De gemeenteraad
De milieubelasting die goedgekeurd werd in 2024 is geldig tot en met 2025. Om ook de komende jaren de milieubelasting te kunnen heffen is er een beslissing van de gemeenteraad nodig.
De gemeente dient over voldoende financiële middelen te beschikken om een financieel evenwicht te handhaven en haar taken naar behoren te kunnen uitvoeren. Daarom wordt de belasting best beslist voor een termijn die samenloopt met het meerjarenplan (2026-2031). Een nieuwe bestuursploeg heeft zo na de verkiezingen ook steeds een jaar de tijd om de dan geldende reglementen onder de loep te nemen.
De zorg voor het milieu in het algemeen brengt voor de gemeente Geetbets aanzienlijke kosten met zich mee. Deze kosten betreffen onder andere het proper houden van het openbaar domein waarbij diverse machines zoals een veegmachine worden ingezet, het voorkomen en het opruimen van zwerfvuil, het maaien van de bermen, het onderhouden van perken en plantsoenen, het onderhouden van grachten,… Daarnaast is ook de verwerking van het huishoudelijk afval via de huis-aan-huis ophalingen en het recyclagepark nog niet kostendekkend. Er dienen nog steeds heel wat algemene middelen bijgepast te worden om kosten voor de inzameling en verwerking van het afval te dekken.
De gemeente doet op verschillende gebieden veel inspanningen om de verontreiniging van het leefmilieu te voorkomen en te beperken. Om deze last te helpen dragen kan een milieubelasting geheven worden, waarvan het bedrag kan behouden worden op € 60,00.
De belasting beoogt een evenwichtig gespreide bijdrage van burgers, zelfstandigen, beoefenaars van een vrij beroep en ondernemingen in de algemene bestuurlijke uitgaven van de gemeente en draagt bij tot een gezonde, financiële toestand van onze gemeente Geetbets.
De doelstelling is om maximaal één aanslag voor de milieubelasting per adres te hebben. Hierdoor dienen ten opzichte van vroeger een aantal bijkomende bepalingen toegevoegd te worden aan het vorige reglement zoals:
Toevoeging aan artikel 2.
- Indien er meerdere gezinshoofden op één adres zijn ingeschreven dan is de belasting verschuldigd door het gezinshoofd dat het langst op dat adres als gezinshoofd is ingeschreven.
Verandering aan artikel 3.
Indien de belastingplichtige als gezinshoofd op hetzelfde adres in de bevolkingsregisters op 1 januari voor het betrokken dienstjaar is ingeschreven, is de belasting evenwel éénmaal verschuldigd.
Naar
Indien er reeds een belastingplichtige als gezinshoofd op hetzelfde adres in de bevolkingsregisters op 1 januari voor het betrokken dienstjaar is ingeschreven, dan is de belasting evenwel slechts éénmaal verschuldigd door dat gezinshoofd.
Toevoeging aan artikel 3.
- Indien er meerdere zelfstandigen, vrije beroepen, rechtspersonen,… zoals hierboven bepaald op één adres zijn ingeschreven dan is de belasting verschuldigd door de entiteit die het langst op dat adres zijn activiteiten uitoefent.
Seizoensarbeiders (3Ter) zijn maximaal 3 maanden aanwezig. Om een gelijkheid tussen de seizoensarbeiders te bekomen dient de milieubelasting niet van toepassing te zijn op de seizoensarbeiders die op 01 januari zijn ingeschreven.
Toevoeging aan artikel 2.
Uitgezonderd seizoensarbeiders (3Ter)
In het verleden werden er bezwaren ingediend door mensen die in de loop van een jaar verhuizen. Het is praktisch echter niet mogelijk om te werken met een aanslag pro rata het aantal dagen.
In de bepaling van de belasting op de tweede verblijven is er sprake dat tweede verblijven via die belasting bijdragen aan de “dienstverlening en infrastructuur van de gemeente op vlak van cultuur, wegeninfrastructuur, afvalverwerking en andere”.
Op deze adressen is er niemand ingeschreven en is de milieubelasting dan ook niet van toepassing.
Artikel 1.
Er wordt voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 een milieubelasting gevestigd van € 60,00 per jaar.
Artikel 2.
De belasting is hoofdelijk verschuldigd door de persoon die als gezinshoofd ingeschreven is in de bevolkingsregisters op 1 januari van dat betrokken dienstjaar, uitgezonderd seizoensarbeiders (3Ter).
Indien er meerdere gezinshoofden op één adres zijn ingeschreven dan is de belasting verschuldigd door het gezinshoofd dat het langst op dat adres als gezinshoofd is ingeschreven.
In het verleden werden er bezwaren ingediend door mensen die in de loop van een jaar verhuizen. Het is praktisch echter niet mogelijk om te werken met een aanslag pro rata het aantal dagen.
In de bepaling van de belasting op de tweede verblijven is er sprake dat tweede verblijven via die belasting bijdragen aan de “dienstverlening en infrastructuur van de gemeente op vlak van cultuur, wegeninfrastructuur, afvalverwerking en andere”.
Op deze adressen is er niemand ingeschreven en is de milieubelasting dan ook niet van toepassing.
Artikel 3.
De belasting is eveneens verschuldigd door ieder natuurlijk persoon of hoofdelijk door de leden van elke vereniging die voor de aanslagjaren 2026-2031 op 1 januari van dat betrokken dienstjaar een zelfstandig of vrij beroep uitoefenen of door ieder natuurlijk en rechtspersoon die op dezelfde datum als hoofd- en/of bijkomende activiteit een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent op het grondgebied van de gemeente.
Indien er reeds een belastingplichtige als gezinshoofd op hetzelfde adres in de bevolkingsregisters op 1 januari voor het betrokken dienstjaar is ingeschreven, dan is de belasting evenwel slechts éénmaal verschuldigd door dat gezinshoofd.
Indien er meerdere zelfstandigen, vrije beroepen, rechtspersonen,… zoals hierboven bepaald op één adres zijn ingeschreven dan is de belasting verschuldigd door de entiteit die het langst op dat adres zijn activiteiten uitoefent.
Seizoensarbeiders (3Ter) zijn maximaal 3 maanden aanwezig. Om een gelijkheid tussen de seizoensarbeiders te bekomen dient de milieubelasting niet van toepassing te zijn op de seizoensarbeiders die op 1 januari zijn ingeschreven.
Artikel 4.
De belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar door het College van Burgemeester en Schepenen.
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 5.
De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure gebeuren volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, en latere wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.
Artikel 6.
Bij gebrek aan betaling zal de retributie m.b.t. debiteurenbeheer worden toegepast.
Artikel 7.
Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.