Terug
Gepubliceerd op 14/11/2024

Besluit  Burgemeester

do 14/11/2024 - 10:30

Maatregelen tot behandeling van een schadegeval op het terrein Schelfstraat 10, 3454 Geetbets.

De burgemeester

Juridische basis:
  1. Het Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming (Bodemdecreet), inzonderheid art. 74 tot en met 82.
Probleemstelling:

In de nacht van maandag op dinsdag 5 november 2024 heeft er zich een schadegeval voorgedaan op de grond, kadastraal gekend als 24095D0046/00M000 en gelegen te Schelfstraat 10, 3454 Geetbets. Het perceel is in eigendom van Gerardus Berger. 

Motivering:

Het schadegeval betreft een uitslaande brand waarbij de bovengrondse mazouttank achteraan het terrein een vloeistofbrand heeft veroorzaakt. Volgens de aanwezige brandweer betrof het een mazouttank met een inhoudsvermogen van 2.500 – 3.000 L. Het is niet geweten hoeveel liter er in de tank zat. Door de brand werden de bijhorende leidingen ook beschadigd.

Overeenkomstig artikel 75 van het Bodemdecreet is de burgemeester van de gemeente Geetbets de bevoegde overheid voor het betreffende schadegeval, omdat het schadegeval plaatsvond op een grond die geen eigendom is van een gemeente of dergelijke of geen grond waarop een inrichting ingedeeld in klasse 1 gevestigd is of waarop een beschrijvend bodemonderzoek of bodemsanering is gebeurd.

Er is gebleken dat de brandweer de eerste maatregelen op het terrein heeft getroffen. Er werden verder voor zover geweten nog geen verdere maatregelen genomen.
De burgemeester van de gemeente Geetbets is van oordeel dat (aanvullende) maatregelen noodzakelijk zijn om de bodemverontreiniging ingevolge het schadegeval te behandelen. De maatregelen tot behandeling van het schadegeval moeten worden uitgevoerd binnen 180 dagen.

Beschikkend gedeelte

Artikel 1.

Het schadegeval dat zich heeft voorgedaan op 5 november 2024 als gevolg van een brand op de grond, kadastraal gekend als 24095D0046/00M000 en gelegen te Schelfstraat 10, 3454 Geetbets wordt gekwalificeerd als een schadegeval dat valt onder het toepassingsgebied van de schadegevallenregeling, vermeld in artikel 74 tot en met 82 van het decreet van 27 oktober 2007 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming.

Artikel 2.

De volgende maatregelen ter behandeling van de (mogelijke) bodemverontreiniging ingevolge het schadegeval op de grond, vermeld in artikel 1, moeten worden uitgevoerd:

  • aanstellen van een erkend bodemsaneringsdeskundige door uw verzekeringsmakelaar of door uzelf indien er geen dergelijk verzekeringscontract werd afgesloten;
  • de bodemsaneringsdeskundige laten verifiëren of er een bodemverontreiniging ontstaan is die een verdere aanpak vereist conform het Bodemdecreet;
  • afhankelijk van de bevindingen van de erkende bodemsaneringsdeskundige overgaan tot ontgraving van de verontreinigde grond en/of andere saneringsmaatregelen onder leiding van de erkende bodemsaneringsdeskundige;
  • vervuilde, ontgraven grond laten verwerken door een centrum voor grondreiniging;
  • bewijsdocumenten verwerven;
  • controlestalen van bodem en grondwater (putbodem en –wanden) laten uitvoeren door de erkende bodemsaneringsdeskundige, conform de geldende richtlijnen van de OVAM;
  • de eigenaar dient binnen een termijn van dertig dagen, de gemeente in kennis stellen van de acties die ondernomen werden en van de maatregelen die getroffen werden
  • de eigenaar dient de gemeente op de hoogte te houden van de verdere stappen die hij zal ondernemen.

Als de maatregelen betrekking hebben op inrichtingen of werken die krachtens titel V van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid of krachtens titel IV, hoofdstuk II, van de Vlaamse Codex meldings- of vergunningsplichtig zijn, dan geldt deze beslissing als meldingsakte of omgevingsvergunning, krachtens artikel 77 van het Bodemdecreet.
De code van goede praktijk dient bij saneringswerkzaamheden steeds te worden nageleefd.
De maatregelen moeten worden uitgevoerd uiterlijk honderdtachtig dagen na ontvangst van dit besluit.

Artikel 3.

Na de uitvoering van de opgelegde maatregelen, vermeld in artikel 2, moet de saneringsplichtige, namelijk gebruiker/eigenaar onder leiding van de erkende bodemsaneringsdeskundige een evaluatierapport opstellen. Het evaluatierapport dient uiterlijk dertig dagen na afronding van de opgelegde maatregelen, aan de gemeente en aan de OVAM overgemaakt te worden.

Artikel 4.

De maatregelen, vermeld in artikel 2, kunnen ten allen tijde door een beslissing van de burgemeester aangepast of opgeheven worden.

Artikel 5.

Binnen zestig dagen na ontvangst kan tegen dit besluit een verzoekschrift tot schorsing of nietigverklaring ingediend worden bij de Raad van State, Wetenschapsstraat 33 in 1040 Brussel.

Dat verzoekschrift moet aangetekend worden verzonden, moet gedagtekend en ondertekend worden door de partij of door een advocaat en moet enkele verplichte vermeldingen bevatten:

  • het opschrift “verzoekschrift tot nietigverklaring” als het niet eveneens een vordering tot schorsing bevat;
  • de naam, hoedanigheid, woonplaats of zetel van de verzoekende partij en de gekozen woonplaats;
  • het voorwerp van het beroep en een uiteenzetting van de feiten en de middelen;
  • de naam en het adres van de verwerende partij.