Terug
Gepubliceerd op 31/01/2023

Besluit  College

di 26/07/2022 - 13:15

Bebossen van landbouwgrond afdeling 2, sectie G, perceelnr. 78, 79, 80 en 81a

Aanwezig: Jo Roggen, Burgemeester
Chris Jamar, Nadia Najem, Elke Allard, schepenen
Sophie Vancraywinkel, Algemeen directeur waarnemend
Verontschuldigd: Roland Strouven, schepenen
Herman Stiers, Algemeen directeur

Het college

Juridische basis
  1. Het veldwetboek, art.35bis §5
  2. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 56
Voorgaande
  1. De gemeenteraadsbeslissing dd. 26 oktober 2015 houdende “Burgemeestersconvenant, gemeentelijk klimaatactieplan.
  2. De gemeenteraadsbeslissing dd. 28 oktober 2019 houdende “Ondertekening burgemeestersconvenant 2030.
  3. Telefonische bespreking met Ronald Jacobs, Natuurpunt Oost-Brabant op 18 juli 2022.
Probleemstelling

Natuurpunt Beheer VZW vraagt een bebossingsvergunning aan voor de percelen kadastraal gekend: afdeling 2, sectie G, perceelnr. 78, 79, 80 en 81a met een totale oppervlakkte van 92.071m². Conform het veldwetboek dient de gemeente hierover een uitspraak te doen

Motivering

Door de aanvrager wordt volgende argumentatie aangehaald:

De percelen sluiten aan bij het natuurgebied Aronst Hoek. Historisch komt hier het Bos Van Hoen voor.

Het huidige landgebruik op de percelen 78, 79 en 80 is een bestaande laagstam boomgaard. Het perceel 81A werd gebruikt als akkerland.

De nieuwe bosuitbreiding zal het bestaande natuurgebied gevoelig vergroten.

In april 2021 werden de percelen aangekocht door Natuurpunt Beheer vzw. De aangekochte percelen werden in beheer genomen door de lokale afdeling Gete-Velpe.

Wij hopen dat u het ermee eens bent dat het bebossen van deze percelen een meerwaarde zal zijn, zowel voor de inwoners van de gemeente als voor de biodiversiteit in de streek. Wij hopen dan ook dat de gemeente deze aanvraag positief evalueert om zodoende de bebossingsvergunning af te kunnen leveren.

In onderstaand overzicht vindt u meer informatie over de huidige toestand van de percelen en de bebossingsplannen van Natuurpunt.

  • De percelen zijn vrij van gebruik en pacht.
  • De percelen hebben als ruimtelijke bestemming agrarisch gebied.
  • Een deel van de percelen bestaat uit een boomgaard van laagstammen. Een groot deel van deze bomen zullen behouden blijven om door hun aanwezige kroonsluiting het ontstaan van een bosklimaat versnellen.
  • Het gebied leent zich uitstekend om bebost te worden.
  • De percelen liggen naast het bestaande natuurgebied van Aronst Hoek en zullen ook een uitbreiding vormen langs de oostelijke zijde van reeds bestaande kleinere bossen.
  • De bebossing van het perceel zal de biologische waardering gevoelig verhogen.

Voor de beplanting van de percelen zullen enkel inheemse (autochtone) boomsoorten aangewend worden. Conform het Veldwetboek zal hierbij een wettelijke afstand tot de perceelgrenzen bewaakt worden van zes meter voor hoogstammige bomen en twee meter voor struiken.

