De OCMW-raad
De retributie m.b.t. debiteurenbeheer die goedgekeurd werd in april 2025 is geldig tot en met december 2025.
Om ook de komende jaren retributie m.b.t. debiteurenbeheer te kunnen heffen is er een beslissing van de OCMW-raad nodig.
De kosten voor het verzenden van aangetekende zendingen aan diegenen die laattijdig de door hun verschuldigde sommen betalen, kunnen gerecupereerd worden door middel van een retributie.
De retributie wordt best beslist voor een termijn die samenloopt met het meerjarenplan (2026-2031). Een nieuwe bestuursploeg heeft zo na de verkiezingen ook steeds een jaar de tijd om de dan geldende reglementen onder de loep te nemen.
Artikel 1.
Voor de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie geheven voor de kosten verbonden voor het verzenden van herinneringen en aangetekende zendingen, ook deze ontstaan voor 1 januari 2026.
Artikel 2.
§1 De kosten voor aanmaningen worden vastgelegd als volgt:
1° Eerste aanmaning: gratis.
2° Laatste aangetekende aanmaning : € 15,00.
Artikel 3.
§1 Het invorderingsrecht wordt bepaald door het Vast Bureau.
§2 Alle klachten met betrekking tot de prestaties, die ingevorderd worden door het Vast Bureau, dienen uiterlijk binnen de 30 kalenderdagen na ontvangst van de factuur of het betalingsverzoek schriftelijk of via duurzame drager te worden meegedeeld aan het Vast Bureau, Dienst Financiën, Dorpsstraat 7, 3450 Geetbets. De betrokkene wordt na de beraadslaging van het Vast Bureau in kennis gesteld van de beslissing betreffende de gegrondheid van de klacht.
Artikel 4.
Bij gebrek aan betaling in der minne zullen volgende stappen binnen de hierna bepaalde termijnen worden ondernomen:
§ 1.Bij gebrek aan betaling binnen de 30 dagen na verzending van het invorderingsrecht zal een gewone kosteloze herinnering worden verzonden.
§ 2.Bij gebrek aan betaling binnen de 30 dagen na verzending van de eerste herinnering, zoals bepaald onder artikel 4 § 1, zal een aangetekend schrijven met ontvangstbewijs worden verzonden.
§ 3. Bij gebrek aan betaling binnen de 8 dagen na het verzenden van het aangetekend schrijven met ontvangstbewijs, zoals bepaald onder artikel 4 § 2, zal het dossier aan een gerechtsdeurwaarder worden overgemaakt, teneinde het verschuldigd bedrag evenals de kosten, in te vorderen.
Artikel 5.
Bij betaling zullen eerst de aangerekende kosten aangezuiverd worden en vervolgens de openstaande schuldvordering.
Artikel 6.
Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.