Terug
Gepubliceerd op 07/10/2025

Besluit  Gemeenteraad

ma 29/09/2025 - 20:30

Belasting op het opruimen van sluikstorten

Aanwezig: Roland Strouven, Voorzitter van de raad
Jo Roggen, Burgemeester
Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, gemeenteraadsleden
Herman Stiers, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Stijn Doms, tweede schepen

De gemeenteraad

Juridische basis
  1. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 40 § 3, art. 41, 2e lid, 14° en art. 286 t.e.m. 287.
  2. Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.
  3. De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit dd. 15 februari 2019.
  4. Het Decreet betreffende het duurzaam beheer van de materiaalkringlopen en afvalstoffen van 23 december 2011.
  5. Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
Voorgaande
  1. De gemeenteraadsbeslissing van 25 november 2024 houdende “Belasting op het opruimen van sluikstorten”.
Probleemstelling

De belasting op het opruimen van sluikstorten die goedgekeurd werd in 2024 is geldig tot en met 2025.
Om ook de komende jaren de belasting op het opruimen van sluikstorten te kunnen heffen is er een beslissing van de gemeenteraad nodig.

Motivering

De nodige maatregelen moeten worden genomen om het sluikstorten te voorkomen. De belasting kan niet worden ingezet om sluikstorters te beboeten. De kosten van ophaling en verwijdering van de gesluikstorte afvalstoffen moeten worden verhaald op de vervuiler. Hiervoor kan de belasting geheven worden.

De forfaitaire administratiekost wordt op basis van de gemiddelde loonkost vastgesteld op € 50,00 per uur. De inzet van personeel, materieel en materiaal wordt afgestemd op de ‘retributie voor de aanrekening van de prestaties geleverd door het gemeentelijk vakpersoneel’. De reële kost voor de overslag-, verwerkings-, stort- of verbrandingskosten bij de afvalverwerker worden doorgerekend aan de vervuiler. De vervoerkosten zitten verrekend in de kost van de inzet van materieel of de kosten die worden geïnd door de afvalverwerker.

De gemeente dient over voldoende financiële middelen te beschikken om een financieel evenwicht te handhaven en haar taken naar behoren te kunnen uitvoeren. Daarom wordt de belasting best beslist voor een termijn die samenloopt met het meerjarenplan (2026-2031). Een nieuwe bestuursploeg heeft zo na de verkiezingen ook steeds een jaar de tijd om de dan geldende reglementen onder de loep te nemen.

Publieke stemming
Aanwezig: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens, Herman Stiers
Voorstanders: Roland Strouven, Jo Roggen, Chris Jamar, Eva Prouvé, Danny Ruysen, Ingrid Claes, Elke Allard, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Nadia Najem, Kris Swinnen, Katrien Weckx, Joke Debehets, Herman Cox, Tom Droogmans, Tony Leyssens
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

Artikel 1.

Er wordt voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 een gemeentebelasting gevestigd op het weghalen door het gemeentebestuur van afvalstoffen bedoeld in artikel 4 van het Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen van 23 december 2011.

Artikel 2.

De belasting bestaat uit volgende onderdelen en wordt als volgt bepaald:

1. Belasting op het opruimen van de achtergelaten huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen gelijkgesteld bedrijfsafval:

  • administratiekosten: € 50,00/uur;
  • loonkosten werklieden tijdens het opruimen  en afvoeren van achtergelaten afvalstoffen: zoals vastgelegd in de ‘retributie voor de aanrekening van de prestaties geleverd door het gemeentelijk vakpersoneel’.
  • inzetten van een voertuig zonder chauffeur tijdens het opruimen van de achtergelaten afvalstoffen: zoals vastgelegd in de ‘retributie voor de aanrekening van de prestaties geleverd door het gemeentelijk vakpersoneel’.

2. Belasting op het afvoeren, de overslag, het verwerken en storten en/of verbranden van de achtergelaten huishoudelijke afvalstoffen en het met huishoudelijke afvalstoffen gelijkgesteld bedrijfsafval:

  • overslag-, verwerkings-, stort- of verbrandingskosten: de werkelijke kost (zoals deze door de afvalverwerker wordt gefactureerd aan de gemeente).

Artikel 3.

De belasting is verschuldigd door de persoon die de afvalstoffen achtergelaten heeft; desgevallend is diegene die daartoe opdracht of toelating gaf en/of de eigenaar van de afvalstoffen hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

Onder sluikstorten dient te worden verstaan het achterlaten van de voormelde afvalstoffen

  • op niet-reglementaire plaatsen en/of
  • op niet-reglementaire tijdstippen en/of
  • in niet-reglementaire recipiënten.

Artikel 4.

De belasting moet zonder uitstel worden betaald binnen de tien dagen na toezending van het bericht van de belastingschuld.

De belasting wordt, in geval de contante inning niet kan worden uitgevoerd, ingekohierd met alle kenmerken ervan.

Het kohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het College van Burgemeester en Schepenen.

Artikel 5.

De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure gebeuren volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, en latere wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen

Artikel 6.

Bij gebrek aan betaling zal de retributie m.b.t. debiteurenbeheer worden toegepast.

Artikel 7.

Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.