  • Er zal een standplaatsgeschikt inheems loofbos aangelegd worden. Dit zal echter geleidelijk aan gebeuren, zeker op de percelen waar nu de boomgaard is. Enkele andere kenmerken van het beplantingsplan:
    • Plantdichtheid : 2000 bomen per ha en minder in de zone van de boomgaard; gemiddelde plantafstand 2 meter op 2 meter ;
    • Plantverband: in groepen van 25 à 50 bomen per hoofdboomsoort (‘kloempen’), met daartussen open ruimte voor natuurlijke verjonging en struikachtigen als ondergroei;
    • Voor de natste gedeeltes worden soorten zoals Zwarte els, Wilg, Es en oudere variëteiten van Populier geplant.
    • Op de drogere gedeeltes wordt gekozen voor andere loofbomen zoals Zomereik, Iep, Winterlinde, Berk, Beuk, Boskers, Haagbeuk, Hazelaar, Lijsterbes.
    • Het behoud van een deel van de laagstammen zal er voor zorgen dat er heel snel een bosklimaat ontstaat. Naarmate dat de bosbomen een grotere hoogte bereiken zullen deze laagstammen overschaduwd worden en geleidelijk aan afsterven.
    • De bestaande grachten worden behouden, en de beplanting blijft ca. 4m van de grachten. Houtkanten worden behouden;
    • Langs de rand van het bos komt een soortenrijke bosrand met bloeiende struiken en lagere bomen zoals Hazelaar, Meidoorn, Gelderse roos, Sleedoorn;
    • De bosrand is van belangrijke meerwaarde voor biodiversiteit, draagt bij aan landschappelijke schoonheid en zorgt voor geleidelijke overgang van open gebied naar bos;
    De toegankelijkheid van het bos wordt verhoogd door de aanleg van een slingerend wandelpad dat op de natste plaatsen zal worden opgehoogd.
    De aangeplante bomen zijn bij voorkeur 3-jarig (80-120 cm) en worden gekweekt door een gecertificeerde teler. We streven er ook naar om het certificaat ‘plant van hier’ te bekomen.
    Het eerste deel van de beplanting zal bij voorkeur doorgaan tussen 15 november en 15 december 2022. De rest wordt beplant in 2023. Het wordt een evenement waarbij de lokale afdeling samenwerkt met bedrijven en het ruimere publiek

 

 

 

 

 

Er werd advies gevraagd aan de afdeling Beleidscoördinatie en Omgeving van het Departement Landbouw en Visserij. Zij hebben de aanvraag niet inhoudelijk onderzocht maar vragen wel om rekening te houden met volgende elementen:

De grond(en) waarop de aanvraag betrekking heeft, is/zijn niet gelegen in HAG, in agrarisch gebied van een definitief vastgelegd gewestelijk RUP of in een agrarisch gebied van een definitief vastgelegd provinciaal of gemeentelijk RUP of plan van aanleg. De grond(en) is/zijn gekend op de bodemkaart als matig natte zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont (Ldc) (96,34%), natte zandleembodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont (Lhc) (3,65%) en worden niet als marginale landbouwgronden beschouwd. De grond(en) is/zijn aangeduid als zeer laag erosiegevoelig.

Er wordt geen noemenswaardige schade verwacht aan de agrarische structuur bij bebossingen waarvan

de totale oppervlakte van de nieuwe en bestaande boskern kleiner blijft dan 10 ha én die voldoen aan één

van onderstaande situaties:

  • de gronden sluiten aan bij een bestaand bos dat een minimumoppervlakte van 1 ha heeft en conform artikel 3, §1, van het Bosdecreet onder de toepassing van het decreet valt én het gaat niet om goede landbouwgronden die liggen binnen de draineringsklasse b, c en d;
  • de gronden sluiten niet aan bij een bestaand bos dat een minimumoppervlakte van 1 ha heeft en conform artikel 3, §1, van het Bosdecreet, onder de toepassing van dat decreet valt maar
    • de gronden worden als marginale landbouwgronden beschouwd;
    • gronden werden in het kader van een structuurplan van een ruilverkaveling, een natuurrichtplan, een landinrichtings- of een natuurinrichtingsproject geheel of gedeeltelijk aangewezen voor bebossing of de betreffende bebossing waardoor het advies wordt gevraagd werd in het ruilverkavelingscomité overlegd, goedgekeurd en als dusdanig genotuleerd;
    • de gronden hebben een zeer hoge bodemerosiegevoeligheid. Het gaat om percelen die in de potentiële bodemerosiegevoeligheidskaart ingekleurd zijn als zeer hoog erosiegevoelig;
    • de gronden zijn geïsoleerde percelen die moeilijk integreerbaar zijn in een gangbare landbouwbedrijfsvoering. Het gaat onder andere om percelen die volledig ingesloten zijn door landbouwtechnische onoverbrugbare hindernissen zoals waterlopen, spoorwegen, bebouwing of autosnelwegen;
    • de gronden liggen binnen een vastgesteld habitat- of vogelrichtlijngebied en de voorgestelde
    • bebossing is in overeenstemming met de instandhoudingsdoelstellingen voor het gebied.

