Het college
Het betreft een aanvraag voor de hernieuwing van de vergunning voor de uitbating van een tankstation.
De omgevingsvergunning wordt als bijlage gehecht aan deze beslissing.
Het college van burgemeester en schepenen geeft de vergunning onder voorwaarde af aan de aanvrager
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat voortaan:
| Rubriek |
Omschrijving |
Hoeveelheid aangevraagd |
Hoeveelheid |
Klasse |
| 3.4.1°a) |
Het lozen van potentieel verontreinigd hemelwater van de tankpiste via een KWS-afscheider met een max. debiet van 1,7 m³/u, 4,3 m³/dag en 89,25 m³/jaar |
1,7 m³/uur |
1,7 m³/uur |
3 |
| 6.5.2° |
10 verdeelslangen voor diesel en benzine |
10 verdeelslangen |
10 verdeelslangen |
2 |
| 17.3.2.1.1.2° |
een opslag van 35.000 l diesel in een ondergrondse gecompartimenteerde dubbelwandige houder en een opslag van 5.000 l gasolie en 5.000 l petroleum in een ondergrondse dubbelwandige gecompartimenteerde houder |
37,485 ton |
37,485 ton |
2 |
| 17.3.2.2.2°a) |
opslag van 19,375 ton (25.000 liter) benzine in een ondergrondse, gecompartimenteerde dubbelwandige houder |
19,375 ton |
19,375 ton |
2 |
| 17.4. |
opslag van 250 l diverse onderhoudsproducten (smeermiddelen, antivries en ruitensproeiervloeistof) voor motorvoertuigen in verpakkingen kleiner dan of gelijk aan 30 l voor de verkoop aan klanten in de shop. |
250 liter |
250 liter |
3 |
De voorwaardelijke vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden en/of lasten:
§1. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II, BS van 31 juli 1995; zoals gewijzigd) waarvan inzonderheid volgende bepalingen:
ALGEMENE MILIEUVOORWAARDEN:
Hoofdstuk 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6, 4.7, 4.8, 4.9, 4.10
SECTORALE MILIEUVOORWAARDEN:
Hoofdstuk 5.3, 5.6 en 5.17.
BIJZONDERE MILIEUVOORWAARDEN:
De elektrische installatie dient binnen de drie maanden na het afleveren van de vergunning te voldoen aan de geldende regels. Dit attest dient te worden bezorgd aan de milieudienst van de gemeente Geetbets. De keuring van de elektrische installatie dient telkens binnen de geldende termijn te worden uitgevoerd.
• Het slib van de bezink- en koolwaterstofverwijderingsinstallatie dient minstens éénmaal per jaar afgevoerd te worden door een erkende ophaler.
• Conform artikel 5.6.2.3.4., dient er éénmaal per kalenderjaar, zonder dat de periode tussen twee opeenvolgende metingen vijftien maanden mag overschrijden, de damp-benzineverhouding te worden gemeten conform de norm EN 16321-2:2013. Hiervan mag worden afgeweken als er een automatisch bewakingssysteem is geplaatst. De exploitant levert binnen de twee maanden een nieuwe meting af van de damp-benzineverhouding, aangezien het laatste attest dateert van 2019.
• De exploitant dient rekening te houden met het advies van de Watering van Sint-Truiden, door o.a. waterschotten aan openingen te plaatsen en door de aansluitingen op de riolering te voorzien van (goed inspecteerbare) terugslagkleppen. De exploitant neemt hiervoor contact op met de Watering van Sint-Truiden en brengt de milieudienst op de hoogte van de ondernomen acties.
• De brandveiligheidsmaatregelen dienen jaarlijks te worden gecontroleerd
De vergunning wordt voor onbepaalde duur afgeleverd.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.