordelijkheid van de ouder om de verlenging jaarlijks in orde te brengen.

          In volgende situaties geldt het sociaal tarief niet:

          • Te laat afhalen.
          • Laattijdige annulatie van een reservatie tijdens schoolvrije dagen en vakantiedagen.
          • Niet annuleren en niet komen opdagen van een reservatie tijdens schoolvrije dagen en vakantiedagen.

          Artikel 6.

          Boeteclausule:

          Tijdens schoolvrije dagen en vakantieperiodes wordt er gewerkt met voorinschrijvingen. Kosteloos annuleren kan ten laatste 7 dagen op voorhand.

          Bij afwezigheid zonder annulering of laattijdige annulatie wordt de volledige gereserveerde opvangdag per dag en per kind aangerekend.

          Afwezigheid wegens ziekte, overlijden in de familie of wijziging in het dienstrooster van de werkgever dient ten laatste de dag zelf gemeld te worden en gestaafd te worden met een doktersattest, een werkgeversattest of een overlijdensbericht. Bij het ontbreken van een bewijs wordt de volledige gereserveerde opvangdag per dag en per kind aangerekend.

          Bij laattijdige afhaling van uw kind(eren), na 19u00, wordt er € 6,20 per begonnen half uur per kind aangerekend.

          Artikel 7.

          Bij gebrek aan betaling zal de retributie m.b.t. debiteurenbeheer worden toegepast.

          Artikel 8.

          Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.

        • Retributie inzake de begraafplaatsen

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 40 § 3, art. 41, 2e lid, 14° en art. 286 t.e.m. 287.
          2. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen
          3. De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.
          4. Het Decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging en latere wijzigingen.
          5. Het reglement op de begraafplaatsen dd. 27 december 2004 en latere wijzigingen.
          Voorgaande
          1. De gemeenteraadsbeslissing van 25 november 2024 houdende "Retributie inzake de begraafplaatsen".
          2. De gemeenteraadsbeslissing van 25 november 2024 houdende "Belasting op vreemde begravingen".
          Probleemstelling

          De belasting op vreemde begravingen die goedgekeurd is in 2024 en geldig is tot en met 31 december 2025 wordt opgeheven en geïntegreerd in de retributie inzake begraafplaatsen die eveneens loopt tot eind 2025.

          Om ook de komende jaren de retributie inzake begraafplaatsen te kunnen heffen, is er een beslissing van de gemeenteraad nodig.

          Motivering

          Als gemeente willen we graag tegemoetkomen aan de vraag van de burgers naar de mogelijkheid voor concessies van 50 jaar, zodat nabestaanden na 30 jaar niet voor onverwachte kosten komen te staan en soms moeilijke beslissingen moeten nemen.

          Om nabestaanden die graag gecremeerd wensen te worden, nadat hun geliefde al ettelijke jaren overleed en begraven ligt in een grafkelder, waar zij graag de urne wensen te laten bijzetten, voegen we graag de mogelijkheid toe om maximum 1 urne bij te zetten in een bestaande grafkelder (op voorwaarde dat de bestaande concessie nog 10 jaar loopt en dat het technisch mogelijk is om een urne bij te plaatsen). Ook vanuit de begrafenisondernemers kwam deze vraag.

          In het kader van het sterrenregister wordt de vlinder gratis gemaakt voor inwoners. Voor niet-inwoners werd de prijs verlaagd naar € 30,00.

          De asverstrooiing op de strooiweide werd ook toegevoegd aan dit reglement, zodat bewoners weten dat dit gratis is voor hen. Niet-inwoners betalen € 50,00.

          De belasting op vreemde begravingen werd geïntegreerd in dit reglement.

          Ingevolge de wijzigingen van de retributie zal het reglement op de begraafplaatsen ook moeten aangepast worden.

          De retributie wordt geheven voor een termijn die samenloopt met het meerjarenplan (2026-2031). Een nieuwe bestuursploeg heeft zo na de verkiezingen ook steeds een jaar de tijd om de dan geldende reglementen onder de loep te nemen.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

          Artikel 1.

          Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie inzake de begraafplaatsen geheven.

          Artikel 2.

          Volgende bedragen zijn van toepassing:

          Omschrijving

          Bedrag

          Concessie (30 jaar) voor max. 2 personen in volle grond

          € 500,00

          Concessie (50 jaar) voor max. 2 personen in volle grond

          € 750,00

          Concessie (30 jaar) voor kindergraf

          € 0,00

          Concessie (50 jaar) voor kindergraf

          € 0,00

          Hernieuwing grafconcessie in volle grond voor:

          10 jaar

          € 170,00

          20 jaar

          € 340,00

          30 jaar

          € 500,00

          Hernieuwing grafconcessie (30 jaar) voor kindergraf

          € 0,00

          Concessie (50 jaar) voor max. 2 personen voor grond
          waarin grafkelder wordt geplaatst

          € 1000,00

          Hernieuwing grafconcessie met grafkelder:

          10 jaar

          € 200,00

          25 jaar

          € 500,00

          50 jaar

          € 1000,00

          Concessie (30 jaar) asurnen voor max. 2 urnen

          € 350,00

          Concessie (50 jaar) asurnen voor max. 2 urnen

          € 500,00

          Bijzetten van maximum 1 urne in een bestaande grafkelder
          (met looptijd van minimum 10 jaar en maximum 30 jaar)

          € 350,00

          Bijzetten van maximum1 urne in een bestaande grafkelder
          (met looptijd van minimum 10 jaar en maximum 50 jaar)

          € 500,00

          Hernieuwing concessie asurnen:

          10 jaar

          € 85,00

          20 jaar

          € 170,00

          30 jaar

          € 250,00

          Herdenkingsplaatjes asverstrooiing en ontruimde graven inwoners

          € 40,00

          Herdenkingsplaatjes asverstrooiing en ontruimde graven niet-inwoners

          € 50,00

          Vlinder voor vlinderboom, inwoners

          gratis

          Vlinder voor vlinderboom, niet-inwoners

          € 30,00

          Asverstrooiing op de strooiweide inwoner

          gratis

          Asverstrooiing op de strooiweide niet-inwoner

          € 50,00

          Niet-inwoners: retributie voor een begraving in volle grond, kelder,
          urnencel of columbarium

          € 500,00

          Kostprijs voor het ontgraven van:

          een stoffelijk overschot

          € 500,00

          een asurne

          € 125,00

          Kostprijs van de door de gemeente geplaatste grafkelder voor 2 personen

          € 375,00

          Kostprijs afdekplaat voor columbarium

          € 150,00

          Kostprijs voor plaatsing urnekelder

          € 150,00

          Artikel 3.

          Bij gebrek aan betaling zal de retributie m.b.t. debiteurenbeheer worden toegepast.

          Artikel 4.

          Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket verstuurd worden aan de toezichthoudende overheid.

        • Retributie afvalophaling en -verwijdering uitleen afvalcontainer.

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 40 § 3, art. 41, 2e lid, 14° en art. 286 t.e.m. 287.
          2. De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.
          3. Het Materialendecreet van 23 december 2011 en latere wijzigingen.
          Voorgaande
          1. De gemeenteraadsbeslissing van 25 november 2024 houdende “Retributie afvalophaling en -verwijdering uitleen afvalcontainer.”.
          Probleemstelling

          De retributie afvalophaling en -verwijdering uitleen afvalcontainer die goedgekeurd werd in 2024 is geldig tot en met 2025. Om ook de komende jaren de retributie afvalophaling en -verwijdering uitleen afvalcontainer te kunnen heffen is er een beslissing van de gemeenteraad nodig.

          Motivering

          Bij een evenement kunnen de organisatoren voor het verwijderen van hun afval huisvuilzakken aankopen of een afvalcontainer huren bij de gemeente. Om de administratieve rompslomp tegen te gaan word er gekozen voor een vast bedrag voor zowel de huisvuilzakken als voor de afvalcontainer.

          De huidige tarieven zijn nog in lijn met de reële kost van de personeelsinzet, het gemiddeld aangeleverde afvalgewicht, het tarief voor de afvalverwerking, het aanbieden en gebruiksrecht van de afvalcontainers. De tarieven kunnen ongewijzigd worden gehandhaafd tijdens de looptijd van het meerjarenplan 2026-2031.
          Een nieuwe bestuursploeg heeft zo na de verkiezingen ook steeds een jaar de tijd om de dan geldende reglementen onder de loep te nemen.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

          Artikel 1.

          Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie ingesteld voor het afleveren van huisvuilzakken of de huur van een container voor de afvalophaling en –verwijdering afkomstig van evenementen.

          Artikel 2.

          De retributies bedragen:

          € 5,00 voor een huisvuilzak

          € 75,00 voor de huur van een 1100 liter container

          Artikel 3.

           Bij gebrek aan betaling zal de retributie m.b.t. debiteurenbeheer worden toegepast.

          Artikel 4.

          Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.

        • Retributie voor de aanrekening van de prestaties geleverd door het gemeentelijk vakpersoneel en het gebruik van gemeentelijke voertuigen en machines.

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 40 § 3, art. 41, 2e lid, 14° en art. 286 t.e.m. 287.
          2. De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.
          3. Decreet Gemeentewegen van 6 juli 2018.
          Voorgaande
          1. De gemeenteraadsbeslissing van 25 november 2024 houdende “Retributie voor de aanrekening van de prestaties geleverd door het gemeentelijk vakpersoneel ”.
          Probleemstelling

          De retributie voor de aanrekening van de prestaties geleverd door het gemeentelijk vakpersoneel die goedgekeurd werd in 2024 is geldig tot en met 2025.
          Om ook de komende jaren deze retributie te kunnen heffen is er een beslissing van de gemeenteraad nodig.

          Motivering

          Het vakpersoneel van de gemeente dient soms werken uit te voeren die nodig zijn voor het verhelpen van allerlei toestanden veroorzaakt door derden. Dit kan gebeuren op vraag van bv. politie,… De kosten van het personeel en van het gebruikte materieel worden gerecupereerd door een retributie.

          • Het retributiereglement verzekert kostendekkendheid en een billijke verdeling van kosten.
          • Het biedt rechtszekerheid bij schadeverhaal en uitvoeringsmaatregelen.
          • Het past binnen het beginsel van behoorlijk bestuur en het “de gebruiker/veroorzaker betaalt”-principe.
          • Een aanpassing van het huidige uurtarief voor de inzet van vakpersoneel (€ 30,00/uur) dringt zich op, onder meer ingevolge de indexatie van de lonen. Dit tarief werd berekend op basis van de daadwerkelijk gepresteerde uren, zoals in de tijdsregistratie geregistreerd via werkopdrachten, en de bijbehorende loonkost.
          • Het voorgaande retributiereglement kende slechts een beperkte toepassing op bepaalde types voertuigen en machines. In de huidige versie wordt dit toepassingsgebied uitgebreid.
          • De uurtarieven voor het gebruik van voertuigen en machines werden vastgesteld op basis van een marktbevraging, waarbij zowel de door aannemers gehanteerde tarieven als de tarieven van andere gemeenten werden vergeleken.
          • In het verleden werden de kosten van de administratieve afhandeling niet mee in rekening gebracht. Het voorstel is om hiervoor € 50,00 per uur te tellen.

          Prijsvergelijking:

          Type prestatie

          Min. marktonderzoek

          Max. marktonderzoek

          Voorstel TD

          Personeelslid  

          € 30,00

          € 59,63

          € 40,00

           

          Voertuig of machine

          Min. marktonderzoek

          Max. marktonderzoek

          Voorstel TD

          Vrachtwagen

          € 30,00

          € 76,95

          € 70,00

          Straatveegmachine

          € 45,00

          € 85,00

          € 70,00

          Tractor + maaier/borstel/kar

          € 30,00

          € 84,22

          € 70,00

          Graafmachine / minigraver

          € 25,00

          € 70,00

          € 55,00

          Mini-compacttractor / zitmaaier

          -

          -

          € 35,00

          Bestelwagen

          € 30,00

          € 40,00

          € 40,00

          Aanhangwagen

          -

          -

          € 15,00

          Personenwagen

          -

          -

          € 35,00

          Hogedrukreiniger

          -

          -

          € 25,00

          Kleine machines

          € 10,00

          € 40,00

          € 15,00

          Stroomgenerator*

          -

          -

          € 15,00

          *Het effectief brandstofverbruik van de stroomgenerator wordt bijkomend verrekend volgens het officieel tarief voor aardolieproducten, zoals gepubliceerd door de FOD Economie

          De kosten voor klein materiaal en verbruiksmaterialen (zoals bijvoorbeeld asfalt en hulpstoffen) worden aan kostprijs doorgerekend.

          De retributie wordt vastgesteld op basis van de toepasselijke uurtarieven, vermenigvuldigd met het aantal begonnen uren.

          De retributie wordt geheven voor een termijn die samenloopt met het meerjarenplan (2026-2031). Een nieuwe bestuursploeg heeft zo na de verkiezingen ook steeds een jaar de tijd om de dan geldende reglementen onder de loep te nemen.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

          Artikel 1.

          Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie ingesteld voor de aanrekening van de prestaties geleverd door het gemeentelijk vakpersoneel en het gebruik van gemeentelijke voertuigen en machines.

          Artikel 2.

          De retributies bedragen:

          Type prestatie Tarief per uur 
          Administratief personeelslid € 50,00
          Technisch uitvoerend personeelslid  € 40,00

           

          Voertuig of machine

          Tarief per uur

          Vrachtwagen

          € 70,00

          Straatveegmachine

          € 70,00

          Tractor + maaier/borstel/kar

          € 70,00

          Graafmachine / minigraver

          € 55,00

          Mini-compacttractor / zitmaaier

          € 35,00

          Bestelwagen

          € 40,00

          Aanhangwagen

          € 15,00

          Personenwagen

          € 35,00

          Hogedrukreiniger

          € 25,00

          Kleine machines

          € 15,00

          Stroomgenerator*

          € 15,00

          *Het effectief brandstofverbruik van de stroomgenerator wordt bijkomend verrekend volgens het officieel tarief voor aardolieproducten, zoals gepubliceerd door de FOD Economie.

          De kosten voor klein materiaal en verbruiksmaterialen (zoals bijvoorbeeld asfalt en hulpstoffen) worden aan kostprijs doorgerekend.

          De retributie wordt vastgesteld op basis van de toepasselijke uurtarieven, vermenigvuldigd met het aantal begonnen uren.

          Artikel 3.

          Het retributiereglement is onder meer van toepassing bij:

          • Schadeherstel ten gevolge van derden;
          • Uitvoering van een “last tot herstel” (bv. na ingebrekestelling);
          • Dringende tussenkomsten op het openbaar domein;
          • Ondersteuning bij handhavingsmaatregelen of bestuurlijke bevelen.

          Dit is een niet-limitatieve oplijsting.

          Artikel 4.

          Dit retributiereglement heeft toepassing in alle gevallen waarbij de gemeente prestaties uitvoert ten laste van derden, op eigen initiatief of bij niet-uitvoering van herstelverplichtingen.

          Artikel 5.

          Bij gebrek aan betaling zal de retributie m.b.t. debiteurenbeheer worden toegepast.

          Artikel 6.

          Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.

        • Retributie m.b.t. debiteurenbeheer

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 40 § 3, 41, 14e lid en 177 en latere wijzigingen.
          2. De omzendbrief KB/ABB/2019/2 – omzendbrief betreffende de gemeentefiscaliteit.
          Voorgaande
          1. De gemeenteraadsbeslissing dd. 25 november 2024 houdende ‘Retributie m.b.t. debiteurenbeheer – aanpassing”.
          Probleemstelling

          De retributie m.b.t. debiteurenbeheer werd goedgekeurd in 2024 . Ondanks de vorige beslissing geen einddatum bevat, is het aangeraden de retributie opnieuw op de gemeenteraad te brengen en deze vast te leggen voor een termijn die samenloopt met de andere belastingen / retributies.

          Motivering

          De kosten voor het verzenden van aangetekende zendingen aan diegenen die laattijdig de door hun verschuldigde sommen betalen, kunnen gerecupereerd worden door middel van een retributie.