De aanvraag betreft een bebossing van 9,2ha. De bebossing sluit aan bij een bestaand bos en natuurcomplex via een naastliggende dreef. Het gaat echter wel om een perceel met draineringsklasse “d” waardoor er door het in het beoordelingskader van het departement, het departement van oordeel is dat er noemenswaardige schade wordt verwacht aan de agrarische structuur.

Op de huidige kadastergegevens op de dienst omgeving staan nog niet alle percelen als eigendom van de aanvrager. Er kan een achterstand zitten op deze kadastergegevens, wat dus goed mogelijk is met aankoop in 2021. Er is steeds een toestemming nodig van een eigenaar alvorens men een bebossing kan uitvoeren dus dit belet niet dat college van burgemeester en schepenen hier al een uitspraak over kan doen.

Via de bosaanplant kan de gemeente werken aan één van de doelstellingen uit het goedgekeurde gemeentelijke klimaatactieplan zonder hier zelf budgetten voor vrij te moeten maken.

Via de bebossing wordt een stuk natuur verder uitgebreid.

De realisatie van het wandelpad kan een meerwaarde betekenen voor het toerisme in Geetbets alsook de opties bieden om recreatie en de inwoners korter bij de natuur brengen. Om dit echt te kunnen realiseren moet er op een iets groter niveau naar de voorgestelde wandelroute gekeken worden. De voorgestelde route vormt een oplossing voor een “knelpunt” op het wandelnetwerk van de Getevallei. Aan de oostelijke zijde sluit op het het voorgestelde pad aan op een oude weg uit de Atlas der Buurtwegen. Deze weg vormt een verbinding naar de Biesemstraat en verder door ook richting Kleine Bergen en de Grote Steenweg. Aan Kleine Bergen zijn er ook nog oude Atlaswegen richting de Persoonstraat. Aan de westelijke zijde sluit de wandelroute aan op een dreef die ook eigendom is van Natuurpunt om te spreken van een nuttige verbinding dient ook deze dreef toegankelijk te worden voor wandelaars. Ronald Jacobs van Natuurpunt Oost-Brabant heeft telefonisch bevestigd dat deze dreef ook opengesteld wordt voor wandelaars en dat dit gekoppeld mag worden aan deze aanvraag. Door de wandelroute in het te bebossen gedeelte en de wandeltoegang tot de dreef kan er dus een trage verbinding gerealiseerd worden tussen de Kasteellaan-Leeuwbeekstraat-Biesemstraat.

Het maatschappelijk voordeel lijkt groter te zijn dan de door het departement ingeschatte noemenswaardige schade aan de agrarische structuur.

Art.35 bis §5 van het Veldwetboek bepaalt dat de aanplanting dient te gebeuren op 6 meter van de scheidingslijn.

Artikel 1.

De aangevraagde vergunning te verlenen voor het perceel kadastraal gekend: afdeling 2, sectie G, perceelnr. 78, 79, 80 en 81a mits het openstellen van de aangeduide wandelroute door de te bebossen percelen alsook de dreef op het perceel kadastraal gekend afdeling 2, sectie G, perceelnr. 49M2 die de verbinding verder maakt tussen de Kasteellaan en de Leeuwbeekstraat. Het onderhoud en het toegankelijk houden van de aangeduide wandelroute alsook de wandelverbinding in de dreef zijn ten laste van de aanvrager.

Artikel 2.

In alle gevallen dienen de beplantingen te gebeuren op 6 meter van de scheidingslijn.

Artikel 3.      

Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de aanvrager en het departement Landbouw en Visserij.