Terug
Gepubliceerd op 30/01/2024

Besluit  College

di 30/01/2024 - 16:00

Omgevingsvergunning voor de verbouwing van een vrijstaande eengezinswoning, afbraak van een tuinberging en het vellen van een hoogstammige boom, referentie omgevingsloket OMV_2023154190 - referentie gemeente OMV_2023_00094

Aanwezig: Jo Roggen, Burgemeester
Chris Jamar, Nadia Najem, Roland Strouven, schepenen
Herman Stiers, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Elke Allard, Voorzitter bijzonder comité sociale dienst en schepen

Het college

Juridische basis
  1. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 56.
  2. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
  3. Het besluit van de Vlaamse regering houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en latere wijzigingen (VLAREM II)
  4. Het omgevingsvergunningendecreet en uitvoeringsbesluit
Probleemstelling

Het betreft een aanvraag voor de verbouwing van een vrijstaande eengezinswoning, afbraak van een tuinberging en het vellen van een hoogstammige boom.

Motivering

De omgevingsvergunning wordt als bijlage gehecht aan deze beslissing.

Het college van burgemeester en schepenen geeft de vergunning onder voorwaarde af aan de aanvrager

 

De voorwaardelijke vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden en/of lasten:

1. De voorwaarden opgenomen in het advies van de Watering van Sint-Truiden moeten strikt nageleefd worden (zie bijlage).

2. De aanvraag dient te voldoen aan de afstandsregels tot waterlopen (zie bijlage). Dit wil zeggen dat de wadi buiten de 5-meterzone voorzien dient te worden. Bovendien dient alle beplanting die niet in overeenstemming is met de afstandsregels, verwijderd te worden.

3. Uiterlijk acht dagen voor de start van de werkzaamheden moet door de verslaggever de startverklaring als elektronisch document rechtstreeks naar de energieadministratie doorgestuurd worden.

4. De aanvrager dient te voorzien in een hemelwatervoorziening van minimaal 15.000 liter en een bovengrondse infiltratievoorziening van minimaal 7297 liter.

5. Tijdens de werken moet de hinder voor de aanpalende buren tot een minimum beperkt worden. De aangrenzende eigendommen dienen gevrijwaard te blijven van nadelige invloeden ten gevolge van de afbraakwerken.

6. Na het slopen van de constructies moet alle bouwafval van het terrein verwijderd worden en afgevoerd worden naar een erkend verwerker.

7. Voor de ingebruikname van de woning moet deze voldoen aan het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders (dd. 01/06/2012).

8. Binnen de perimeter van het perceel moet minimaal één  hoogstammige loofboom worden aangeplant.

9. De aanplant gebeurt bij voorkeur met streekeigen hoogstammige bomen (plantformaat 10/12).

10. Het heraanplanten met bomen dient uitgevoerd te worden binnen het jaar na het kappen van de bomen.

11. De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veelvraat.

12. Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op zijn perceel minstens evenveel nieuwe hoogstammige bomen tot volle wasdom te brengen.

13. Hoogstammige bomen moeten volgens het veldwetboek op minstens 2 meter van de perceelgrenzen geplant worden.

14. De bouwheer wordt er op gewezen omzichtig te werken ter hoogte van het openbaar domein. Bij ontegensprekelijke schade aan het openbaar domein aangericht door de bouwheer, zullen alle kosten aan hem doorverrekend worden.


Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.