          De retributie wordt geheven voor een termijn die samenloopt met het meerjarenplan (2026-2031). Een nieuwe bestuursploeg heeft zo na de verkiezingen ook steeds een jaar de tijd om de dan geldende reglementen onder de loep te nemen.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

          Artikel 1.

          Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie geheven voor de kosten verbonden aan de invordering van fiscale en niet-fiscale vorderingen, ook deze ontstaan voor 1 januari 2026.

          Artikel 2.

          §1 De kosten voor aanmaningen worden vastgelegd als volgt:

          1° Eerste aanmaning: gratis.

          2° Laatste aangetekende aanmaning : € 15,00, met uitzondering van de GAS-boetes.

          §2 De kosten voor verdere uitvoering worden vastgelegd als volgt:

          1° Fiscaal derdenbeslag: het beslag wordt aangetekend verzonden aan een derde, schuldenaar van de debiteur, en tevens aangezegd aan de debiteur zelf: € 50,00.

          §3 Hypothecaire inschrijving bij fiscale vordering: indien de debiteur een onroerend goed bezit.

          1° De effectief betaalde kost aan het kantoor Rechtszekerheid voor o.a. opzoekingen, worden doorgerekend, vermeerderd met € 50,00 administratiekosten per hypothecaire inschrijving.

          §4 Procedure tot aanstelling van een curator over een onbeheerde nalatenschap wanneer de erfgenamen niet gekend zijn, maar wel een nalatenschap van waaruit een vordering kan voldaan worden:

          1° € 1.500,00 van zodra het namens de gemeente opgemaakte verzoekschrift tot aanstelling van een curator werd neergelegd, voor zover dat verzoekschrift uitmondt in de effectieve aanstelling van een curator.

          Artikel 3.

          §1 Het invorderingsrecht wordt bepaald door het College van Burgemeester en Schepenen. 

          §2 Alle klachten met betrekking tot de prestaties van niet-fiscale vorderingen, die ingevorderd worden door het College van Burgemeester en Schepenen, dienen uiterlijk binnen de 30 kalenderdagen na ontvangst van de factuur of het betalingsverzoek schriftelijk of via duurzame drager te worden meegedeeld aan het College van Burgemeester en Schepenen, Dienst Financiën, Dorpsstraat 7, 3450 Geetbets. De betrokkene wordt na de beraadslaging van het College van Burgemeester en Schepenen in kennis gesteld van de beslissing betreffende de gegrondheid van de klacht. Bezwaarschriften voor fiscale vorderingen dienen binnen de 3 maanden worden ingediend volgens de procedure die vermeld is op het aanslagbiljet of op de website van de gemeente.

          Artikel 4.

          Bij gebrek aan betaling in der minne zullen volgende stappen binnen de hierna bepaalde termijnen worden ondernomen:

          §1 Na verzending van het invorderingsrecht en bij gebrek aan betaling, zal een kosteloze herinnering verzonden worden na dertig dagen bij een niet-fiscale vordering en na 60 dagen bij een fiscale vordering.

          §2 Bij gebrek aan betaling binnen de dertig dagen na het verzenden van de eerste herinnering, zoals bepaald onder artikel 4 § 1, zal een aangetekend schrijven met ontvangstbewijs worden verzonden. Voor de GAS-boetes wordt een aangetekende brief verstuurd zonder ontvangstbewijs.

          §3 Bij gebrek aan betaling binnen de acht dagen na het verzenden van het aangetekend schrijven, zoals bepaald onder artikel 4 § 2, zal het dossier met alle mogelijke middelen worden geïnd (o.a. via deurwaarder, fiscaal derdenbeslag,…) , teneinde het verschuldigd bedrag evenals de kosten, in te vorderen.

          Artikel 5.

          Bij betaling zullen eerst de aangerekende kosten aangezuiverd worden en vervolgens de openstaande schuldvordering.  

          Artikel 6.

          De gemeenteraadsbeslissing houdende 'Retributie m.b. debiteurenbeheer - aanpassing" van 25 november 2024 wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2026.

          Artikel 6.

          Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.

        • Retributie voor de opvang en bewaring van loslopende dieren.

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 40 § 3, art. 41, 2e lid, 14° en art. 286 t.e.m. 287.
          2. De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.
          3. De wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 9.
          4. De Vlaamse Codex Dierenwelzijn van 17 mei 2024.
          Voorgaande
          1. De beslissing van het college van burgemeester en schepenen dd. 26 maart 2019 houdende ‘Samenwerking met het asiel van Sint-Truiden’.
          2. De gemeenteraadsbeslissing dd. 29 april 2019 houdende ‘Samenwerking met het asiel van Sint-Truiden’.
          3. Het protocol betreffende de samenwerking tussen de gemeente Geetbets en de vzw Dierenvrienden Sint-Truiden.
          4. De beslissing van het college van burgemeester en schepenen dd. 21 maart 2023 inzake de samenwerking met Animal Rescue Service, aanvullend op de werking met het asiel van Sint-Truiden.
          5. De gemeenteraadsbeslissing van 25 november 2024 houdende "Retributie voor de opvang en bewaring van loslopende dieren".
          Probleemstelling

          De retributie voor het terugvorderen van de interventiekosten voor de opvang en bewaring van loslopende dieren die goedgekeurd werd in 2024 is geldig tot en met 2025.
          Om ook de komende jaren deze retributie te kunnen heffen is er een beslissing van de gemeenteraad nodig.

          Motivering

          Om de interventiekosten terug te vorderen van de eigenaar of houder van het dier kan er een retributie geheven worden.

          In het protocol betreffende de samenwerking tussen de gemeente Geetbets en de vzw Dierenvrienden Sint-Truiden zijn beide partijen overeengekomen dat de kost per oproep € 85,00 bedraagt. De overeenkomst is van onbepaalde duur en ving aan in 2019. Deze kost wordt maandelijks via een onkostennota bezorgd aan de gemeente.

          De vaste interventiekost werd in 2019 vastgelegd op € 85,00 en wordt jaarlijks geïndexeerd op 1 januari van het kalenderjaar.

          De retributie wordt geheven voor een termijn die samenloopt met het meerjarenplan (2026-2031). Een nieuwe bestuursploeg heeft zo na de verkiezingen ook steeds een jaar de tijd om de dan geldende reglementen onder de loep te nemen.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

          Artikel 1.

          Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie geheven voor de terugvordering van de interventiekosten die op het grondgebied van de gemeente Geetbets gemaakt werden teneinde de zwervende, achtergelaten of loslopend dieren over te brengen hetzij naar de eigenaars van de dieren, hetzij naar het dierenasiel.

          Artikel 2.

          Het bedrag van de retributie wordt vastgesteld op € 85,00 per oproep.

          De vaste interventiekost wordt jaarlijks geïndexeerd op 1 januari van het kalenderjaar, volgens de formule:

          Basishuurprijs x nieuw indexcijfer

          Aanvangsindexcijfer

          Het aanvangsindexcijfer is de consumptieprijsindex van december 2018 (basis: 108,22).

          Het nieuwe indexcijfer is de consumptieprijsindex van de maand december voorafgaand aan het werkingsjaar.

          Artikel 3.

          De retributie is verschuldigd door de, op het ogenblik van de veiligstelling, rechtmatige eigenaar of houder van het betrokken dier.

          Artikel 4.

          Loslopende dieren zijn deze die zich onttrokken hebben aan de bewaking van de eigenaar of de houder ervan.

          Is de rechtmatige eigenaar gekend, dan is het zijn plicht het betrokken dier terug te nemen.

          Artikel 5.

           De retributie is, op verzoek van de financieel directeur, betaalbaar op de rekening van het gemeentebestuur, na ontvangst van een betalingsuitnodiging.

          Artikel 6.

          Bij gebrek aan betaling zal de retributie m.b.t. debiteurenbeheer worden toegepast.

          Artikel 7.

          Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.

        • Retributie op de administratieve stukken - omgeving.

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 40 § 3, art. 41, 2e lid 14° en art. 286 t.e.m. 287.
          2. De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019.
          Voorgaande
          1. Het ministerieel besluit van 8 november 2017 houdende De toekenning van een subsidie aan het project 'IGS BEst wonen tussen zoet&zout'.
          2. De gemeenteraadsbeslissing van 29 januari 2023 houdende "Ingebruikname Vastgoedinformatieplatform en vernieuwing retributiereglement vastgoedinformatie (bronretributie)– goedkeuring"
          3. De gemeenteraadsbeslissing dd. 29 januari 2024 houdende 'Retributie op de administratieve stukken - omgeving".
          Probleemstelling

          Gemeenten kunnen een retributie heffen op de aanvraag van omgevingsvergunningen en bepaalde prestaties die hiermee verband houden. Hierbij moeten ze rekening houden met de algemene principes dat ruimtelijke ordening een zaak van algemeen belang is en dat een retributie niet als sanctionerend instrument kan worden ingezet.
          De huidige tarieven bleven jaren ongewijzigd.

          Motivering

          Gelet op de stijgende levensduur in de voorbije legislatuur wordt voorgesteld de tarieven op te trekken in lijn met de indexcijfers in de periode 2018 – 2025. De ABEX-, consumentenprijs- en gezondheidsindex zijn in deze periode toegenomen met respectievelijk 35%, 28 % en 27 %. Gemiddeld genomen kan worden uitgegaan van 30 % toename. De huidige bedragen worden bijgevolg opgetrokken met 30 % en afgerond tot een natuurlijk getal en veelvoud van € 5,00.

          Voor enkele administratieve stukken word afgeweken van deze generieke indexering:

          Het verstrekken van vastgoedinformatie is aanzienlijk geautomatiseerd. De huidige tarieven dekken de personeels- en materiaalkosten die gepaard gaan bij deze opzoekingen en moeten niet opgetrokken worden.

          • Gemeenten kunnen voor de aanvraag van een regularisatievergunning een beperkt hogere vergoeding vragen dan voor de aanvraag van een gewone vergunning, mits expliciet en afdoende gemotiveerd. In het geval van een regularisatievergunning is de dossierlast zwaarder omwille van bijkomend onderzoek van het voordossier (o.a. onderzoek van de genomen handhavingsmaatregelen) en bijkomende administratie. Let wel, de kosten van de genomen handhavingsmaatregelen zelf vb. vaststellingen, aanmaningen, pv’s… kunnen niet doorgerekend worden. Ook dient een regularisatie niet om te bestraffen en mag de gevraagde vergoeding voor de aanvraag van een regularisatievergunning geen sanctionerend karakter hebben. In de huidige retributie wordt het bedrag in geval van regularisatie verdubbeld. Om de bijkomende dossierlast op te vangen wordt voorgesteld in geval ven regularisatie – aanvullend aan de gangbare dossierkost – een forfaitair bedrag van € 100,00 in rekening gebracht.
          • De retributie van € 5,00 op de aanvraag van diverse administratieve stukken (kopieën van vergunningen, uittreksels van beslissingen, …) dekt slechts een fractie van de personeels- en materiaalkost voor archiefopzoekingen en het inscannen van plannen. Er wordt voorgesteld de kostprijs aanzienlijk op te trekken naar € 20,00.
          • De dossierlast en korte behandelingstermijn van een bebossingsaanvraag werden niet weerspiegeld in de huidige kostprijs. Er wordt voorgesteld het bedrag van € 30,00 te verhogen tot € 50,00 per perceel.
          • Voor het opheffen of afstand doen van een verkavelingsvergunning wordt voorzien de dossierkost gratis te maken. Dit gebeurt met het oog op de transitie van de woonomgeving in de gemeente. Het terugdraaien van traditionele verkavelingen kan verdere verlinting en verkokering van het landschap tegengaan. Door deze dossiertypes gratis te maken wordt hiervoor een financiële drempel weggewerkt.”
          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Tom Droogmans
          Onthouders: Ingrid Claes, Herman Cox, Tony Leyssens
          Resultaat: Met 13 stemmen voor, 3 onthoudingen

          Artikel. 1.

          Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie ingesteld op de administratieve stukken - omgeving.

          De retributie bestaat uit een bedrag per dossiertype verhoogd met een bedrag per procedurestap.

          Zijn er meerdere bedragen uit de dossiertypes van toepassing, dan geldt alleen het hoogste bedrag.

          Artikel 2.

          Volgende tarieven vast te stellen:

          Retributie op

           

          Retributie

          in EURO

          STUKKEN OMGEVING

           

           

          Dossiertypes (VCRO)

          Product Vastgoedinlichtingen, zoals vermeld in hoofdstuk 8 van het VIP-decreet

           

                                 150,00

          Aanvraag voor een Stedenbouwkundig attest

          Per perceel

           65,00

          Aanvraag voor een Planologisch attest

           

           1.300,00

          Dossiertypes (Omgevingsvergunning)

          Meldingsaanvraag voor stedenbouwkundige handelingen

           

          35,00

          Meldingsaanvraag voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit

           

          35,00

          Melding van de overdracht van de vergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit

           

          35,00

          Aanvraag van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een stedenbouwkundige handeling

          - Vereenvoudigde procedure

          65,00

          - Gewone procedure

          130,00

          - Per bijkomende wooneenheid

          65,00

          Aanvraag van een omgevingsvergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit

          - Vereenvoudigde procedure

          65,00

          - Gewone procedure KLASSE 2

          165,00

          Aanvraag van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden zonder wegenis

          Per bouwkavel

          65,00
          met een minimum van 130,00 per dossier

          Aanvraag van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden met wegenis

          Per bouwkavel

          65,00
          met een minimum van 325,00 per dossier

          Aanvraag tot bijstellen van de opgelegde milieuvoorwaarden

           

          100,00

          Aanvraag tot bijstellen van het voorwerp of de duur van de omgevingsvergunning wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit

           

          100,00

           Aanvraag tot bijstellen van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden zonder vermeerdering van het aantal loten

          Per dossier

          65,00

          Aanvraag tot bijstellen van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden met vermeerdering van het aantal loten

          Per bijkomende bouwkavel

          65,00
          met een minimum van 130,00 per dossier

          Aanvraag tot omzetting van een milieuvergunning verleend voor 20 jaar naar een permanente vergunning

           

          130,00

          Bekendmaking van het verstrijken van elke geldigheidsperiode van twintig jaar van een omgevingsvergunning van onbepaalde duur

           

          65,00

          Aanvraag tot omzetten van een vergunning op proef naar een definitieve vergunning

           

          130,00

          Schorsing of opheffing van de omgevingsvergunning voor wat betreft de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit

           

          65,00

          Opheffing van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden

          Per lot

          0,00

          Afstand van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden (verzaking)

          Per lot

          0,00

          Aanvraag van een omgevingsvergunning voor (wijziging van) kleinhandelsactiviteiten:

          - Indienen van een voorafgaande verklaring voor beperkte uitbreidings- of verhuisprojecten voor een bestaande reeds socio-economisch vergunde handelsvestiging

          130,00

          - Aanvraag voor handelsvestiging tussen 400 m² en 1000 m²

          325,00

          Aanvraag voor een handelsvestiging meer dan 1000 m²

          650,00

          Aanvraag van een omgevingsvergunning voor vegetatiewijziging

          Per perceel

          40,00

          Aanvraag van een regularisatievergunning

          Volgens de tarieven van de dossiertypes hierboven omschreven

          bedrag te vermeerderen met forfaitaire kost van 100,00

          Procedurestappen (indien van toepassing)

          Aanvraag diverse administratieve stukken (kopieën van vergunningen, uittreksels van beslissingen, …) in het kader van de dienst omgeving

          Per stuk

          20,00

          Aanvraag voor het houden van een projectvergadering

           

          165,00

          Voor het digitaliseren van een analoog ingediend dossier

           

          325,00

          Het organiseren van een openbaar onderzoek:

          - Affiche voor aanplakking (A2 - geel formulier)

          Per stuk

          5,00

          - Publicatie in dag- of weekbladen

           

          Werkelijke kostprijs

          - Gewone zending voor het in kennis brengen van kadastrale eigenaars en omwonenden

          Per zending

          Werkelijke kostprijs

          - Aangetekende zending voor het in kennis brengen van kadastrale eigenaars en omwonenden

          Per aangetekende zending

          Werkelijke kostprijs

          - Organisatie van een informatievergadering

           

          195,00

          Aanschrijven via beveiligde aanschrijving van aanpalende eigenaars, indien deze de aanvraag niet mee hebben ondertekend, voor werken aan scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene muren

          Per aangetekende zending

          Werkelijke kostprijs

          De bekendmaking en betekening van de beslissing of aktename:

          - Affiche voor bekendmaking (A2 - geel formulier)

          Per stuk

          5,00

          - Publicatie in dag- of weekbladen

           

          Werkelijke kostprijs

          Aangetekende zending voor de kennisgeving van de beslissing of aktename

          Per aangetekende zending

          Werkelijke kostprijs

          CRAB

          Toekennen postadres bedrijf (afgifte X-nummer)

          Per X-nummer

          50,00

          Toekennen tijdelijk huisnummer (afgifte Y-nummer)

          Per Y-nummer

          65,00

          HUISVESTING

          Afgifte conformiteitsattest

           

          gratis

          Dossiertypes (Natuurdecreet – Veldwetboek)

          Bebossing conform art. 35 veldwetboek

          Per perceel

          50,00

          Artikel 3.

