Terug
Gepubliceerd op 04/07/2023

Besluit  College

di 04/07/2023 - 16:00

Omgevingsvergunning voor het vellen van 29 kaprijpe bomen in lijnverband en de aanplant van een speelbos (47 bomen en een bosrand), referentie omgevingsloket OMV_2023028932 - referentie gemeente OMV_2023_00015

Aanwezig: Jo Roggen, Burgemeester
Chris Jamar, Nadia Najem, Roland Strouven, Elke Allard, schepenen
Herman Stiers, Algemeen directeur

Het college

Juridische basis
  1. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 56.
  2. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
  3. Het besluit van de Vlaamse regering houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en latere wijzigingen (VLAREM II)
  4. Het omgevingsvergunningendecreet en uitvoeringsbesluit
Probleemstelling

Het betreft een aanvraag voor het vellen van 29 kaprijpe bomen in lijnverband en de aanplant van een speelbos (47 bomen en een bosrand)

Motivering

De omgevingsvergunning wordt als bijlage gehecht aan deze beslissing.

Het college van burgemeester en schepenen geeft de vergunning onder voorwaarde af aan de aanvrager.

De voorwaardelijke vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden en/of lasten:

  1. De voorwaarden opgenomen in het advies van het Departement Landbouw en Visserij moeten strikt nageleefd worden (zie bijlage).
  2. De voorwaarden opgenomen in het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos moeten strikt nageleefd worden (zie bijlage).
  3. De aanvrager dient een aparte vergunning voor bebossing te bekomen vooraleer het bos kan worden aangeplant.
  4. De aan te planten bomen dienen op minimaal 6 meter van de perceelsgrenzen te worden ingeplant binnen het agrarisch gebied.
  5. De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veelvraat.
  6. Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op zijn perceel minstens evenveel nieuwe hoogstammige bomen tot volle wasdom te brengen.
  7. Bij het uitvoeren van de werken in de periode 1 maart – 1 juli (broedseizoen) moet men er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het Soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden. Als nesten in het gedrang komen dient de uitvoerder contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos.
  8. De bouwheer wordt er op gewezen omzichtig te werken ter hoogte van het openbaar domein. Bij ontegensprekelijke schade aan het openbaar domein aangericht door de bouwheer, zullen alle kosten aan hem doorverrekend worden.

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.