Terug
Gepubliceerd op 08/10/2024

Besluit  College

di 08/10/2024 - 16:00

Omgevingsvergunning voor de aanleg van verschillende waterpartijen (poel, vijver en wadi) en de aanleg van een zonneval, referentie omgevingsloket OMV_2024066979 - referentie gemeente OMV_2024_00030

Aanwezig: Jo Roggen, Burgemeester
Chris Jamar, Nadia Najem, Elke Allard, schepenen
Herman Stiers, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Roland Strouven, derde schepen

Het college

Juridische basis
  1. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 56.
  2. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
  3. Het besluit van de Vlaamse regering houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en latere wijzigingen (VLAREM II)
  4. Het omgevingsvergunningendecreet en uitvoeringsbesluit
Probleemstelling

Het betreft een aanvraag voor de aanleg van verschillende waterpartijen (poel, vijver en wadi) en de aanleg van een zonneval.

Motivering

De omgevingsvergunning wordt als bijlage gehecht aan deze beslissing.

Het college van burgemeester en schepenen geeft de vergunning onder voorwaarde af aan de aanvrager


De voorwaardelijke vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden en/of lasten:

1. Buiten de aangevraagde reliëfwijzigingen worden geen wijzigingen aan het reliëf toegelaten.

2. De uitgegraven grond mag in geen geval van het terrein worden afgevoerd en dient gebruikt te worden voor de aangevraagde ophoging in de vorm van een zonneval.

3. De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veelvraat.

4. Bij het uitvoeren van de werken in de periode 1 maart – 1 juli (broedseizoen) moet men er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten (artikel 14 van het Soortenbesluit) beschadigd, weggenomen of vernield worden. Als nesten in het gedrang komen dient de uitvoerder contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos.

5. Hoogstammige bomen moeten volgens het veldwetboek op minstens 6 meter van de perceelgrenzen geplant worden van percelen in landbouwgebruik en op 2 meter van percelen niet in landbouwgebruik.

6. De werken mogen de bestemming van het perceel op lange termijn niet in gevaar brengen.

7. Voorliggende aanvraag doet geen uitspraken over eventuele andere constructies op het terrein.

8. De bouwheer wordt er op gewezen omzichtig te werken ter hoogte van het openbaar domein. Bij ontegensprekelijke schade aan het openbaar domein aangericht door de bouwheer, zullen alle kosten aan hem doorverrekend worden.


Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.