          Zijn van de retributie vrijgesteld:

          a) de stukken die krachtens een wet, een decreet, een koninklijk besluit of een andere overheidsverordening kosteloos door het gemeentebestuur dienen te worden afgegeven;

          b) de stukken die aan behoeftige personen worden afgegeven; de behoeftigheid wordt vastgesteld door elk overtuigend bewijsstuk;

          c) de stukken die als dusdanig reeds het voorwerp zijn van de heffing van een belasting of retributie ten behoeve van de gemeente krachtens een wet, decreet of verordening;

          d) de stukken afgegeven aan de gerechtelijke overheden, de openbare besturen en de daarmede gelijkgestelde instellingen alsook de instellingen van openbaar nut en aan derden die in opdracht van de gemeente werken of werken voor projecten waarin de gemeente participeert.

          e) de stukken afgeleverd aan instanties die kosteloos prestaties leveren aan de gemeente en andere openbare instellingen.

          Artikel 4.

          Bij gebrek aan betaling zal de retributie m.b.t. debiteurenbeheer worden toegepast.

          Artikel 5.

          Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid

        • Retributiereglement inzake plaatselijke openbare bibliotheek

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 40 § 3 & 41 en art. 285 t.e.m. 288, en latere wijzigingen.
          Voorgaande
          1. De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 17 november 2020 houdende overgang EBS/gemeenschappelijk bibliotheekreglement TGV- gemeenten / aanpassingen 'bib van de toekomst'.
          2. De gemeenteraadsbeslissing van 25 januari 2021 houdende 'TGV - bibliotheek ééngemaakt bibliotheeksysteem reglement - goedkeuring'.
          3. De gemeenteraadsbeslissing van 25 januari 2021 houdende 'TGV retributiereglement inzake plaatselijke openbare bibliotheek.
          Probleemstelling

          Het retributiereglement inzake plaatselijke openbare bibliotheek dat goedgekeurd werd in 2021 wordt opgeheven. Om ook de komende jaren deze retributie te kunnen heffen is er een beslissing van de gemeenteraad nodig.

          Motivering

          De retributie wordt geheven voor een termijn die samenloopt met het meerjarenplan (2026-2031). Een nieuwe bestuursploeg heeft zo na de verkiezingen ook steeds een jaar de tijd om de dan geldende reglementen onder de loep te nemen.

          Gezien de positieve evaluatie van het retributiereglement inzake plaatselijke openbare bibliotheek dat in samenspraak met de andere TGV-gemeenten werd opgesteld, kan het reglement behouden blijven.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

          Artikel 1.

          Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt ten behoeve van de gemeente Geetbets een retributie inzake de plaatselijke openbare bibliotheek gevestigd.

          Artikel 2.

          De retributie wordt als volgt vastgesteld:

           Jaarlijkse bijdrage lidmaatschap

          • Personen jonger dan 18 jaar: gratis
          • Personen van 18 jaar t.e.m. 64 jaar: € 5,00
          • Personen vanaf 65 jaar: gratis
          • Leerkrachten, studenten en houders van EDC-kaart: gratis

           Lenen van materialen: gratis

           Boete bij overschrijden uitleentermijn

          • per week per materiaal: € 0,30
          • aanmaningsbrief: kost postzegel

           Diensten

          • Reservatie: gratis
          • Nieuwe lidkaart bij diefstal, verlies of beschadiging: € 2,00
          • Interbibliothecair leenverkeer (IBL): € 2,00
          • Fotokopie A4: € 0,15 /stuk - recto verso € 0,20/stuk
          • Fotokopie A3: € 0,30 /stuk - recto verso € 0,50 /stuk

          Artikel 3.

          De retributie is verschuldigd door de aanvrager en is betaalbaar tegen afgifte van een ontvangstbewijs.

          Artikel 4.

          Bij gebrek aan betaling zal de retributie m.b.t. debiteurenbeheer worden toegepast

          Artikel 5.

          De gemeenteraadsbeslissing van 25 januari 2021 betreffende TGV reglement inzake plaatselijke openbare bibliotheek wordt opgeheven op datum van 1 januari 2026.

          Artikel 6.

          Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.


        • Retributie voor het maken van kopies voor erkende verenigingen van de gemeente Geetbets.

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 40 § 3 & 41 en art. 285 t.e.m. 288, en latere wijzigingen.
          Voorgaande

          1. De gemeenteraadsbeslissing van 30 november 2009 houdende "Kopiereglement - wijziging".

          Probleemstelling

          Het laatst goedgekeurde kopiereglement dateert van 30 november 2009.
          Het is aanbevolen om het huidige reglement te herbekijken zodat de verenigingen zo optimaal mogelijk ondersteund worden. Om de retributie de komende jaren te kunnen heffen is er een beslissing van de gemeenteraad nodig.

          Motivering

          Gelet op onze landelijke ligging waarbij het verenigingsleven een zeer waardevolle ondersteuning is bij het creëren van een warme gemeente, willen we de verenigingen zo optimaal mogelijk ondersteunen, o.a. door het aanbieden van een retributie voor het maken van kopies voor verenigingen.
          We merken dat de verenigingen hier toch nog actief van gebruik maken en willen het daarom blijven aanbieden en ruimer bekend maken.
          Uit een marktonderzoek blijkt dat de gehanteerde prijzen onder de marktprijzen liggen. Ook onze eigen kostprijs wordt hiermee opgevangen.

          Om de retributie voor het maken van kopies voor erkende verenigingen van de gemeente Geetbets voor de komende jaren te kunnen heffen, is er een gemeenteraadsbeslissing nodig.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

          Artikel 1.

          Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie geheven voor het maken van kopies voor erkende verenigingen van de gemeente Geetbets.

          Artikel  2.

          Elke erkende vereniging kan kopieën laten maken bij de gemeente in het administratief centrum den Molencouter, op de dienst Vrije Tijd

          Elke erkende vereniging heeft recht op:

          • 2500 gratis zwart/wit kopies
          • 100 gratis kleurenkopies

          De prijzen voor de bijkomende kopies is als volgt:

          formaat

          recto

          recto- verso

          druk

          prijs

          wordt geteld als

          A4

          x

           

          zwart

          0,03

          1 exemplaar

          A4

           

          x

          zwart

          0,06

          2 exemplaren

          A3

          x

           

          zwart

          0,06

          2 exemplaren

          A3

           

          x

          zwart

          0,12

          4 exemplaren

          A4

          x

           

          kleur

          0,12

          1 kleurenexemplaar

          A4

           

          x

          kleur

          0,24

          2 kleurenexemplaren

          Artikel  3.

          De kopieën worden gemaakt op wit papier, gekleurd papier dient zelf meegebracht te worden;

          Artikel  4.

          Aanvragen voor kopies gebeuren via vrijetijd@geetbets.be en voor de afhandeling van kopies zal een verwerkingstermijn voorzien worden van minimaal 5 werkdagen. De verwerking van drukwerk van meer dan 1.000 exemplaren kan een langere verwerkingstermijn vragen.

          De aanvrager is zelf verantwoordelijk voor het aangeleverde origineel exemplaar en verzekert zich ervan dat het hierbij gaat om een printklaar document, waaraan we geen bewerkingen meer moeten uitvoeren.

          Artikel 5.

          Op het einde van het kalenderjaar zal een afrekening opgemaakt worden en wordt het verschuldigde bedrag aan de vereniging gefactureerd.

          Artikel 6.

          Bij gebrek aan betaling zal de retributie m.b.t. debiteurenbeheer worden toegepast.

          Artikel 7.

          Het vorige kopiereglement van 30 november 2009 wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2026.

          Artikel 8.

          Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.

        • Retributiereglement verkoop compostvaten en -bakken, aanbouwelementen en beluchtingsstokken Ecowerf

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd.
          2. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid artikel 41, §2, 14°: de gemeenteraad is bevoegd voor het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen.
          3. Omzendbrief KB/ABB 2019/02 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.
          4. De beslissing van de raad van bestuur van EcoWerf van 13 oktober 2021. 
          Voorgaande
          1. De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 07 december 2021 betreffende "Voorstel EcoWerf inzake Retributiereglement verkoop compostvaten en-bakken, aanbouwelementen en beluchtingsstokken". 
          2. De beslissing van de gemeenteraad van 27 januari 2025 houdende "Retributiereglement verkoop compostvaten en -bakken, aanbouwelementen en beluchtingsstokken". 
          Probleemstelling

          Ecowerf heeft een nieuwe raamovereenkomst afgesloten voor de levering van zowel compostbakken en aanbouwelementen, als compostvaten en beluchtingsstokken, met respectievelijk ECOO en SULO. Ecowerf treedt hier opnieuw op als aankoopcentrale. Bestellingen kunnen worden doorgegeven aan de dienst Aankoop en Magazijn via aankoop@ecowerf.be. Voorzieningen voor thuiscompostering komen conform het Ministerieel besluit van 15 maart 2023 niet meer in aanmerking voor investeringssubsidies. 

          Een retributie is een kostendekkende vergoeding die de overheid van bepaalde heffingsplichtigen vordert als tegenprestatie voor de levering van een bijzondere dienst in hun persoonlijk belang of de toestemming voor een rechtstreeks bijzonder voordeel. Door het wegvallen van de subsidie, is de kostendekkende voorwaarde van de retributie niet meer voldaan. Vanaf 1 februari 2025 traden nieuwe verkoopprijzen in het retributiereglement in voegen.

          Ter info: het compostvat heeft een vernieuwde vormgeving gekregen, en wordt voortaan aangeboden door SULO per 12 stuks, in plaats van 11 stuks. De compostbak van ECOO is ongewijzigd gebleven en wordt nog steeds aangeboden per 10 stuks.

          Om ook de komende jaren de retributie op de verkoop van compostvaten en -bakken, aanbouwelementen en beluchtingsstokken via Ecowerf  te kunnen heffen is er een beslissing van de gemeenteraad nodig.

          Motivering

          Vanaf 1 januari 2024 is het apart inzamelen van GFT de norm geworden en mogen etensresten en afval uit de tuin niet meer in je restafvalzak of -bak. GFT-afval moet apart gesorteerd worden. Wanneer de inwoners van de gemeente overgaan tot het composteren van het organisch materiaal uit de tuin en de keuken wordt het organisch materiaal ter plaatse verwerkt tot compost. Dit resulteert in een vermindering van de verwerkingskost voor de gemeente. De gemeente biedt hiertoe compostvaten, compostbakken en beluchtingsstokken te koop aan op de Masterplan Recyclageparken.

          Door de samenaankoop, georganiseerd door Ecowerf, kunnen de compostvaten, compostbakken, aanbouwelementen en beluchtingsstokken tegen een goedkopere prijs ter beschikking worden gesteld van de inwoners. De eenheidsprijzen waaraan de gemeente het betreffende materiaal kan aankopen (incl. btw):

          • compostvat: € 64,00
          • beluchtingsstok: € 8,50
          • compostbak (kunststof): € 103,00
          • aanbouwmodule (kunststof): € 75,00
          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

          Artikel 1.

          Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie geheven op de doorverkoop aan de inwoners van Geetbets van compostvaten en -bakken, aanbouwelementen en beluchtingsstokken

          Artikel 2.

          Deze retributie wordt als volgt vastgesteld:

          • € 65,00 voor een compostvat
          • € 8,50 voor een beluchtingsstok
          • € 100,00 voor een compostbak (kunststof)
          • € 75,00 voor een aanbouwmodule (kunststof)

          Artikel 3.

          Er zijn geen verminderingen of vrijstellingen mogelijk met betrekking tot dit retributiereglement.

          Artikel 4.

          De artikelen zoals opgesomd in artikel 2 worden verkocht op het recyclagepark.

          Artikel 5.

          De door de gemeente verkochte compostvaten, compostbakken, aanbouwmodules en beluchtingsstokken mogen enkel gebruikt worden op het door de koper opgegeven adres, gelegen op het grondgebied van Geetbets.

          Artikel 5.

          De retributie is verschuldigd door de persoon die het compostvat, de compostbak, de beluchtingsstok of de aanbouwmodule ontvangt. De retributie wordt betaald via de DifTar-rekening.

          Artikel 6.

          De beslissing van de gemeenteraad van 27 januari 2025 houdende "Retributiereglement verkoop compostvaten en -bakken, aanbouwelementen en beluchtingsstokken" wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2026.

          Artikel 7.

          Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.

        • Contantbelastingreglement voor de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval dit zowel voor de huis-aan-huisinzameling, inzameling via sorteerstraten, inzameling op afroep, als de inzameling op het recyclagepark.

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 40, 41 en 286.
          2. De wet van 29 juli 1991 inzake motivering van beslissingen.
          3. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd.
          4. De omzendbrief KB ABB-2019/2 Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit van 15 februari 2019.
          5. Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
          6. Het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), zoals gewijzigd.
          7. De gemeenteraadsbeslissing van 31 mei 2021 houdende "Beheersoverdrachten aan Ecowerf".
          8. Het Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval 2023 - 2030 (Lokaal Materialenplan) van 26 mei 2023.
          Voorgaande
          1. De gemeenteraadsbeslissing van 01 december 2003 houdende “Intergemeentelijke samenwerkingoprichting van een opdrachthoudende vereniging- goedkeuring definitief voorstel overlegorgaanoprichtingsdossier”.
          2. De gemeenteraadsbeslissing van 29 juni 2009 houdende “Beheersoverdracht aan Ecowerf voor de ophaling huis-aan-huis van huisvuil en GFT”.
          3. De gemeenteraadsbeslissing van 26 april 2010 houdende “Huis-aan-huisophaling – Invoering DIFTAR”.
          4. De gemeenteraadsbeslissing van 29 januari 2018 houdende “Verlenen van een mandaat met betrekking tot innen van belastingen door Ecowerf voor de fracties die aan huis worden opgehaald.”.
          5. De gemeenteraadsbeslissing van 31 mei 2021 houdende "Beheersoverdrachten aan Ecowerf".
          6. De gemeenteraadsbeslissing van 21 december 2023 houdende "Contantbelastingreglement voor de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval dit zowel voor de huis-aan-huisinzameling, inzameling via sorteerstraten, inzameling op afroep, als de inzameling op het recyclagepark - Aanslagjaren 2024-2025".
          Probleemstelling

          De gemeenteraadsbeslissing van 21 december 2023 dient te worden opgeheven. Om ook de komende jaren de contantbelasting voor de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval en daarmee gelijkaardig bedrijfsafval dit zowel voor de huis-aan-huis inzameling, inzameling op afroep, via sorteerstraten als de inzameling op het recyclagepark te kunnen heffen is er een beslissing van de gemeenteraad nodig.

          Motivering

          De gemeente Geetbets is toegetreden tot het DifTar-systeem van huis-aan-huisinzameling in containers, alsook voor de brengmethode naar het recyclagepark. De intrede van Geetbets in het masterplan recyclageparken van EcoWerf geldt vanaf de opening van Recyclagepark Kortenaken in het voorjaar van 2024. De uitbating van het DifTar-recyclagepark is geautomatiseerd. De bezoeker wordt geïdentificeerd, hetzij via de elektronische identiteitskaart, hetzij via een toegangskaart.

