Terug
Gepubliceerd op 18/02/2025

Besluit  College

di 18/02/2025 - 16:00

Omgevingsvergunning voor de aanleg van een erosiepoel in het knelpuntgebied nr 179 in het kader van het erosiebesluit van de vlaamse regering, referentie omgevingsloket OMV_2024147936 - referentie gemeente OMV_2024_00089

Aanwezig: Jo Roggen, Burgemeester
Chris Jamar, Stijn Doms, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
Herman Stiers, Algemeen directeur

Het college

Juridische basis
  1. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 56.
  2. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
  3. Het besluit van de Vlaamse regering houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en latere wijzigingen (VLAREM II)
  4. Het omgevingsvergunningendecreet en uitvoeringsbesluit
Probleemstelling

Het betreft een aanvraag voor de aanleg van een erosiepoel in het knelpuntgebied nr 179 in het kader van het erosiebesluit van de vlaamse regering.

Motivering

De omgevingsvergunning wordt als bijlage gehecht aan deze beslissing.

Het college van burgemeester en schepenen geeft de vergunning onder voorwaarde af aan de aanvrager

 

De voorwaardelijke vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden en/of lasten:

1. De voorwaarden uit het advies van het Departement Landbouw en Zeevisserij worden overgenomen:

- Als er werken voorzien worden op percelen die nog in actief landbouwgebruik zijn, dient men proactief contact op te nemen met de betrokken landbouwer(s) zodat bv. de werken voor het plant- en zaaiseizoen kunnen plaatsvinden, om het landbouwgebruik zo weinig mogelijk te storen.

- Er moeten adequate maatregelen genomen worden om structuurschade en verdichting van de bodem zoveel mogelijk te beperken.

- Men dient te handelen met het oog op het voorkomen van bodemverontreiniging.

- Tijdens de werken moet de toegankelijkheid met hedendaags landbouwmateriaal van de aanpalende landbouwgebruiksgronden zoveel mogelijk verzekerd worden, met het oog op zo min mogelijk de normale bedrijfsvoering te verstoren.

2. Tijdens de werken  moet de hinder voor de aanpalende buren tot een minimum beperkt worden. De aangrenzende eigendommen dienen gevrijwaard te blijven van nadelige invloeden ten gevolge van de werken.

3. Na het uitgraven van de erosiepoel, dient alle uitgegraven grond van het terrein verwijderd te worden.

4. De uitgegraven aarde dient afgevoerd te worden naar een erkend verwerker.

5. De aanpalende aardeweg op het terrein, dient vrij te blijven van constructies. De doorgang dient steeds gevrijwaard te worden voor landbouwers tijdens de werken.

6. De bouwheer wordt er op gewezen omzichtig te werken ter hoogte van het openbaar domein. Bij ontegensprekelijke schade aan het openbaar domein aangericht door de bouwheer, zullen alle kosten aan hem doorverrekend worden.

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.