Terug
Gepubliceerd op 22/12/2023

Besluit  OCMW-Raad

do 21/12/2023 - 20:31

Rechtspositieregeling.

Aanwezig: Kris Swinnen, Voorzitter van de raad
Jo Roggen, Chris Jamar, Nadia Najem, Roland Strouven, Vast bureau
Elke Allard, Voorzitter bijzonder comité sociale dienst
Marcel Andries, Ingrid Claes, Bart Vlayen, Germain Vandezande, Kevin Huybrechts, Rita Soetaerts, Stijn Doms, Danny Ruysen, Tony Jacobs, Katrien Weckx, Natalie Chaltin, OCMW-raadsleden
Herman Stiers, Algemeen directeur

De OCMW-raad

Juridische basis
  1. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 186.
  2. Het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen van 20 januari 2023.
Voorgaande
  1. De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 8 maart 2022 houdende "Rechtspositieregeling gemeente en OCMW grondige aanpassing".
  2. De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 18 april 2023 houdende "Rechtspositieregeling gemeente en OCMW grondige aanpassing - samenwerking TGV."
  3. Het ontwerp van rechtspositieregeling opgesteld door Jurplus.
  4. De besprekingen in het managementteam van 13 oktober 2023.
  5. De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 24 oktober 2023 houdende "Ontwerp rechtspositieregeling.".
  6. De onderhandelingen met de syndicaten van 8 en 20 november 2023.
Probleemstelling

Door het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen van 20 januari 2023 is er een nieuwe rechtspositieregeling nodig voor het personeel van gemeente en OCMW.

Motivering

De opmaak van een gezamenlijke rechtspositieregeling voor gemeente en OCMW en de aanpassing ervan aan het Besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2023 werd gezamenlijk aangepakt door de TGV-gemeenten en Hoegaarden en ondersteund door Jurplus.

De onderhandelingen met de syndicaten werden ook met de 5 gemeenten gezamenlijk gevoerd op 8 en 20 november 2023.

Enkele wijzigingen zijn:

De aanwervingsvoorwaarden worden door de aanstellende overheid bepaald bij de start van de aanwervingsprocedure en niet meer in detail uitgeschreven in de rechtspositieregeling.

De evaluatieverplichting wordt vervangen door een recht op opvolging. Dit houdt in dat elk personeelslid minstens 1 feedback-gesprek per jaar krijgt. Indien er problemen zijn wordt er een functioneringstraject en/of evaluatietraject opgestart. Daar waar er vroeger een gunstige evaluatie nodig was om te kunnen doorschalen, mag men nu niet in een evaluatietraject zitten.

De anciënniteiten worden vereenvoudigd.

Privé-anciënniteit en overheidsanciënniteit wordt nu volledig meegenomen indien deze relevant is, daar waar vroeger overheidsanciënniteit volledig werd meegenomen en privé-anciënniteit indien relevant met een maximum van 15j.

Het salaris van de statutairen werd vooruit betaald maar zal nu betaald worden op het einde van de maand. Hiervoor wordt een overgangsregeling ingevoerd. De betaling na termijn zal voor de eerste maal gebeuren in de maand juni voor het salaris van de maand juni, maand waarin ook het vakantiegeld wordt uitbetaald.

Er was een wachtsysteem bij de arbeiders, maar daar stond geen vergoeding tegenover. Er wordt nu een permanentietoelage ingevoerd van € 2,01 bruto per uur aan 100 % (indexering toe te passen).

De ecocheques worden verhoogd van € 100,00 naar € 200,00.

Het verlof werd vroeger berekend op 30 dagen en per 5 jaar anciënniteit in het bestuur werd er een dag toegevoegd met een maximum van 35 dagen . Nu wordt er steeds 35 dagen als verlofrecht toegekend.

Bij de dienstvrijstellingen worden de kermisdagen geschrapt en vervangen door een dienstvrijstelling op de eerste werkdag van het jaar. Op de maandagen van Bets- en Rummen-kermis zal dan verlof vastgelegd worden i.p.v. dienstvrijstelling.

De fietsvergoeding wordt bepaald op het maximum bedrag per kilometer dat op grond van de fiscale wetgeving en socialezekerheidswetgeving is vrijgesteld van belasting en sociale bijdragen.

Artikel 1.

De rechtspositieregeling zoals gevoegd bij deze beslissing goed te keuren.

Artikel 2.

De rechtspositieregeling treedt in werking op 1 januari 2024.

Voor art. 182 van de rechtspositieregeling "betaling van het salaris" voor de statutaire personeelsleden volgende overgangsmaatregel toe te passen:

Het salaris van de maanden januari t.e.m. mei 2024 wordt voor de statutaire personeelsleden nog vooruit betaald.

Het salaris van de maand juni 2024 wordt betaald in de week van 10 juni t.e.m. 14 juni 2024.

Vanaf het salaris van de maand juli 2024, wordt het salaris betaald conform art. 182 van de rechtspositieregeling.

Artikel 3.

Deze beslissing via het digitaal loket te bezorgen aan het administratief toezicht.