De gemeenteraad
Het agentschap Binnenlands Bestuur maakt in haar mail dd. 03 november 2025 volgende bemerking op de belasting op huis-aan-huis verspreiding van niet-geadresseerde drukwerkenn met handelskarakter
De aangiftetermijn zoals ze thans geformuleerd is is onvoldoende duidelijk in het licht van de wijziging van het invorderingsdecreet (meer bepaald artikel 7, §1) en de rechtspraak daarover.
Het belastingreglement moet een uiterste datum voor de indiening van de aangifte vermelden. Alle belastingplichtigen op wie een aangifteplicht rust, zijn op die manier gehouden aan eenzelfde transparante aangiftedatum, los van de ontvangst van een aangifteformulier. Voor de belasting op verspreiding van drukwerk is het om praktische redenen aangewezen eventueel meerdere vaste aangiftedata te bepalen of een variabele aangiftedatum in relatie tot de voltrekking van het belastbaar feit op te nemen. Volgende voorbeeldformulering met variabele aangiftedatum in relatie tot de voltrekking van het belastbaar feit is mogelijk:
‘De belastingplichtige doet uiterlijk de 15e van de maand volgend op de maand waarin [de verspreiding plaatsvond] hiervan aangifte bij de gemeente. De aangifte bevat alle noodzakelijke inlichtingen voor het vestigen van de aanslag. Het aangifteformulier is ter beschikking gesteld op de gemeentelijke website.
Als aangiftedatum geldt de datum van verzending of - bij afgifte - de datum vermeld op het ontvangstbewijs. Valt de uiterste aangiftedatum op een zaterdag of een zondag, dan wordt de vervaldag naar de eerstvolgende werkdag verplaatst.’
Om eventuele betwistingen hierover te vermijden raad ik aan het besluit op dit punt aan te passen.
Volgende wijzigingen worden aangebracht :
Artikel 6.
De belastingplichtige moet binnen de 15 dagen na elk verstreken kwartaal bij het gemeentebestuur aangifte doen van de in het kwartaal verspreide drukwerken, d.i. uiterlijk op 15 april, 15 juli en 15 oktober van het aanslagjaar en 15 januari van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. De aangifte bevat alle noodzakelijke inlichtingen voor het vestigen van de aanslag. Het aangifteformulier is ter beschikking gesteld op de gemeentelijke website.
Als aangiftedatum geldt de datum van verzending of - bij afgifte - de datum vermeld op het ontvangstbewijs. Valt de uiterste aangiftedatum op een zaterdag of een zondag, dan wordt de vervaldag naar de eerstvolgende werkdag verplaatst.
Artikel 1.
Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt er een gemeentebelasting gevestigd op de voor de bestemmelingen kosteloze huis-aan-huisverspreiding van niet-geadresseerde drukwerken met handelskarakter en gelijkgestelde producten.
Voor de toepassing van het reglement geldt :
Onder niet-geadresseerde drukwerken met een handelskarakter wordt verstaan elke publicatie die ertoe strekt bekendheid te geven aan commerciële activiteiten, handelszaken, merknamen en andere elementen, die erop gericht is de potentiële klant ertoe te bewegen gebruik te maken van de diensten en/of producten van de adverteerder.
Gelijkgestelde producten zijn alle stalen en reclamedragers van gelijk welke aard die ertoe aanzetten diensten, producten of transacties aangeboden dor de adverteerder te gebruiken, verbruiken of aan te kopen. Deze opsomming is niet limitatief.
Collectieve adresaanduiding per straat of gedeeltelijke adresvermelding wordt niet beschouwd als zijnde geadresseerd.
Artikel 2.
De belasting wordt vastgesteld als volgt :
€ 0,02 per bedeeld exemplaar met een gewicht tot en met 100 gram
€ 0,05 per bedeeld exemplaar met een gewicht van meer dan 100 gram.
Artikel 3.
Vrijstelling van belasting wordt verleend voor elke verspreiding van éénbladig drukwerk kleiner of gelijk aan A4-formaat.
Artikel 4.
De belasting is verschuldigd door de persoon of rechtspersoon die op het drukwerk als verantwoordelijke uitgever wordt vermeld.
De Drukker en de fysieke of rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het drukwerk of product wordt verspreid zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting
Artikel 5.
De belasting is niet verschuldigd door :
1°openbare diensten en gelijkgestelde inrichtingen;
2°vormings- en onderwijsinstellingen;
3°opleidingscentra die gesubsidieerd worden door overheden;
4°socio-culturele verenigingen, sportverenigingen, caritatieve en politieke organisaties;
Artikel 6.
De belastingplichtige moet binnen de 15 dagen na elk verstreken kwartaal bij het gemeentebestuur aangifte doen van de in het kwartaal verspreide drukwerken, d.i. uiterlijk op 15 april, 15 juli en 15 oktober van het aanslagjaar en 15 januari van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. De aangifte bevat alle noodzakelijke inlichtingen voor het vestigen van de aanslag. Het aangifteformulier is ter beschikking gesteld op de gemeentelijke website.
Als aangiftedatum geldt de datum van verzending of - bij afgifte - de datum vermeld op het ontvangstbewijs. Valt de uiterste aangiftedatum op een zaterdag of een zondag, dan wordt de vervaldag naar de eerstvolgende werkdag verplaatst.
Artikel 7.
Bij gebreke aan een aangifte binnen de in artikel 5 gestelde termijn, of in geval van onjuiste onvolledige, of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingsplichtge, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd op basis van gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, overeenkomstig de bepalingen van artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.
De ambtshalve aanslag wordt vastgesteld op basis van het volgend aantal brievenbussen:
Geetbets : 1.383
Grazen : 234
Rummen : 869
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De uiterste datum van indiening van de aangifte of het overdragen van zijn opmerkingen wordt expliciet vermeld in het aangetekend schrijven aan de belastingsplichtige.
Artikel 8.
Onvolledige verspreiding van de voornoemde drukwerken, zoals vermeld in artikel 1, waarvan aangifte gedaan werd bij het gemeentebestuur, geeft geen aanleiding tot belastingvermindering.
Artikel 9.
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 10.
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 11.
De belastingsplichtige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn.
Het bezwaarschrift kan via een duurzame drager worden ingediend zoals voorzien door het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding verstuurd, binnen vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.
Artikel 12.
Bij gebrek aan betaling zal de retributie m.b.t. debiteurenbeheer worden toegepast.
Artikel 13.
Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.