          De kosten voor inzameling van afval wegen zwaar door op de gemeentelijke financiën. De gemeentelijke inkomsten en uitgaven dienen in evenwicht te zijn. Derhalve zullen de kosten voor de huis-aan-huis inzameling en de inzameling op het recyclagepark verhaald worden op de aanbieders via een contantbelasting. De invoering van een dergelijke gedifferentieerde contantbelasting laat de gemeente toe om het principe van “de vervuiler betaalt” toe te passen, om alzo prioriteit te verlenen aan afvalvoorkoming en slechts in tweede instantie het hergebruik en tenslotte de recyclage van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen te stimuleren. 

          De automatische indexering in dit reglement gebeurt conform de aanbeveling in de omzendbrief van 15 februari 2019 betreffende de gemeentelijke fiscaliteit, opgenomen onder punt 1.7.3 ‘Aandachtspunten van administratief-Bestuurlijke aard’, onder de titel ‘Transparantie en duidelijkheid van de regelgeving’.

          De tarieven van de gemeente Geetbets werden gelijkgeschakeld met de omliggende gemeenten met DifTar-recyclageparken. Sindsdien zijn er  zijn enkele veranderingen bij de inzameling via het DifTar-gewichtspark, zoals :

          - een periode gratis gras en blad in van 1 oktober tot 31 december;

          - vrijstelling van 300 kg snoeihout per jaar per aansluitpunt;

          - de mogelijkheid van het inleveren van landbouwfolies door land- en tuinbouwers tijdens op voorhand gecommuniceerde periodes op één van de volgende recyclageparken:  Wezersebaan (Zoutleeuw), Messelbroek, Lubbeek en Haacht. 

          De raden van bestuur van EcoWerf en Limburg.net hebben op 11 oktober 2023 een samenwerkingsovereenkomst afgesloten. Hierin zijn de afspraken vastgelegd over het gebruik van een Limburg.net-park door inwoners uit het werkingsgebied van EcoWerf. Inwoners van Geetbets kunnen sinds het late voorjaar van 2024 tevens ook gebruik kunnen maken van het nabijgelegen Limburg.net-park in Nieuwerkerken, onder dezelfde voorwaarden van Ecowerf. De unieke samenwerking over de provinciegrens heen zorgt voor een kortere verplaatsing en extra gebruiksgemak voor de inwoners van Geetbets.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

          Artikel 1.

          Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt er een contantbelastingreglement voor de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval en daarmee gelijkaardig bedrijfsafval dit zowel voor de huis-aan-huis inzameling, inzameling op afroep, via sorteerstraten als de inzameling op het recyclagepark gevestigd voor:

          • de huis-aan-huisinzameling van het huisvuil, het pmd-afval, het gft-afval, het papier en karton , snoeihout en groot selectief afval (en het gelijkaardig bedrijfsafval).
          • de inzameling via sorteerstraten.
          • de inzameling van op het recyclagepark aangeboden afvalstoffen.

          Definities algemeen:

           1° Aansluitpunt  (ASP):

           1) iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente met een woonfunctie, waarin een particulier huishouden gevestigd is dat op basis van inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de gemeente huishoudelijk afval kan aanbieden.

           2) iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente mét een woonfunctie, waarin een particulier huishouden gevestigd is dat op basis van een machtiging van de gemeente huishoudelijk afval kan aanbieden.

           3) iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente waarin een instelling van openbaar nut, een school, een vereniging die deel uitmaakt van de gemeentelijke cultuur-, sport- , jeugd-, senioren- of milieuraad, gevestigd is, die op basis van een machtiging van de gemeente huishoudelijk afval kan aanbieden (vergelijkbaar bedrijfsafval).

           4) Iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente met een commerciële functie, waarin beroepsactiviteiten worden ontplooid (vrij beroep, handel, zorgactiviteiten,…) die op basis van de inschrijving in het bevolkingsregister/handelsregister van de gemeenten huishoudelijk afval kan aanbieden (vergelijkbaar bedrijfsafval).

           2° Aorta: de databank waarin EcoWerf per gezin of per onderneming registreert:

          • de relevante identificatiegegevens van het gezin of de onderneming en de referentiepersoon van het betrokken gezin of onderneming
          • de relevante DifTar-gegevens inzake inzameling en verwerking van huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval, individueel en gedifferentieerd per afvalstroom, zodat ze afzonderlijk kunnen getarifeerd worden. De relevante gegevens zijn onder meer de aard van de aangeboden afvalstof, het gewicht ervan en het aantal afvalbewegingen.

          Voor elk gezin of elke onderneming zoals omschreven in dit reglement is een registratie verplicht en is maximaal één registratie mogelijk.

          Per gezin of per onderneming in het bedieningsgebied wordt in Aorta een formulier aangemaakt. Het formulier omvat voor het gezin of de onderneming de vermelding van de referentiepersoon, het adres, een bankrekeningnummer, een detail van de diensten waarvan gebruik kan worden gemaakt, een rekenstaat, het rijksregisternummer of nummer van het vreemdelingenregister van de referentiepersoon, het ondernemingsnummer en het EcoWerf-klantnummer. Er wordt geregistreerd of het formulier wordt aangemaakt voor een gezin, een tweede verblijf (met een ander verzendadres), een gemeenschap of voor een onderneming, vereniging, school, gemeentelijke overheid of andere overheid. Indien de referentiepersoon bereid is deze gegevens te verstrekken, vermeldt het formulier ook één telefoonnummer/gsm-nummer en een e-mailadres van het gezin of de onderneming.

          Op basis van het bedrag van de rekenstaat in de databank en in functie van de beschikbare diensten wordt bepaald of aan de belastingplichtige betalingsuitnodigingen verstuurd worden en of de belastingplichtige in de voorwaarden verkeert om dienstverlening inzake inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval te ontvangen.

          De gegevens van Aorta kunnen door EcoWerf worden aangewend voor het versturen van betalingsuitnodigingen t.a.v. de referentiepersoon.

          Wanneer niet langer beroep wordt gedaan op enige dienst inzake verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en gelijkaardig bedrijfsafval wegens verhuis of overlijden, en dit door de gemeente gemeld wordt aan EcoWerf, zal EcoWerf de afvalcontainers blokkeren, de toegangskaart blokkeren of niet langer een toegangsmachtiging aan de identiteitskaart verlenen. Op vraag van de burger kan het eventuele onbestede tegoed op het rekeningnummer van de referentiepersoon terug betaald worden.

          3° DifTar-rekening: de individuele rekening die per gezin of per onderneming in de databank wordt bijgehouden en waarop afzonderlijk worden ingeschreven:

          • de volgens dit reglement verschuldigde contantbelasting.
          • de volgens dit reglement verschuldigde kohierbelasting.

          De rekenstaat geeft op elk ogenblik getrouw weer wat de schuld of het tegoed is van het gezin of de onderneming.

          4° Gebruikersgroep: een selectie van aansluitpunten die op basis van het domicilieadres geselecteerd worden, een elektronische toegangskaart toegewezen krijgen (of via eID) en op deze wijze toegang krijgen tot een sorteerstraat en/of recyclagepark(en).

          5° Ondergrondse afvalcontainer: een ondergronds inzamelrecipiënt, voorzien van een inwerpzuil met, afhankelijk van de aangeboden fractie een aangepaste inwerpopening.

          6° Referentiepersoon: de meerderjarige persoon die in Aorta als referentiepersoon voor het gezin of de onderneming wordt vermeld. Als de registratie gebeurt:

          • voor een gezin, wordt van rechtswege de persoon die, volgens de opgave van het rijksregister, als referentiepersoon van het gezin, vermeld staat in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister, ook geregistreerd als referentiepersoon in de databank. Dit kan afwijken op vraag van de betrokken inwoner of op vraag van de gemeente.
          • voor een onderneming is het een meerderjarige natuurlijke persoon die geacht wordt de onderneming rechtsgeldig te vertegenwoordigen.

          7° Recyclagepark: een bij toepassing van VLAREMA vergunde inrichting waar particulieren en eventueel ook bedrijven onder toezicht van op vastgestelde dagen en uren bepaalde gesorteerde huishoudelijke afvalstoffen en eventueel met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen kunnen deponeren.

          8° Sorteerstraat: een combinatie van (ondergrondse) afvalcontainers ten behoeve van de inzameling van de fracties restafval, pmd, gft en papier & karton. Dit zowel ter vervanging als aanvullend aan de reguliere huis-aan-huis inzameling.

          9° Toegangskaart: een elektronische kaart die wordt uitgereikt aan onderstaande doelgroepen:

          • niet-particulieren: op naam van de referentiepersoon.
          • in de gemeente gedomicilieerde inwoners die niet over een elektronische identiteitskaart beschikken: op naam van de referentiepersoon.
          • particulieren met een tweede verblijf in de gemeente die geen rijksregisternummer hebben: op naam van de referentiepersoon.
          • particulieren die gebruik maken van een ondergrondse sorteerstraat/afvalcontainer: op naam van de referentiepersoon.

          Definities afvalfracties:

          1° Afgedankte elektrische en elektronische apparaten: apparaten die elektrische stromen of elektronische velden nodig hebben om naar behoren te kunnen werken, en apparaten voor het opwekken, overbrengen en meten van die stromen en velden, die onder een van de categorieën, vermeld in artikel 3.4.4.2 van het VLAREMA, vallen en die bedoeld zijn voor gebruik met een spanning van maximaal 1000 volt bij wisselstroom en 1500 volt bij gelijkstroom. Daarin zijn ook alle onderdelen, subeenheden en verbruiksmaterialen begrepen die deel uitmaken van het product op het moment dat het wordt afgedankt. De volgende apparaten vallen niet onder deze definitie: apparaten die deel zijn van andere elektrische apparatuur, apparatuur die verband houdt met de bescherming van de wezenlijke belangen van de veiligheid van lidstaten, wapens, munitie en oorlogsmateriaal, tenzij het gaat om producten die niet specifiek voor militaire doeleinden zijn bestemd, en grote, niet-verplaatsbare industriële installaties van elektrische en elektronische gereedschappen en tuingereedschappen.

          2° Asbestcement: alle voorwerpen uit gebonden asbest zoals eternieten golfplaten, schaliën, vlakke eterniet … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van losse asbest, plastic golfplaten, …

          3° Boomstronken: alle boomstronken die na ontdaan te zijn van wortels en aarde kunnen worden ingezet in de groencompostering en/of kunnen worden verhakseld voor hergebruik.

          4° Bouwafval: zuivere steenslag, betonblokken, versteende cement, gips, kalk, plaasterplaten (o.a. Gyproc), asbest-cementplaten (o.a. Eternit) , cellenbeton (o.a. Ytong), keramiek, asfalt van opritten, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van grote hoeveelheden bouwafval, beton vermengd met ijzer, glas, hout en/of aarde.

          5° Cellenbeton: alle schuimbeton ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit.

          6° E.P.S.: zuiver witte piepschuim ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit met uitzondering van gekleurd piepschuim, verpakkingschips, verpakkingspiepschuim afkomstig van voedingsmiddelen, vervuild piepschuim, styrofoamplaten,…

          7° Frituurolie en afgelaten motorolie: alle soorten smeerolie en/of industriële olie, op minerale of synthetische basis ontstaan door de werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit in het bijzonder afgewerkte motorolie, frituurolie, met uitzondering van grote hoeveelheden motorolie, olie met pcb’s of andere giftige stoffen.

          8° Gips en kalk: bouwafval uit gips en kalk zoals gipsplaten, kalk, gips, bezetsel … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van cement, stenen, asfalt,…

          9° Glas: hol glas en vlak glas ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of gelijkaardige bedrijfsactiviteiten, ontdaan van dopsels, deksels en sluitingen, met uitzondering van vuurvaste voorwerpen en hittebestendig glas, gewapend glas, kristal, opaal glas, rookglas, autoruiten, plexiglas, gloeilampen, spaarlampen, tl-lampen, stenen, tegels, porselein, aardewerk, beeldbuizen van tv’s,…

          • hol glas  betreft alle lege glazen flessen en bokalen van dranken, fruit en groenten, voedingswaren, confituren, sausen...;
          • vlak glas betreft vlak glas uit de bouwsector, zoals venster- en deurglas en glas van gevelelementen. Hieronder valt niet het gelaagd glas (bijv. van voertuigen), loodglas, hittebestendig glas (bijv. pyrex, glas van kacheltjes), glas van zonnepanelen…

          10° Gras- en bladafval: alle vers gazonmaaisel en bladeren afkomstig van normaal tuinonderhoud, met uitzondering van oud en rot gazonmaaisel en gras vermengd met grond.

          11° Groenafval: organisch composteerbaar afval zoals plantenresten, haagscheersel, snoeihout, bladeren, organisch afval uit parken en plantsoenen, boomstronken, gazon - en wegbermmaaisel en kerstbomen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit.

          12° Groente-, fruit- en tuinafval (gft): organisch composteerbaar afval zoals schillen en resten van fruit (ook citrusvruchten), groenten en aardappelen; dierlijk en plantaardig keukenafval en etensresten; broodresten; koffiedik en papieren koffiefilters; papier van keukenrol; noten en pitten; vlees- en visresten, schaaldierresten (uitgezonderd mosselschelpen, oesterschelpen …); vaste zuivelproducten (kaasresten); eieren en eierschalen; fijn tuin- en snoeiafval (bladeren, gras, onkruid, haagscheersel, versnipperd snoeihout …); kamer- en tuinplanten; schaafkrullen en zaagmeel van onbehandeld hout; mest van huisdieren met een maximum van 10% per aangeboden hoeveelheid in de gft-container. Dit alles ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of uit een bedrijfsactiviteit die vergelijkbaar is met een huishouden.

          13° Grofvuil: alle huishoudelijke afvalstoffen en voorwerpen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of ermee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen en die omwille van de omvang, de aard en/of het gewicht niet in het recipiënt voor de huisvuilinzameling kunnen worden aangeboden, met uitzondering van: papier en karton, textiel, glas, kga (Klein Gevaarlijk Afval), gft (groenten, tuin– en fruitafval) en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval, pmd, oude metalen, houtafval, snoeihout en groenafval, afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA), autobanden, steenachtige fracties van bouw - en sloopafval, matrassen en andere selectief ingezamelde afvalstoffen.

          14° Harde plastics:  alle zuivere harde plastics zoals deuren, rolluiken, buizen, dakgoten, tuinmeubelen, bloempotten, plastic kleerhangers, speelgoed, wasmanden, emmers ... ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van plastic flessen en flacons (pmd), verpakkingen van gevaarlijke producten (kga), bouw- en isolatiematerialen, tuinslang, verpakkingen van voedings- waren, plastic blisters en straps, cd’s, dvd’s en videobanden (restafval),...

          15° Herbruikbare goederen: alle door de normale werking van een particuliere huishouding ontstane afvalstoffen die worden aanvaard door het erkend Kringloopcentrum en geschikt kunnen worden gemaakt voor hergebruik, zoals meubelen, kleding, kleine huisraad, boeken, elektronische informatiedragers, speelgoed,…

          16° Huishoudelijk afval: alle afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van de particuliere huishouding en/of afvalstoffen ontstaan door een gelijkaardige bedrijfsactiviteit.

          17° Keramiek: alle keramiek ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit zoals wc-potten, lavabo’s, tegels, stenen borden en tassen, porselein,… met uitzondering van steenafval.

          18° Klein Gevaarlijk Afval (KGA): de afvalstoffen zoals opgesomd in artikel 5.2.2.1. van het VLAREMA. 

          19° Kurk: alle afvalstoffen uit kurk, afkomstig van de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, zoals stopsels, deksels, sluitingen, tegels, wandbedekking,…

          20° Oude Metalen: alle ferro- en non-ferro metalen voorwerpen ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van ferro- en non-ferroverpakkingen, kga en elektrische en elektronische toestellen.

          21° Papier en karton: kranten en tijdschriften, folders uit de plastic verpakking, printpapier en alle verpakkingen uit papier en karton die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of ermee gelijkgestelde bedrijfsafvalstoffen, met uitzondering van vuil en vettig papier en karton, behangpapier, cellofaanpapier en aluminiumfolie en -zakjes.

