Het college
Het betreft een aanvraag voor het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning.
De omgevingsvergunning wordt als bijlage gehecht aan deze beslissing.
Het college van burgemeester en schepenen geeft de vergunning onder voorwaarde af aan de aanvrager
De voorwaardelijke vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden en/of lasten:
1. Uiterlijk acht dagen voor de start van de werkzaamheden moet door de verslaggever de startverklaring als elektronisch document rechtstreeks naar de energieadministratie doorgestuurd worden.
2. De voorwaarden vermeld in bijgevoegd advies van de Watering van Sint-Truiden na te leven (zie bijlage):
- ofwel moeten er meer doorstroomopeningen (met diameter 200 mm) komen in de buitenmuren, ofwel worden de bestaande doorstroomopeningen groter gemaakt;
- het gaas voor de afdekking van de doorstroomopeningen mag niet te fijnmazig zijn wegens het risico op verstopping;
- de bouwheer is verantwoordelijk voor goede werking van de doorstroomopeningen;
- enkel de inkom van de woning is toegankelijk via een ophoging van het terrein over een breedte van maximaal 2,2 m. Grond die vrijkomt door bijv. uitgraving van overstroombare kelder en die niet kan gebruikt worden voor ophoging naar inkom, moet worden afgevoerd;
- het reliëf van de rest van het perceel mag niet worden gewijzigd.
3. De aanvraag dient te voorzien in het plaatsen van een hemelwaterput van 5.000 liter en een infiltratievoorziening van minimaal 2000 liter met een infiltratieoppervlakte van minimaal 3,50 m².
4. De stedenbouwkundige voorschriften van de verkavelingsvergunning na te leven.
5. De uitgegraven aarde dient afgevoerd te worden naar een erkend verwerker.
6. Voor de ingebruikname van de woning moet deze voldoen aan het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders (dd. 01/06/2012).
7. De ophoging ter hoogte van de oprit dient voorzien te worden van de nodige onderbuizing om doorstroming tussen beide zijden mogelijk te maken.
8. Vanaf de ophoging dient het terreinprofiel zo snel mogelijk via een natuurlijke helling aan te sluiten op het bestaande maaiveld.
9. De waterdoorlatende verhardingen dienen als dusdanig te worden aangelegd. Dit wil zeggen dat ook een eventuele onderlaag waterdoorlatend moet zijn.
10. De bouwheer wordt er op gewezen omzichtig te werken ter hoogte van het openbaar domein. Bij ontegensprekelijke schade aan het openbaar domein aangericht door de bouwheer, zullen alle kosten aan hem doorverrekend worden.
Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.