Terug
Gepubliceerd op 20/01/2025

Besluit  College

di 14/01/2025 - 16:00

Omgevingsvergunning voor het vellen van 4 populieren en de heraanplant van 4 inheemse bomen (zwarte els), referentie omgevingsloket OMV_2024147745 - referentie gemeente OMV_2024_00088

Aanwezig: Jo Roggen, Burgemeester
Chris Jamar, Stijn Doms, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
Lien Eggermont, Algemeen directeur waarnemend
Verontschuldigd: Herman Stiers, Algemeen directeur

Het college

Juridische basis
  1. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 56.
  2. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
  3. Het besluit van de Vlaamse regering houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en latere wijzigingen (VLAREM II)
  4. Het omgevingsvergunningendecreet en uitvoeringsbesluit
Probleemstelling

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 4 populieren en de heraanplant van 4 inheemse bomen (zwarte els).

Motivering

De omgevingsvergunning wordt als bijlage gehecht aan deze beslissing.

Het college van burgemeester en schepenen geeft de vergunning onder voorwaarde af aan de aanvrager.

De voorwaardelijke vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden en/of lasten:

  1. De voorwaarden opgenomen in het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos moeten strikt nageleefd worden (zie bijlage).
  2. Binnen de perimeter van het perceel moet per te kappen boom minstens één nieuwe hoogstammige loofboom worden aangeplant. Dit komt overeen met een aanplant van minimaal 4 hoogstam loofbomen zoals weergegeven op het inplantingsplan.
  3. De aanplant gebeurt met streekeigen hoogstammige bomen (plantformaat 10/12).
  4. Het heraanplanten met bomen dient uitgevoerd te worden binnen het jaar na het kappen van de bomen.
  5. De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veelvraat.
  6. Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op zijn perceel minstens evenveel nieuwe hoogstammige bomen tot volle wasdom te brengen.
  7. Alle andere bomen en struiken op het perceel dienen gespaard te worden.
  8. Bij het uitvoeren van de werken in de periode 1 maart – 1 juli (broedseizoen) moet men er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het Soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden. Als nesten in het gedrang komen dient de uitvoerder contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos.
  9. De bouwheer wordt er op gewezen omzichtig te werken ter hoogte van het openbaar domein. Bij ontegensprekelijke schade aan het openbaar domein aangericht door de bouwheer, zullen alle kosten aan hem doorverrekend worden.

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.