          22° Plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons (pmd): flessen, flacons, schaaltjes, vlootjes, bakjes, potjes, tubes, folies, zakken, drank- en conservenblikken, spuitbussen voor voedingsmiddelen of cosmetica, aluminium bakjes en schaaltjes, deksels, doppen, drankcapsules, kroonkurken en drankkartons, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit. De aangeboden plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons mogen geen kga, glas, etensresten of andere afvalstoffen bevatten.

          23° Sloophout: alle zuiver afvalhout afkomstig van constructiewerken, bouwmaterialen, meubilair en grote speeltuigen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van  geïmpregneerde houtsoorten (tuinmeubelen), hout vermengd met ijzer of glas, treinbilzen.

          24° Snoeihout: alle hout afkomstig van het normaal onderhoud van de tuin (met een diameter van minder dan 10 cm), haagscheersel.

          25° Steenafval: zuivere steenslag, (gewapend) beton, versteende cement, betonnen palen … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit, met uitzondering van vervuilde steenslag (bv. met grond), asfalt, keramiek, gips en kalk, cellenbeton, asbest,…

          26° Textiel: alle niet verontreinigde kleding, huishoudlinnen, woningtextiel (gordijnen, overgordijnen, tafelkleden, servetten…), beddengoed, schoeisel, handtassen en lederwaren ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een gelijkaardige bedrijfsactiviteit.

          27° Landbouwfolie: kuilfolie (zwart/wit/zwart-wit) of rek/wikkelfolie (groen/wit) die wordt gebruikt in het kader van een landbouw, tuinbouw- of veeteeltactiviteit.

          Artikel 2.

          De contantbelasting is verschuldigd door de gebruiker op basis van de kostprijs van de specifieke dienstverlening en wordt aangerekend naar gelang van de soort en de hoeveelheid of het gewicht van het afval bij de huis-aan-huis-inzameling, de inzameling via het recyclagepark en de sorteerstraten.

          Artikel 3.

          § 1. Huis-aan-huisinzameling

          De contantbelasting voor de huis-aan-huis inzameling in functie van de fractie en het volume/gewicht van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen wordt hieronder weergegeven. De gewichtsmeting is tot op 0,5 kg nauwkeurig.

          a) Huisvuil

          Inzameling en verwerking

           

          Particulieren (euro)

          KMO (euro)

          Per kg gewogen huisvuil

          0,30

          0,30

          Per aanbieding 40 L-container

          0,63

          0.30

          Per aanbieding 120 L-container

          0,63

          0,63

          Per aanbieding 240 L-container

          1,26

          1,26

          Per aanbieding 360 L-container*

          1,89

          1,89

          Per aanbieding 1100 L-container

          6,40

          6,40

          * 360 L-containers worden enkel geleverd per set van 3 en alleen na goedkeuring door of op aanraden van EcoWerf.

          Gebruiksrecht container per maand

           

          Particulieren (euro)

          KMO (euro)

          40 L-container

          0,68

          1,84

          120 L-container

          0,68

          1,84

          240 L-container

          1,36

          2,47

          360 L-container

          2,00

          2,64

          1100 L-container

          3,71

          7,07

          Eenmalig container voorzien van slot (optioneel): 25 euro (niet mogelijk op een 40 L container)

          b) Gft-afval

          Inzameling en verwerking

           

          Particulieren (euro)

          KMO (euro)

          Per kg gewogen gft

          0,20

          0,20

          Gebruiksrecht container per maand

           

          Particulieren (euro)

          KMO (euro)

          40 L-container

          0,68

          1,84

          120 L-container

          0,68

          1,84

          240 L-container

          1,36

          2,47

          Eenmalig container voorzien van slot (optioneel): 25 euro

          c) Pmd

           

          Particulieren (euro)

          KMO (euro)

          Per zak van 60 L

          0,15

          0,15

          Per zak van 90 L

          0,25

          0,25

          d) Groot selectief afval

           

          Particulieren (euro)

          KMO (euro)

          Voorrijkost

          20,00

          30,00

           

           

           

          Per begonnen 0,5 m³

          10,50

          10,50

          1-persoonsbed

          10,50

          10,50

          2-persoonsbed

          21,00

          21,00

          Zetel: 1-zit

          10,50

          10,50

          Zetel: 2-zit

          21,00

          21,00

          Zetel: 3-zit

          31,50

          31,50

          Stoel (2 stuks)

          10,50

          10,50

          (Tuin-)tafel

          10,50

          10,50

          a)    Snoeihout

           

          Particulieren (euro)

          KMO (euro)

          Per bussel

          2,50

          2,50


          f) Papier en karton

           

          Particulieren (euro)

          KMO (euro)

          40 L-container

          0,84

          2,47

          240 L-container

          0,84

          2,47

          500 L-container*

          2,08

          3,21

          1100 L-container

          4,58

          7,07

          * Dit formaat wordt enkel in zeer specifieke gevallen en alleen na goedkeuring door EcoWerf, toegekend.

          § 2. Inzameling via sorteerstraat op gewicht

          De contantbelasting in functie van het gewicht van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen in een sorteerstraat wordt hieronder weergegeven. De gewichtsmeting is tot op 0,5kg nauwkeurig.

           

          Particulier (euro)

          KMO (euro)

          Huisvuil (kg)

          0,30

          0,30

          gft (kg)

          0,20

          0,20

          Beheerskost (maand)

          3,23

          6,46

          § 3. Inzameling via DifTar recyclagepark op gewicht

          De contantbelasting in functie van het gewicht (per kg) van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen op het recyclagepark wordt hieronder weergegeven. Het minimaal aangerekende gewicht bedraagt 5 kg.

           

          Particulier (euro)

          KMO (euro)

          Grofvuil

          0,30

          0,30

          Gras en blad*

          0,20

          0,20

          Harde plastics

          0,08

          0,12

          Houtafval

          0,08

          0,12

          Boomstronken

          0,04

          0,08

          Snoeihout

          0,04**

          0,08

          Steenafval

          0,04

          0,08

          Cellenbeton

          0,04

          0,08

          Gips

          0,04

          0,08

          Keramiek

          0,04

          0,08

          Asbest

          0,00

          0,00

          Autobanden

          0,00

          0,00

          Landbouwfolie ***

          0,18

          0,18

          Tarief grote hoeveelheden

          Vanaf een totale aanvoer op jaarbasis boven de 2.000
          kg worden de KMO-tarieven van toepassing
          op de betrokken particulier 

           

          * Gratis van 1 oktober tot en met 31 december

          ** Het gratis gewicht van 300 kg wordt jaarlijks pro rata toegekend op basis van begindatum van de bewoning in de gemeente.

          *** De gemeente schrijft de land- en tuinbouwers aan. Met dit schrijven kan men zich tijdens de gecommuniceerde periodes aanbieden op één van volgende recyclageparken: Messelbroek, Wezersebaan (Zoutleeuw), Lubbeek en Haacht en Kortenaken.

          Artikel 4.

          §1 De bedragen van de belasting worden jaarlijks ingaande per 1 januari geïndexeerd waarbij het geïndexeerde bedrag afgerond wordt op twee decimalen volgens de rekenkundige afronding (kleiner dan 5 afronding naar beneden, groter of gelijk aan 5, afronding naar boven) via onderstaande formule:

          k = 0,4*(p/P) + 0,45*(c/C) + 0,15

          waarbij:

          P= PC121 Cat. 3.A (Ophaling afval, ledigen en reinigen van riolen, septische putten en reservoirs) op 1 januari 2023

          p= PC121 Cat. 3.A (Ophaling afval, ledigen en reinigen van riolen, septische putten en reservoirs) op 1 juli van jaar x-1

          C= consumptieprijsindex basisjaar 2013 op 1 januari 2023

          c= consumptieprijsindex basisjaar 2013 op 1 juli van jaar x-1

          x= aanslagjaar

          Prijsherziening = (herzieningscoëfficiënt (k) - 1) * herzienbaar gedeelte

          De herziene bedragen kunnen echter nooit de maximumtarieven zoals vastgesteld door OVAM overschrijden. Bij overschrijding wordt automatisch het wettelijk vastgelegde maximumtarief gehanteerd.

          De tarieven die voor indexering in aanmerking komen zijn de basistarieven. De tarieven van gebruiksrecht en aanbieding worden pro rata berekend aan de hand van het volume van de betrokken container.

          • voor de huis-aan-huisinzameling betreft het de tarieven kg huisvuil, kg gft, aanbieding huisvuil en gebruiksrecht voor de fracties huisvuil, gft en papier en karton.
          • voor de sorteerstraten betreft het de tarieven kg huisvuil, kg gft, gebruiksrecht.
          • voor het recyclagepark betreft het de tarieven:
            • Kg grofvuil
            • Kg gras en blad
            • Kg harde plastics
            • Kg houtafval
            • Kg snoeihout
            • Kg cellenbeton
            • Kg gips
            • Kg keramiek
            • Kg steenafval

          §2 Voor de inzameling van het groot selectief afval wordt de startindex vastgelegd op 1 januari 2026 en wordt de indexering als volgt toegepast op volgende onderdelen:

          • Voorrijkost.
          • Tarief per 0,5m³.

          De bedragen van de belasting worden jaarlijks ingaande per 1 januari geïndexeerd waarbij het geïndexeerde bedrag afgerond wordt op twee decimalen volgens de rekenkundige afronding (kleiner dan 5 afronding naar beneden, groter of gelijk aan 5, afronding naar boven) via onderstaande formule:

           k = 0,4*(p/P) + 0,45*(c/C) + 0,15

          waarbij:

          P= PC121 Cat. 3.A (Ophaling afval, ledigen en reinigen van riolen, septische putten en reservoirs) op 1 januari 2023

          p= PC121 Cat. 3.A (Ophaling afval, ledigen en reinigen van riolen, septische putten en reservoirs) op 1 juli van jaar x-1

          C= consumptieprijsindex basisjaar 2013 op 1 januari 2026

          c= consumptieprijsindex basisjaar 2013 op 1 juli van jaar x-1

          x= aanslagjaar

          Prijsherziening = (herzieningscoëfficiënt (k) - 1) * herzienbaar gedeelte

          Artikel 5.

          Indien het afval wordt aangeboden door een gezin dan is de belasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon van het gezin en alle meerderjarige leden van het gezin die in de woongelegenheid van de referentiepersoon verblijven.

          Indien het afval wordt aangeboden door een onderneming of vereniging dan is de belasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon en de onderneming, zijnde iedere natuurlijke – of rechtspersoon die de onderneming uitmaakt of de leden van de vereniging, indien deze geen rechtspersoonlijkheid heeft.

          Artikel 6.

          § 1. De personen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven containers zijn de contantbelasting betreffende de inzameling en verwerking verschuldigd op het ogenblik dat de kiepbeweging van de container en het gewicht van het meegegeven afval door de ophaalwagen wordt geregistreerd. De contantbelasting betreffende het gebruik van de container is maandelijks verschuldigd.

          § 2. De gebruiker van de sorteerstraat is de contantbelasting betreffende de inzameling en verwerking van afvalstoffen verschuldigd op het ogenblik dat de gebruiker afvalstoffen aanbiedt aan de ondergrondse afvalcontainer en de elektronische toegangskaart van de gebruiker deze beweging registreert. De contantbelasting betreffende het gebruik van de sorteerstraat is maandelijks verschuldigd.

          § 3. Iedere gebruiker van een container/sorteerstraat dient vooraf een bedrag te storten op de DifTar-rekening en dit op basis van de ter beschikking staande containers:

          Aantal en type containers

          Voorschot (euro)

          1 of meerdere 40 L-. of 120 L-containers of een particuliere gebruiker van een sorteerstraat en een 240L papier en karton-container

          50,00

          per container van 240 L of een niet-particuliere gebruiker van een sorteerstraat

          100,00

          per container van 1.100 L of per set van 3 360 L containers

          500,00

          per 240L papier en karton-container indien dit de enige container op het aansluitpunt is

          25,00

          per 1100L papier en karton-container indien dit de enige container op het aansluitpunt is

          75,00

          § 4. Bij elke registratie van een kiepbeweging en het gewicht van het meegegeven afval of in geval van sorteerstraat bij een gewichtsmeting, zal de contantbelasting, in mindering worden gebracht van het vooraf betaald bedrag. De contantbelasting zal worden afgerond tot op 2 cijfers na de decimaal.

          Artikel 7.

          § 1. Iedere referentiepersoon die geregistreerd staat in Aorta beschikt over een DifTar-rekening waarmee voor bepaalde dienstverleningen van EcoWerf betaald kan worden.

          Zodra het beschikbare bedrag lager is dan 10,00 euro wordt een betalingsuitnodiging gestuurd naar de referentiepersoon. Het aanzuiveren van de DifTar-rekening is mogelijk door betaling via overschrijving of door betaling met Bancontact in het recyclagepark.

           Volgende betalingstermijnen worden gehanteerd:

          • Betalingsuitnodiging: 20 kalenderdagen.
          • Herinnering: 12 kalenderdagen + 5 dagen betalingsmarge.

          De containers zullen niet meer geledigd worden of de sorteerstraat zal niet meer toegankelijk zijn van zodra de vervaldatum van de herinnering is verlopen en het beschikbare bedrag lager is dan 0 euro.

          Indien de niet geledigde container niet tijdig wordt binnengehaald, kan die door of in opdracht van de gemeente worden geledigd aan het tarief vastgelegd in het gemeentelijk belastingreglement betreffende ambtshalve opruimen van sluikstorten.[WR1] 

          Bij afmelding (verhuis, overlijden, …) wordt de DifTar-rekening gesloten en wordt het nog beschikbare bedrag teruggestort op rekeningnummer van de begunstigde, tenzij de begunstigde nog een openstaande schuld heeft aan de gemeente. Een eindafrekening wordt afgeleverd aan de begunstigde.

          § 2. De personen die gebruik maken van de voorgeschreven pmd-zakken, zijn de contantbelasting verschuldigd bij de aankoop ervan op de door de gemeente vastgestelde plaats(en).

          § 3. Bij een DifTar gewichtspark is de contantbelasting verschuldigd door de bezoeker (particulier en KMO) die de afvalstoffen aanbiedt en is betaalbaar, na gewichtsbepaling, via de DifTar-rekening of met de betaalkaart (Bancontact).

          Indien het saldo van de DifTar-rekening ontoereikend is en de vervaldatum van de herinnering nog niet verlopen is, zal de bezoeker van het recyclagepark hierop attent gemaakt worden en nog slechts één maal de mogelijkheid hebben om het tarief voor betalende fracties via de DifTar-rekening te betalen. In dit geval zal ook steeds gevraagd worden om de DifTar-rekening aan te zuiveren met een minimaal bedrag dat gelijk is aan de schuld.

          Indien het saldo van de DifTar-rekening ontoereikend is en de vervaldatum van de herinnering is verlopen, zal bij de ingang gevraagd worden om de DifTar-rekening aan te zuiveren met een minimaal bedrag dat gelijk is aan de schuld. Indien het saldo niet wordt aangezuiverd zal hij/zij geen toegang krijgen tot het betalend gedeelte en zal de uitgang geweigerd worden met de vraag om het openstaande saldo aan te zuiveren. Men zal ook geen gebruik meer kunnen maken van de inzameling op afroep tot het saldo werd aangezuiverd.

          § 4. Voor de vervanging van een verloren, beschadigde en/of gestolen toegangskaart of een extra toegangskaart wordt een contantbelasting gevraagd van 5,00 euro. Dit bedrag zal aangerekend worden via de DifTar-rekening.

          Niet-inwoners of toekomstige inwoners van de gemeente kunnen, voor het aanbrengen van afval afkomstig vanuit de gemeente, een kaart voor het recyclagepark aanvragen bij het gemeentebestuur. De kaarten worden uitgeleend voor een periode van maximum 4 weken, tegen een waarborg van 50 euro.[WR2] 

          Artikel 8.

          De contantbelastingen worden zonder uitstel geïnd tegen afgifte van een betalingsbewijs. Als de contantbelasting niet zonder uitstel geïnd kan worden, wordt ze ingekohierd en volgt ze de regels voor een kohierbelasting.

