Het college
Het betreft een aanvraag voor de regularisatie van een grondwaterwinning (araanstraat)
De omgevingsvergunning wordt als bijlage gehecht aan deze beslissing.
Het college van burgemeester en schepenen geeft de vergunning onder voorwaarde af aan de aanvrager
De ingedeelde inrichting of activiteit omvat voortaan:
| Rubriek |
Omschrijving |
Hoeveelheid aangevraagd |
Hoeveelheid |
Klasse |
| 53.8.2° |
andere boringen van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinning dan de boringen, vermeld in rubriek 53.1 tot en met 53.7 en 53.12, waarvan het totaal opgepompte debiet groter is dan 5000 m³ per jaar en kleiner is dan of gelijk is aan 30.000 m³ per jaar (Nieuw) |
9500 m³/jaar |
9500 m³/jaar |
2 |
De voorwaardelijke vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden en/of lasten:
1. Te voldoen aan de voorwaarden uit het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos (zie bijlage)
2. De aanvrager dient ervoor te zorgen dat de servituutweg waaraan de container is gelegen, steeds voldoende toegankelijk is voor landbouwvoertuigen.
ALGEMENE EN SECTORALE MILIEUVOORWAARDE:
De voorwaardelijke vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden en/of lasten:
Rekening houdend met de kenmerken van het project, de omgeving en de bovenstaande analyse blijkt dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. Er dienen bijkomend ook nog enkele specifieke maatregelen te worden opgelegd.
De exploitant moet in staat zijn om de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden zoals vastgesteld in het Vlarem II en de omgevingsvergunning na te leven.
Gesteld kan worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt mits naleving van onderstaande voorwaarden:
ALGEMENE EN SECTORALE MILIEUVOORWAARDEN:
§1. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II, BS van 31 juli 1995; zoals gewijzigd) waarvan inzonderheid volgende bepalingen:
Algemene milieuvoorwaarden: Hoofdstuk 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6, 4.7, 4.8, 4.9, 4.10
Sectorale milieuvoorwaarden: Hoofdstuk, 5.53
BIJZONDERE MILIEUVOORWAARDEN:
• De gegevens van de debietmeting (type, serienummer en merk van de debietmeter) worden aan de gemeente Geetbets bezorgd. Het debiet wordt jaarlijks genoteerd in een register. De exploitant toont aan dat de debietmeter geplaatst is.
• Het aanleveren van het putschema van de reeds geboorde boorput. Er dient tevens ook bewijs te worden aangeleverd met betrekking tot de diepte van de put. Dit dient te gebeuren 1 maand na het verkrijgen van de vergunning.
Een beperking van de looptijd tot 10 jaar conform het algemene advies van VMM.
Ter info dient er aan de aanvrager nog volgende te worden meegegeven:
• Voor degene met een eigen waterwinning of meer dan 500 m³ water per jaar verbruikt, betaalt een heffing op de waterverontreiniging. Indien er grote hoeveelheden (>500 m³/jaar) wordt opgepompt, is er nog een bijkomende heffing op de winning van grondwater. Grootverbruikers moeten elk jaar voor 15 maart een aangifte doen van hun waterverbruik. Voor meer informatie: https://www.vmm.be/water/heffingen en https://www.vmm.be/water/heffingen/doe-je-aangifte.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.