          De belasting is persoonsgebonden waardoor de gemeente de mogelijkheid heeft om gebruik te maken van het positief saldo op een ander particulier ASP betreffende dezelfde persoon/referentiepersoon om het negatief saldo aan te zuiveren, alvorens over te gaan tot inkohiering.

          Artikel 9

          De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure gebeuren volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 (en latere wijzigingen) betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.

          Indien er Indien een bezwaar werd ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, zal een afschrift van de beslissing meegedeeld worden aan Ecowerf.

          Artikel 10.

          Deze belasting zal definitief zijn indien geen tijdige dan wel ontvankelijke bezwaren ingediend werden.

          Artikel 11.

          Het contantbelastingreglement op de inzameling van huishoudelijk afval huis-aan-huis en op het recyclagepark d.d. 21 december 2023 wordt opgeheven vanaf 1 januari 2026.

          Artikel 12.

          Bij gebrek aan betaling zal de retributie m.b.t. debiteurenbeheer worden toegepast.

          Artikel 13.

          Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid

    • Omgeving

      • Openbare werken

        • Aankoop tweedehands vrachtwagen met containersysteem: Goedkeuring

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
          2. De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
          3. Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
          4. Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
          5. De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
          6. De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 143.000,00 niet).
          7. Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
          8. Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
          Probleemstelling

          Onlangs werd de Mercedes vrachtwagen met containersysteem en hijskraan binnen de technische uitvoeringsdienst mee opgenomen in de lijst voor verkoop  van Belga veilingen.

          De vrachtwagen werd op 06/01/1999 voor het eerst in gebruik genomen maar werd buiten dienst gesteld wegens technische mankementen aan vrachtwagen en kraan.

          De technische uitvoeringsdienst wenst over te gaan tot de aankoop van een tweedehands vrachtwagen voor inzet in de dagelijkse werking.

          Motivering

          In het kader van de opdracht “Aankoop (tweedehands) vrachtwagen met containersysteem” werd een bestek met nr. 2025-127 opgesteld door de Technische Dienst.

          De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 49.586,78 excl. btw of € 60.000,00 incl. 21% btw.

          Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

          De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het budget van 2025, op budgetcode 0200-00/2430200/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie 04-005-019) van de investeringskrediet en de financiering gebeurt met eigen middelen.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

          Artikel 1.

          Het bestek met nr. 2025-127 en de raming voor de opdracht “Aankoop (tweedehands) vrachtwagen met containersysteem”, opgesteld door de Technische Dienst worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 49.586,78 excl. btw of € 60.000,00 incl. 21% btw.

          Artikel 2.

          Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

          Artikel 3.

          De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het budget van 2025, op budgetcode 0200-00/2430200/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie 04-005-019) van de investeringskrediet.

      • Patrimonium

        • Reglement op de privatieve ingebruikname van het openbaar domein: Goedkeuring

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid art. 40 § 3, art. 41, 2e lid, 14° en art. 286 t.e.m. 287.
          2. De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.
          3. Het algemeen politiereglement op de gemeentelijke administratieve sancties, inzonderheid hoofdstuk III, afdeling 3 Privatieve ingebruikname van de openbare plaats.
          Voorgaande
          1. De gemeenteraadsbeslissing van 27 december 1999 houdende “Reglement op de privatieve ingebruikname van het openbaar domein”.
          Probleemstelling

          Voor de ingebruikname van het openbaar domein dient een vergunning te worden aangevraagd en is men verplicht zich aan enkele richtlijnen te houden. Deze richtlijnen worden opgenomen in het reglement op privatieve ingebruikname van het openbaar domein.

          Motivering

          Voor de privatieve ingebruikname van het openbaar domein dient er door het college van burgemeester en schepenen een vergunning afgeleverd te worden.

          Dit reglement beschrijft  de richtlijnen waaraan men gehouden is bij de inname van het openbaar domein ingevolge (ver)bouw- of andere werken. Onder de inname van het openbaar domein ingevolge (ver)bouw- of andere werken wordt verstaan: het plaatsen of laten plaatsen van materiaal, materieel, evenals voertuigen nodig voor de uitvoering van geplande (ver)bouw- of andere werken, het instellen van een parkeerverbod alsook het afsluiten of laten afsluiten van een deel van de openbare weg. Concreet kan een inname van het openbaar domein o.a. gebeuren middels het plaatsen van containers, werfafsluitingen, werfwagens, verhuiswagens, stellingen, kranen, machines en alle andere zaken en goederen ten behoeve van het bouwen, verbouwen of andere werkzaamheden (dit is een niet-limitatieve opsomming).

          Het laden en lossen van goederen die langdurige verkeershinder veroorzaken (meer dan 2 uur) en waar er dus verkeersmaatregelen moeten genomen worden, wordt aanzien als een inname van het openbaar domein.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

          Artikel 1.

          Ten bate van de gemeente wordt er een reglement vastgelegd voor de privatieve ingebruikname van het openbaar domein. 

          Artikel 2.

          De aanvrager dient 10 kalenderdagen voorafgaandelijk aan de inname van het openbaar domein een vergunning aan te vragen bij het college van burgemeester en schepenen.  Indien voor deze inname van het openbaar domein een (deel van een) straat dient afgesloten te worden voor doorgaand gemotoriseerd verkeer, dient deze vergunning 20 kalenderdagen voorafgaandelijk aan de inname van het openbaar domein aangevraagd te worden bij het college van burgemeester en schepenen.
          Van deze termijn kan enkel uitzonderlijk afgeweken worden middels de spoedprocedure en dit ten laatste 2 werkdagen voor de gewenste inname. Deze spoedprocedure kan echter nooit worden gebruikt voor innames die de rijbaan afsluiten of een ernstige verkeersbelemmering veroorzaken.
          Indien de werken op de aangegeven aanvangsdatum niet kunnen aanvangen, kan de toegestane periode worden doorgeschoven, mits toestemming van het college van burgemeester en schepenen.  Deze aanvraag dient minstens 3 kalenderdagen voor de oorspronkelijke aanvangsdatum te worden ingediend.
          Indien de werken niet klaar zullen geraken op de voorziene einddatum, kan de toegestane periode worden verlengd, mits de toestemming van het college van burgemeester en schepenen. Deze  aanvraag dient minstens 3 kalenderdagen voor de oorspronkelijke einddatum te worden ingediend. Ingeval van onvoorziene omstandigheden te bewijzen door de aanvrager, moet de aanvraag tot verlenging gebeuren uiterlijk de dag nadat de aanvrager hiervan kennis heeft gekregen en dit alleszins vóór de oorspronkelijk einddatum van de (ver)bouw- of andere werken.

          Artikel 3 - Tarifering

          Voor de privatieve ingebruikname van het openbaar domein zal een retributie geheven worden. Deze tarieven worden vastgesteld door de gemeenteraad in een retributiereglement.

          Artikel 4 - Vrijstellingen

          Het gemeentebestuur Geetbets, het OCMW Geetbets en de horeca-zaken (inrichten terrassen) zijn vrijgesteld van deze retributie.

          De retributie is niet verschuldigd bij ingebruikname van het openbaar domein die enkel en alleen gebeuren ter gelegenheid van:

          • markten;
          • jaar- en feestmarkten;
          • handelsbeurzen;
          • rommelmarkten;
          • kermissen;
          • culturele manifestaties
          • het afsluiten van straten in functie van een wijk- of buurtfeest
          • het voorbehouden van parkeerplaatsen op het openbaar domein voor plechtigheden aan gemeentelijke gebouwen en kerken
          • het uitvoeren van werken in opdracht of voor rekening van de (lokale) openbare besturen, sociale huisvestingsmaatschappijen en nutsmaatschappijen
          • sportwedstrijden die (deels) op het openbaar domein plaatsvinden en toegankelijk zijn voor het brede publiek
          • tijdelijke inname door hulpdiensten (brandweer, politie, ambulances)

          Bovenstaande lijst met activiteiten die worden vrijgesteld van de retributieplicht is niet-limitatief. Algemeen wordt gesteld dat innames van het openbaar domein voor louter privaat belang geen vrijstelling genieten, deze van maatschappelijk belang wel.

          Artikel 5.

          Het plaatsen van een terras op openbaar domein is toegelaten mits daarvoor een jaarlijkse schriftelijke toelating van het college van burgemeester en schepenen wordt afgeleverd. De inrichting van een horeca terras is in diepte beperkt en moet zodanig gebeuren dat de obstakelvrije doorgang van het trottoir te allen tijde, ook wanneer het terras in gebruik is genomen door klanten, wordt gerespecteerd. Het terras mag enkel geplaatst worden op het openbaar domein of de openbare weg voor de eigen handelszaak. Hiervan kan enkel afgeweken worden mits voorafgaand schriftelijk akkoord van de bewoner(s) / effectieve gebruiker(s) van het gelijkvloers pand waarvan het voorliggende openbaar domein zal ingenomen worden. Met betrekking tot overdekking/inrichting van het terras moet de aanvraag van de vergunning alle uitrustingen zoals daar zijn overdekking, beplanting, vloeren, tafels, stoelen en ander meubilair, verlichtings- en verwarmingselementen, terrasschermen,… expliciet vermelden. Enkel kwaliteitsvolle en duurzame elementen en materialen die esthetisch verantwoord zijn, zijn vergunbaar.

          Artikel 6.

          1. De privatieve ingebruikname openbaar domein is verboden zonder voorafgaandelijke schriftelijke vergunning van het College van Burgemeester en schepenen. Gebeurt dit wel dan vordert de gemeente Geetbets een politioneel optreden ten aanzien van de niet-vergunde situatie.
          2. De vergunning en het eventuele signalisatieplan moeten aanwezig zijn op de plaats van de ingebruikname.
          3. Indien vereist kan de burgemeester of zijn gemachtigde onmiddellijk en ambtshalve de nodige signalisatie doen aanbrengen op kosten van de aanvrager, dit in het kader van verkeersveiligheid en algemeen belang.
          4. De burgemeester of zijn gemachtigde kan steeds de werken stilleggen, dit in het kader van verkeersveiligheid en het algemeen belang. De kosten die daaruit voortvloeien zijn ten laste van de aanvrager. Het stilleggen van de werkzaamheden wegens ontoereikende signalisatie kan door de aanvrager of zijn (onder)aannemer(s) niet worden aangegrepen om een schadevergoeding of een verlenging van de uitvoeringstermijn te bekomen.
          5. Het afleveren van een vergunning kan de aansprakelijkheid van de gemeente Geetbets niet belasten. De aanvrager blijft verantwoordelijk voor eventuele schade berokkend aan het openbaar domein of aan derden, of voor ongevallen overkomen aan derden, die het gevolg zijn van de ingebruikname van het openbaar domein.
          6. Het toestaan van een vergunning aan de aanvrager heeft voor de gemeente Geetbets geen enkele speciale toezichtstaak tot gevolg. Het privaat gebruik van het openbaar domein door de aanvrager gebeurt op eigen risico en onder de eigen verantwoordelijkheid.
          7. De burgemeester of zijn gemachtigde kan het signalisatieplan steeds laten wijzigen of aanpassen. Indien de aangebrachte signalisatie ontoereikend is of niet conform is met het goedgekeurde signalisatieplan en/of de afgeleverde vergunning, dan kan de burgemeester of zijn gemachtigde aanpassingen aan de signalisatie opleggen aan de aanvrager(s), de aannemer(s), eigenaar(s) of gebruiker(s) en dit met het oog op de veiligheid van doorgang en vlotheid van het verkeer.
          8. Verkeersborden betreffende het stilstaan en het parkeren dienen 24 uur op voorhand geplaatst te worden met een aangepast onderbord.
          9. Voor wat de gewestweg N716 betreft mag het openbaar domein ingenomen worden nadat de aanvrager tevens een vergunning heeft bekomen van de Vlaamse Overheid, Agentschap Infrastructuur, Wegen en Verkeer Limburg.
          10. De aanvrager zorgt ervoor dat de ingenomen openbare weg/het ingenomen openbaar domein proper en in dezelfde staat als bij aanvang van de (ver)bouw- of andere werken wordt achtergelaten.
          11. Desgevallend herstelt hij of laat hij op eigen kosten de ingenomen openbare weg/het ingenomen openbaar domein herstellen conform het standaardbestek 250. De openbare weg dient zo nodig dagelijks gereinigd te worden om de veiligheid van het verkeer van voertuigen en van de zwakke weggebruikers te verzekeren.
          12. Ingebruikname van de openbare weg kan slechts voor zover er een minimum breedte van 3 meter voorzien wordt voor de veiligheids- en hulpdiensten. Bij ingebruikname van de trottoirs moet er zo mogelijk een vrije doorgang van 1,20 meter zijn. Bij ingebruikname van parkeerplaatsen dient er een afscherming te zijn tussen de zone van ingebruikname en de overige parkeerplaatsen om beschadiging van geparkeerde auto’s te voorkomen. Indien door de inname van het openbaar domein voetpaden en/of fietspaden onbruikbaar worden, wordt in functie van de verkeersveiligheid de aanleg van een noodvoetpad en/of noodfietspad voorzien met de juiste signalisatie.
          13. De burgemeester kan in geval van hoogdringendheid een vergunning afleveren.  Deze vergunning wordt gemeld in het daaropvolgend College van Burgemeester en Schepenen.
          14. Op het eerste verzoek van de gemeente Geetbets moet, binnen de 24 uren, de ingenomen openbare weg/het ingenomen openbaar domein worden vrijgemaakt.  Indien de ingenomen openbare weg/het ingenomen openbaar domein niet vrijgemaakt wordt binnen de 24 uren zullen deze werken uitgevoerd worden door of in opdracht van de gemeente Geetbets. Alle hiertoe gemaakte kosten worden verhaald op de aanvrager, en indien deze niet bekend is op de bouwheer. Deze vrijmaking van het openbaar domein binnen de 24 uren brengt geen enkele aanspraak op een schadevergoeding in hoofde van de aanvrager met zich mee.
          15. De retributie is verschuldigd door de aanvrager zonder dat deze aanspraak kan maken op enig onherroepelijk recht van concessie noch van erfdienstbaarheid op het openbaar domein.
          16. De gemeente Geetbets kan steeds (bijkomende) voorwaarden opleggen bij het vergunnen van de aanvraag tot de inname van het openbaar domein, dit in het kader van verkeersveiligheid en het algemeen belang.  Deze voorwaarden kunnen o.a. zijn: het plaatsen van signalisatie, het verwittigen van hulpdiensten, de Lijn, EcoWerf, het respecteren van een door de gemeentelijke diensten opgemaakte politieverordening. De aanvrager is dan verplicht deze opgelegde voorwaarden na te leven of te voldoen.  Wanneer de aanvrager niet of niet meer voldoet aan de in de vergunning opgelegde voorwaarden kan de vergunning onmiddellijk ingetrokken worden. De aanvrager is dan verplicht het openbaar domein volledig te ontruimen binnen de 24 uren en kan vervolgens geen aanspraak maken op enige terugbetaling van de reeds betaalde bedragen noch op enige schadevergoeding.  Indien de aanvrager het openbaar domein niet binnen de gestelde termijn van 24 uren heeft ontruimd, zal het openbaar domein op zijn kosten ontruimd worden.

          Artikel 7.

          Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.

        • Heraanleg voetweg "Kerkbaantje": Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
          2. De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
          3. Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
          4. Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
          5. De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
          6. De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 143.000,00 niet).
          7. Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
          8. Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
          Voorgaande
          1. De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 11 oktober 2022 houdende "Kopenhagenplan: goedkeuring tot aanvragen subsidie".
          Probleemstelling

          Vlaanderen legt 1 euro bij voor elke 2 euro die lokale besturen investeren in fietsinfrastructuur op of aan gemeentelijke wegen. Het bedrag van 150 miljoen euro dat daarvoor beschikbaar is, wordt verdeeld op basis van trekkingsrechten op basis van het aantal inwoners per gemeente. Voor Geetbets bedraagt dit trekkingsrecht € 138.841,48. Voor deze subsidie werd de trage verbinding tussen de Grote Steenweg, Persoonstraat en Ketelstraat aangemeld, ook bekend als 'het kerkbaantje'. Voor de heraanleg stelde de technische dienst een bestek op voor de uitvoering ervan.

          Motivering

          In het kader van de opdracht “Heraanleg voetweg "Kerkbaantje"” werd een bestek met nr. 2025-121 opgesteld door de technische dienst.
          De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 141.205,50 excl. btw of € 170.858,66 incl. 21% btw.
          Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
          Een deel van de kostprijs wordt gesubsidieerd door Agentschap Binnenlands Bestuur, Koning Albert II laan 15 bus 215 te 1210 Brussel. Dit deel wordt geraamd op € 53.642,01.
          De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het budget van 2025, op budgetcode 0200-00/2240007/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie 06-001-002).

          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

          Artikel 1.

          Het bestek met nr. 2025-121 en de raming voor de opdracht “Heraanleg voetweg "Kerkbaantje"”, opgesteld door de technische dienst worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 141.205,50 excl. btw of € 170.858,66 incl. 21% btw.

          Artikel 2.

          Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

          Artikel 3.

          Een subsidie werd aangevraagd bij de subsidiërende instantie Agentschap Binnenlands Bestuur, Koning Albert II laan 15 bus 215 te 1210 Brussel.
          De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het budget van 2025, op budgetcode 0200-00/2240007/BESTUUR/CBS/0/IP-GEEN (actie 06-001-002).

      • Milieu

        • Plaatsing tijdelijke vaste sluikstortcamera’s door afvalintercommunale EcoWerf ter bestrijding van sluikstort en zwerfvuil aan glasbolsites en andere sluikstorthotspots.

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. Wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en latere wijzigingen.
          2. Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, inzonderheid art. 40-41.
          3. Wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s en latere wijzigingen.
          4. Algemene Verordening Gegevensbescherming.
          5. Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad.
          6. Koninklijk besluit van 10 februari 2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking plaatsvindt.
          7. Koninklijk besluit van 2 juli 2008 betreffende de aangiften van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's.
          8. Koninklijk  besluit  van 21 augustus 2009 tot  wijziging  van  het koninklijk besluit van 10 februari 2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking plaatsvindt.
          9. Ministeriële omzendbrief van 13 mei 2012 betreffende  de  wet  van 21  maart  2007  tot  regeling  van  de plaatsing     en     het     gebruik     van bewakingscamera’s, zoals gewijzigd door  de  wet  van  12  november  2009 (gecoördineerde versie –wijzigingen omzendbrief 13 mei 2011).
          10. Het Koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen, inzonderheid artikel 6, § 2.
          Voorgaande
          1. De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 12 oktober 2021 houdende "EcoWerf: Bevraging aanpak zwerfvuil en sluikstort."
          2. De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 13 december 2022 houdende "Stand van zaken project EcoWerf sluikstortcamera's."
          3. De gemeenteraadsbeslissing van 27 februari 2023 houdende "Plaatsing tijdelijke vaste camera's door afvalintercommunale EcoWerf ter bestrijding van sluikstort en zwerfvuil aan glasbolsites en andere sluikstorthotspots." 
          4. De gemeenteraadsbeslissing van 27 februari 2023 houdende "Aanstelling GAS-vaststellers EcoWerf inzake tijdelijke vaste sluikstortcamera's ter bestrijding van sluikstort en zwerfvuil aan glasbolsites en andere sluikstort-hotspots."
          Probleemstelling

          EcoWerf richtte een schrijven aan de gemeentevennoten op 3 juli 2025 omtrent de verlenging van het sluikstortcameraproject. EcoWerf werkte een voorstel uit dat zich toespitst op handhaving in de vorm van de inzet van sluikstortcamera’s op hotspots die gekend staan voor overlast. Het college van burgemeester en schepenen nam op 29 juli 2025 een principiële goedkeuring verlenging project sluikstortcamera's EcoWerf. 

          Motivering

          Het project sluikstortcamera’s wordt aangeboden voor de rest van de huidige legislatuur (2026 – 2031). De werkingsbijdrage hiervoor bedraagt € 0,3914/inwoner/jaar. Dit bedrag is – op indexaties na – niet onderhevig aan veranderingen. Voor 2026 wordt het bedrag geschat op € 2.495,43. De kost per filmdag ligt op € 130,47. Dit bedrag is – op indexaties na – niet onderhevig aan veranderingen. De standaard filmdagen afname is 19. Het college van burgemeester en schepenen nam op 29 juli 2025 de principiële beslissing tot de instap van dit project. EcoWerf staat in voor de camera’s en treedt op als verwerker van de beelden en zal o.a. instaan voor:

          • het plaatsen en registreren van de camera’s
          • het leveren van de camerapictogrammen, de plaatsing ervan gebeurt in onderling overleg
          • het bekijken van de beelden en het bijhouden van een dataregister
          • het opstarten van een dossier in de vorm van een bestuurlijk verslag waar mogelijk en het overmaken van de vaststellingen en het bestuurlijk verslag aan de sanctionerend ambtenaar die werd aangesteld door de stad/gemeente
          De afspraken hieromtrent tussen lokaal bestuur, politiezone en afvalintercommunale worden later verankerd in een overeenkomt (samenwerkingsprotocol). De beelden worden ter plaatse opgenomen en retroactief bekeken door EcoWerf. Ze worden bewaard voor de termijn van één maand, tenzij ze deel uitmaken van een actueel dossier. In dat geval worden ze één jaar bijgehouden. Indien ze bijdrage leveren tot het bewijzen van een misdrijf of van schade of tot het identificeren van een dader, een ordeverstoorder, een getuige of een slachtoffer, anders dan sluikstort, worden ze overgemaakt aan de politiezone. EcoWerf heeft aansluiting verkregen bij de beraadslaging FO nr. 18/2015 en heeft een overeenkomst tot gegevensdeling afgesloten met het Directoraat-Generaal Wegvervoer en Verkeersveiligheid waardoor EcoWerf toegang heeft tot de Kruispuntbank van de voertuigen waardoor een nummerplaat geïdentificeerd kan worden zonder tussenkomst van de politiezone. De gemeente/stad neemt ook de nodige stappen om aansluiting te verkrijgen bij de beraadslaging FO nr. 18/2015 en om een overeenkomst tot gegevensdeling af te sluiten met het Directoraat-Generaal Wegvervoer en Verkeersveiligheid.

          De korpschef verleende voor de bewakingscamera’s een positief advies op dinsdag 12 augustus 2025. Dit advies is in bijlage opgenomen. 

          Zoals voorzien in artikel 5,§ 2 van de wet van 1 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s dient de gemeenteraad van de betrokken gemeente een positief advies te formuleren.
          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

          Artikel 1.

          De gemeenteraad geeft een positief advies betreffende de plaatsing van de mobiele sluikstortcamera’s aan glasbolsites en andere sluikstorthotspots door de afvalintercommunale EcoWerf.

          Artikel 2.

          De gemeenteraad keurt de overeenkomst met de afvalintercommunale en de politiezone inzake het plaatsen en gebruiken van de mobiele sluikstortcamera’s goed.

          Artikel 3.

          De beslissing wordt ter kennis gebracht van EcoWerf.

        • Subsidiereglement voor de bestrijding van wespennesten

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. Het decreet lokaal bestuur inzonderheid art. 40 § 3 & 41 2e lid, 23° en art. 285 t.e.m. 288, en latere wijzigingen.
          Voorgaande

          1. De gemeenteraadsbeslissing van 23 oktober 2023 houdende "Subsidiereglement voor de bestrijding van wespennesten".

          Probleemstelling

          De gemeenteraadsbeslissing houdende “Subsidiereglement voor de bestrijding wespennesten op grondgebied Geetbets” dateert van 23 oktober 2023.
          Om deze beslissing te laten samenlopen met de termijn van de andere reglementen en van het meerjarenplan (2026 – 2031) wordt deze opnieuw geagendeerd op de gemeenteraad.

          Motivering

          De gemeente Geetbets heeft in 2023 een subsidiereglement opgemaakt ter bestrijding van wespennesten. Er is een snelle uitbreiding van deze agressieve, invasieve exoot en bedreigt onze inheemse bijensoorten en de landbouw.

          Allerlei soorten wespen kunnen zeer gevaarlijk zijn. Er zijn al inwoners uit onze gemeente gestorven zijn na een wespensteek. Hiermee wenst de gemeente Geetbets deze subsidie uit te breiden naar de bestrijding van alle wespennesten.

          Omwille van het gebrek aan slagkracht van de Vlaamse regering op dit domein, wenst het lokaal bestuur Geetbets haar verantwoordelijkheid te nemen en te blijven inzetten om op het eigen grondgebied de verspreiding van wespennesten te beperken.

          Dit subsidiereglement heeft een financiële impact op het gemeentelijk budget.

          De premie wordt opnieuw geagendeerd voor een termijn die samenloopt met de vernieuwing van de andere reglementen en met het meerjarenplan (2026-2031). Een nieuwe bestuursploeg heeft zo na de verkiezingen ook steeds een jaar de tijd om de dan geldende reglementen onder de loep te nemen.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

          Artikel 1 (beslissing):

          Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt het subsidiereglement voor de bestrijding van wespennesten op grondgebied Geetbets goedgekeurd.

          Subsidiereglement voor de bestrijding wespennesten op grondgebied Geetbets

          Artikel 1 - Toepassingsgebied

          Het reglement is van toepassing op privéterrein op het grondgebied van Geetbets.

          Artikel 2 - Begunstigden

          De subsidie voor de bestrijding van wespennesten kan enkel aangevraagd worden door:

          1. eigenaars voor particuliere woningen/percelen
          2. huurders/pachters van een woning/perceel
          3. een vereniging van mede-eigenaars
          4. een erkende vereniging

          Artikel 3 - Algemene voorwaarden

          1. Een subsidie ter bestrijding van wespennesten kan aangevraagd worden indien het een verwijdering van een nest betreft.
          2. De verwijdering van het nest dient te gebeuren door de brandweer of een erkende bestrijder opgenomen in de Vespawatch-lijst.
          3. De factuur van de verwijderaar dient toegevoegd te worden aan de aanvraag.

          Artikel 4 – Bedrag van de subsidie

          De subsidie bedraagt een terugbetaling van de op basis van de facturatie gemaakte kosten voor het verwijderen of verdelgen van het nest uitgevoerd door de brandweer of de erkende bestrijder. Het bedrag van de subsidie komt overeen met de helft van de factuur met een maximum bedrag van € 50,00.

          Artikel 5 - Aanvraagprocedure

          1. De subsidie moet aangevraagd worden na de aanvang van de werken.

          2. De aanvraag wordt ingediend via het aanvraagformulier bij de dienst Omgeving - Milieu: milieu@geetbets.be of AC Den Molencouter, Dorpsstraat 7 te 3450 Geetbets.

          3. De aanvraag is slechts ontvankelijk wanneer ze volledig is. Dit betekent dat het aanvraagformulier volledig en correct is ingevuld en de factuur van de brandweer of erkend bestrijder als bijlage is toegevoegd.

          Artikel 6 – Betalingsmodaliteiten

          1. De subsidie wordt uiterlijk 1 december van het jaar van de aanvraag uitbetaald.

          2. Het subsidiebedrag wordt overgeschreven op de door de aanvrager vermelde bankrekening.

          Artikel 7 – Verantwoordingsprocedure

          1. De subsidie wordt aangewend voor het doel waarvoor ze werd toegekend, namelijk de bestrijding van wespennesten.

          2. De begunstigde verleent medewerking zodat vertegenwoordigers van het gemeentebestuur de correcte aanwending van de subsidie kunnen controleren.

          3. De volgende sancties kunnen afzonderlijk of cumulatief door het college van burgemeester en schepenen worden uitgevaardigd wanneer de aanvrager één of meerdere voorwaarden niet naleeft, en/of onjuiste of onvolledige gegevens meedeelt:

          • De gehele of gedeeltelijke terugvordering van de uitbetaalde subsidie.
          • De stopzetting van de procedure tot uitbetaling van de toegekende subsidie.

          Artikel 8 - Inwerkingtreding

          Dit reglement heft het vorige reglement van 23 oktober 2023 op met ingang van 1 januari 2026.

          Artikel 2 (beslissing):

          Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.

    • Vrije tijd

      • Subsidiereglement ter aanmoediging van startende ondernemers en onthaalouders.

        Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
        Jo Roggen, Burgemeester
        Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
        Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
        Herman Stiers, Algemeen directeur
        Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

        De gemeenteraad

        Juridische basis
        1. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 40 § 3 & 41 2e lid, 23° en art. 285 t.e.m. 288, en latere wijzigingen.
        2. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.
        3. De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.
        Voorgaande
        1. De gemeenteraadsbeslissing van 27 september 2010 houdende 'Tegemoetkoming aan onthaalouders - huisvuil'.
        2. De gemeenteraadsbeslissing van 23 augustus 2018 houdende 'Aanmoedigingspremie plaatselijke economie.
        Probleemstelling

        De aanmoedigingspremie plaatselijke economie en de tegemoetkoming aan onthaalouders - huisvuil worden opgeheven en worden opgenomen in het subsidiereglement ter aanmoediging van startende ondernemers en onthaalouders. Voor dit subsidiereglement wordt een gemeenteraadsbeslissing gemaakt.

        Motivering

        Het subsidiereglement wordt opgemaakt voor een termijn die samenloopt met het meerjarenplan (2026-2031). Een nieuwe bestuursploeg heeft zo na de verkiezingen ook steeds een jaar de tijd om de dan geldende reglementen onder de loep te nemen.

        De aanmoedigingspremie plaatselijke economie en de tegemoetkoming aan onthaalouders - huisvuil worden opgeheven en worden opgenomen in het subsidiereglement ter aanmoediging van startende ondernemers en onthaalouders. Hiervoor is een gemeenteraadsbeslissing nodig.

        Met deze subsidie willen we inzetten op ondernemerschap en de lokale economie stimuleren.

        Daarnaast willen we ook inspelen op het aantrekken en ondersteunen van onthaalouders, gezien de tekorten aan opvangplaatsen voor 0 tot 2,5 jarigen die vanuit Opgroeien zijn aangekaart.

        De bijkomende premies worden verleend indien men kan motiveren dat men tegemoet komt aan een bepaalde nood of een meerwaarde kan bieden door het opvullen van bepaalde leemtes in de gemeente.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
        Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

        Artikel 1.

        Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt het subsidiereglement ter aanmoediging van startende ondernemers en onthaalouders ingesteld.

        Artikel 2.

        Toepassingsgebied:

        Als stimulans voor ondernemerschap wordt voor starters in de gemeente een éénmalige premie ingesteld ten belope van € 500,00.

        Onder starter wordt verstaan beginnende

        1. land- en tuinbouwers, behoudens zij met klasse 1 milieuvergunning,
        2. handelaars en ambachtslui,
        3. onthaalouders

        Bijkomende premies (impulssubsidies):

        • Wanneer men een vorm van begeleiding volgt in het kader van kwaliteitsverhoging en efficiëntere dienstverlening kan een bijkomende premie van € 250,00 worden aangevraagd (kosten aan te tonen).
        • Specifiek voor onthaalouders kan er jaarlijks een extra premie van € 250,00 worden aangevraagd.

        Artikel 3.

        De starter dient aan alle volgende voorwaarden te voldoen  :

        1. een fysisch persoon zijn.
        2. voor het eerst zelfstandig en in hoofdberoep een activiteit uitoefenen of zelfstandige in bijberoep omzetten naar een zelfstandige in hoofdberoep.
        3. in het bezit zijn van alle nodige vergunningen en voldoen aan alle voorwaarden die voor uitoefening van de activiteiten door de regelgeving worden gesteld.
        4. de zetel en werkelijke vestiging hebben op het grondgebied van de gemeente.
        5. ingeschreven zijn in het bevolking- of vreemdelingenregister van de gemeente.

        Artikel 4.

        Volgende sectoren zijn uitgesloten van de premie:

        • banken en andere kredietinstellingen, tenzij een zelfstandig kantoorhouder
        • verzekeringssector, tenzij een zelfstandig kantoorhouder
        • professionele en interprofessionele organisaties zakenkantoren
        • grootwarenhuizen en filialen ervan, tenzij een zelfstandig filiaal
        • kantines van sportinrichtingen
        • verzorgings- en recreatiecentra
        • automatenshops
        • gok- en speelzalen
        • seksdiensten of nachtclubs
        • private bureaus voor telecommunicatie (belwinkels)
        • club-vzw’s
        • nachtwinkels

        Artikel 5.

        Aanvraag:

        De premie aanvraag dient binnen het jaar na de aanvang van de activiteit toe te komen bij het college per aangetekend schrijven en moet volgende gegevens bevatten:

        • naam, voornaam en adres van de aanvrager
        • eventuele handelsnaam
        • adres van de uitbatingszetel
        • aard van de activiteit
        • aanvangsdatum van de activiteit

        Tevens worden kopieën bijgevoegd van de documenten die aantonen dat aan de voorwaarden van artikel 2 en 4 is voldaan:

        • een afschrift van de inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen (inclusief correcte NACEBEL-codes) en de eventuele wijzigingen. Indien geen inschrijving in het handels- of ambachtenregister vereist is, dient een attest te worden voorgelegd waaruit blijkt dat de betrokkene zijn activiteit mag uitoefenen (bijvoorbeeld vergunning of bewijs van inschrijving in de orde van het betrokken beroep).
        • Voor  onthaalouders: bewijs van individuele erkenning of aansluiting bij erkende dienst.

        Indien men ook de bijkomende premie wil ontvangen, dient dit in de aanvraag te worden vermeld met een bewijs van de gemaakte kosten en een motivatie waarom men in aanmerking komt voor de bijkomende premie.
        De bijkomende premies worden verleend indien men kan motiveren dat men tegemoet komt aan een bepaalde nood of een meerwaarde kan bieden door het opvullen van bepaalde leemtes in de gemeente.

        Het college onderzoekt de aanvraag en kent desgevallend de premie toe.

        Artikel 6.

        In geval men binnen de 3 jaar na aanvang niet meer voldoet aan voorwaarden gesteld in artikel 2, ingeval van stopzetting van de activiteit behoudens faling of overlijden van de aanvrager, kan het college overgaan tot terugvordering van de toegekende premie, na desbetreffend de aanvrager te hebben gehoord.

        Artikel 7.

        Volgende gemeenteraadsbeslissingen worden opgeheven vanaf 1 januari 2026:

        • Aanmoedigingspremie plaatselijke economie van 23 augustus 2018
        • Individuele toekenning van een eenmalige aanmoedigingspremie aan de onthaalouders van 20 december 2001.
        • Tegemoetkoming aan onthaalouders - huisvuil van 27 september 2010.

        Artikel 8.

        Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid

      • Sport

        • Subsidiereglement stimulering zwemlessenreeks bij Betserse kinderen.

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. Het decreet lokaal bestuur inzonderheid art. 40 § 3 & 41 en art. 285 t.e.m. 288, en latere wijzigingen.
          Voorgaande
          1. De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 15 februari 2022 houdende "Financiële tegemoetkoming zwemlessenreeks Betserse kinderen.".
          2. De gemeenteraadsbeslissing van 28 februari 2022 houdende 'Reglement: stimulering zwemlessenreeks bij Betserse kinderen'.
          Probleemstelling

          In het verleden leerden veel kinderen zwemmen op de school tijdens de lessen LO.  Door de stijgende transportkosten gaan scholen echter veel minder zwemmen, waardoor gezinnen vaker initiatief dienen te nemen om hun kinderen te leren zwemmen.
          Om voor de volgende jaren deze tegemoetkoming te kunnen voorzien, is er een beslissing van de gemeenteraad nodig.

          Motivering

          Het reglement is voorzien voor een termijn die samenloopt met het meerjarenplan (2026-2031). Een nieuwe bestuursploeg heeft zo na de verkiezingen ook steeds een jaar de tijd om de dan geldende reglementen onder de loep te nemen.

          We moeten het ‘kunnen zwemmen’ toch blijven aanzien als een basisvaardigheid in de ontwikkeling van kinderen.  Een financiële stimulans kan er voor zorgen dat mensen sneller de stap nemen om een lessenreeks “leren zwemmen” te kiezen voor hun kinderen. Ook volwassenen die in het verleden niet de kans/tijd hebben gehad om te leren zwemmen zouden voor een lessenreeks “leren zwemmen” een zelfde financiële stimulans kunnen ontvangen.

          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

          Artikel 1.

          Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 is het subsidiereglement met betrekking tot het stimuleren van zwemlesreeksen van toepassing.

          Artikel 2.

          De gemeente Geetbets voorziet een financiële tussenkomst van 50% van de inschrijvingskost voor een lessenreeks "leren zwemmen" van maximaal 10 lessen en dit met een maximale tussenkomst van € 50,00 per gebruiker.

          Artikel 3.

          Rechthebbenden:

          • Om te kunnen genieten van deze financiële tussenkomst moet de betrokkene inwoner zijn van Geetbets en een aanvraag indienen volgens artikel 4.
            De betrokkene is ingeschreven in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister van gemeente Geetbets op de moment van aankoop van de zwemlessenreeks.
          • De tussenkomst is van toepassing op zwemlessen in particulier- en/of clubverband bij een zwembad naar keuze.
          • De tussenkomst is in eerste instantie gericht op kinderen maar ook volwassenen kunnen aanspraak maken op deze tegemoetkoming indien de zwemlessenreeks effectief het aanleren van zwemmen als doelstelling heeft.
          • De tussenkomst is niet van toepassing op individuele zwembeurten of andere abonnementen die het aanleren van zwemmen niet als doelstelling hebben.

          Artikel 4.

          Indienen van de aanvraag:

           1. Een terugbetaling gebeurt na ontvangst van de aanvraag. Een aanvraag dient het volgende te bevatten :

          • De gegevens van de gebruiker :
            Voornaam + Naam
            Adres
            Telefoon
            E-mailadres
            Rijksregisternummer
          • Het rekeningnummer waarop de tussenkomst kan gestort worden.
          • De aankoopdatum van de zwemlessenreeks
          • Een bewijs van de gevolgde zwemlessenreeks, ondertekend door de lesgever/club/zwembad
          • Een betaalbewijs van de zwemlessenreeks

          2. De aanvraag dient, binnen het jaar na aankoop van de zwemlessenreeks, per mail of per post bezorgd te worden bij

          Dienst Vrije Tijd
          Dorpsstraat 7
          3450 Geetbets
          vrijetijd@geetbets.be

          3. De gemeente behoudt zich het recht de legitimiteit van de aanvraag na te gaan.

          Artikel 4.

          De gemeenteraadsbeslissing van 28 februari 2022 wordt opgeheven op 1 januari 2026.

          Artikel 5.

          Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.

    • Algemeen beleid

      • Intergemeentelijke samenwerking

        • Samenwerkingsovereenkomst gemeente Geetbets - STORZO - 2026 - 2031.

          Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
          Jo Roggen, Burgemeester
          Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
          Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
          Herman Stiers, Algemeen directeur
          Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

          De gemeenteraad

          Juridische basis
          1. Het decreet lokaal bestuur inzonderheid 40 en 41.
          Voorgaande
          1. De gemeenteraadsbeslissing van 28 oktober 2019 houdende "STORZO Huis van het Kind - aanpassing overeenkomst".
          Probleemstelling

          Storzo vzw staat voor Scholing, Tewerkstelling en Ontwikkeling van de Regio Zuid Oost Hageland vzw (STORZO vzw) en is gelegen op campus ‘De Vesten’, Zoutleeuw, Tiensestraat 39.

          De vzw Storzo heeft tot hoofddoel om vanuit een interlokale visie bij te dragen tot de ontwikkeling van het werkingsgebied Kortenaken, Linter, Geetbets en Zoutleeuw. Hierbij zal aandacht worden besteed aan de interne en externe ontsluiting van de streek en aan bekendmaking / promotie van de regio.

          De overeenkomst voor de periode 2026-2031 dient door de gemeenteraad goedgekeurd te worden.

          Motivering

          Ter verwezenlijking van dit doel kan de vereniging onder meer volgende handelingen stellen:
          een forum scheppen dat de noden van de streek bestudeert en dat voorstellen formuleert om aan deze noden tegemoet te komen
          regionale werking versterken door samen te werken en samen één visie + beleid te delen
          nieuwe en bestaande initiatieven stimuleren en coördineren om de ontwikkelingskansen van de streek te bevorderen
          vormingsmogelijkheden creëren om de tewerkstellingsgraad in de regio te verhogen
          tewerkstelling van laaggeschoolde, langdurige werklozen bevorderen
          organisatie van kinderopvang
          organisatie van een ‘Huis van het Kind Storzo’
          organisatie van een Lokaal Loket Kinderopvang
          uitoefenen van een sociale dienstencheque-onderneming (Tewerkstelling creëren).

          Publieke stemming
          Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
          Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
          Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

          Volgende samenwerkingsovereenkomst goed te keuren:

          1. Tewerkstellingsproject:

          Organisatie van een dienstencheque-onderneming

          23 maart 2005 heeft de Vzw Storzo een erkenning gekregen om (privé) huishoudelijk hulp te verrichten in het kader van dienstencheques .

          Een dienstencheque is een betaalbewijs dat een financiële tegemoetkoming van de

          overheid omvat. Het biedt particulieren de kans huishoudelijke diensten te laten verrichten door een werknemer met een arbeidsovereenkomst bij een erkende onderneming. VZW Storzo biedt veel ondersteuning en begeleiding aan de werknemers en is een sociale dienstencheque-onderneming.

          Inhoud samenwerkingsovereenkomst

          Alle particulieren van ons werkingsgebied (gemeente Kortenaken, Linter, Geetbets en Stad Zoutleeuw) kunnen gebruik maken van het dienstenchequesysteem.

          De personeels- en werkingskosten worden volledig door de overheid en de klanten gedekt. De gemeenten dienen hiervoor geen financiële inspanning te leveren.

          2. Het kinderdagverblijf

          Het kinderdagverblijf ‘DeKaboutertjes’ wil een kwalitatieve en pedagogische begeleiding bieden aan kinderen van 0 tot 3 jaar in een groene en rustige omgeving. Er is een erkenning voor een capaciteit van 48 kinderen. De werking is opgedeeld in 3 gemengde leeftijdsgroepen. Het kinderdagverblijf heeft een extra erkenning voor ruimere openingsmomenten en dringende kinderopvang.

          De ouderbijdragen zijn vastgesteld door Opgroeien en worden berekend via het belastbaar inkomen . Kinderdagverblijf ‘De Kaboutertjes’ voldoet aan de vergunningsvoorwaarden van Kind en Gezin (decreet kinderopvang april 2014).

          Inhoud samenwerkingsovereenkomst

          De subsidiëring van Kind en Gezin omvat deels de werkingskost en deels de personeelslast van het gesubsidieerd personeel. Naast deze subsidiëring zijn er ook ouderbijdragen die inkomst gerelateerd zijn. De overige werkings- en investeringskosten (lening gebouw met erfpacht OCMW Zoutleeuw, onderhoud gebouw, directiefunctie, onderhoudspersoneel,…), die niet omvat worden door de subsidies en ouderbijdragen, worden door de gemeenten Zoutleeuw en Linter bijgedragen.

          3. Organisatie Huis van het Kind Storzo

          De werking van het Huis van het Kind omvat:

          • Samen met de lokale besturen van Linter, Kortenaken, Geetbets en Zoutleeuw een lokaal gezinsbeleid voeren / uitbouwen
          • Garant staan voor een ‘Veilig Huis’ – toekomstplan: Lokaal Dienstencentrum
          • Een fysiek ankerpunt zijn en uitbaten van een consultatiebureau (CB)volgens de normen van Kind en Gezin (decretale verplichting voor gemeenten)
            • Als er extra professionele ondersteuning nodig is linken leggen en/ of ondersteuning opstarten
            • Bereikbaar en zichtbaar zijn voor gezinnen en partners
          • Laagdrempelige werking – ‘kortbij de gezinnen’ via CB en eventueel ankerpunten gemeenten
          • Mogelijkheid bieden om een werkplek te zijn voor meer gespecialiseerde ondersteuning (vb. zitdagen voor partners of op afroep) – samenwerkende partners zoeken en eventueel samen projectoproepen uitwerken
          • Coördinerende rol -  manager-rol van een lokaal zorg-netwerk:
            • Netwerk uitbouwen in de eerstelijnszone
            • Noden detecteren
            • Acties opzetten
            • Doelen stellen
            • Plannen en organiseren
            • Communicatie naar partners en samenwerkende actoren
            • Doorverwijzen naar professionele ondersteuning
            • Regelgevend kader Vlaanderen opvolgen zoals het toekomstig jeugdhulpbeleid in Vlaanderen en Brussel = ‘Samen maken we de jeugdhulp futureproof (Caroline Gennez)’
          • Samenwerkingsakkoorden sluiten met noodzakelijke actoren voor de regio zoals Saamo (buurtwerking - opbouwwerk), Geestelijke gezondheidszorg (verslaving) en 1 Gezin 1 Plan Eerstelijnspsycholoog, Yuneko, digibanken, voedselbedeling, scholen, CM, CAW, Wiegwijs, Perinti (Tienen) – perinataal netwerk, Elzo, De Stek, CVO Volt…. –
          • Samen met partners projectoproepen uitwerken, fondsen aanspreken vb. armoedefonds of plattelandsprojecten ‘sturen’ (Leader) – vb. oproep 1ste lijnszorg
          • Organiseren en coördineren van het Digitaal Lokaal Loket Kinderopvang
          • Opvoeding-ondersteunend (ingrijpend) handelen met oog voor het belang van de eerste 1000 dagen van het kind – trajecten aanbieden
          • Een ontmoetingsplaats zijn voor al wie betrokken is bij kinderopvang en creëren van ontmoetingsmomenten via zomerpleintjes, vormingen, …
          • Samenwerken en mogelijkheden onderzoeken om actieve ondersteuning aan te bieden aan gezinnen zoals huiswerkbegeleiding, voedselbedeling,… Dit steeds in samenwerking met partners die deze ondersteuning aanbieden.
          • Doorgeefluik van cijfermateriaal en noden aan overheidsinstanties en aan ‘alarmbellen’ trekken indien nodig
          • Nauwe samenwerking en overleg met de partners: nieuwe noden detecteren, aanpak van acties en inzet
          • Aan ‘alarmbellen’ trekken: Yuneko
          • Organiseren van ‘zomerpleintjes’ en samenwerken met KANVAZ

          De overheid heeft de organisatie van het Huis van het kind en een lokaal loket kinderopvang opgedragen aan het lokaal bestuur. De gemeenten Linter, Zoutleeuw, Kortenaken en Geetbets geven de uitvoering van deze opdracht in handen van de vzw Storzo.

          Het Huis van het Kind wordt beperkt gesubsidieerd door de overheid. Deze subsidies zijn echter ontoereikend. Het tekort wordt verdeeld over de 4 deelnemende gemeenten. Voor de voorliggende samenwerkingsovereenkomst is de financiële bijdrage gebaseerd op de voorafgaande samenwerkingsovereenkomst, verhoogd met index.

           4. Financiële bijdrage 2026 - 2031

          Gemeente

          Jaarlijkse bijdrage 2026-2028

          Jaarlijkse bijdrage 2029 - 2031

          Kortenaken

          € 13.780

          € 14.050

          Linter

          € 17.940

          € 18.300

          Zoutleeuw

          € 20.020

          € 20.420

          Geetbets

          € 10.660

          € 10.880

           De betaling van deze bijdrage gebeurt in twee schijven: 1ste schijf, zijnde 50% van de jaarbijdrage zoals hoger vermeld, op 31 maart van elk jaar; de 2de  schijf op 30 november van elk jaar, zijnde de andere 50% van de jaarbijdrage zoals hoger vermeld.

          5. Duur van de overeenkomst

          Deze samenwerkingsovereenkomst wordt aangegaan op 1 januari 2026 en eindigt op 31 december 2031.

          In geval van ontbinding van de vereniging zal het actief worden overgedragen aan één of meerdere verenigingen die een gelijkaardig doel als dat van Storzo nastreven. De algemene vergadering beslist over de bestemming van het actief.

Namens Gemeenteraad,

Herman Stiers
Algemeen directeur

Roland Strouven
Voorzitter van de raad