Terug
Gepubliceerd op 25/03/2025

Besluit  College

di 25/03/2025 - 16:00

Omgevingsvergunning voor het verbouwen van een zonevreemde eengezinswoning, referentie omgevingsloket OMV_2023165058 - referentie gemeente OMV_2024_00068

Aanwezig: Jo Roggen, Burgemeester
Chris Jamar, Stijn Doms, Eva Prouvé, Danny Ruysen, schepenen
Herman Stiers, Algemeen directeur

Het college

Juridische basis
  1. Het decreet lokaal bestuur, inzonderheid art. 56.
  2. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
  3. Het besluit van de Vlaamse regering houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en latere wijzigingen (VLAREM II)
  4. Het omgevingsvergunningendecreet en uitvoeringsbesluit
Probleemstelling

Het betreft een aanvraag voor het verbouwen van een zonevreemde eengezinswoning.

Motivering

De omgevingsvergunning wordt als bijlage gehecht aan deze beslissing.

Het college van burgemeester en schepenen geeft de vergunning onder voorwaarde af aan de aanvrager


De voorwaardelijke vergunning wordt afgegeven onder volgende voorwaarden en/of lasten:

1. Uiterlijk acht dagen voor de start van de werkzaamheden moet door de verslaggever de startverklaring als elektronisch document rechtstreeks naar de energieadministratie doorgestuurd worden.

2. De voorwaarden opgenomen in het advies van Landbouw en Visserij moeten strikt nageleefd worden (zie bijlage).

3. De voorwaarden opgenomen in het advies van de Watering van Sint-Truiden moeten strikt nageleefd worden (zie bijlage).

4. Alle aanbouwen, woonwagens en andere constructies die niet werden ingetekend op het inplantingsplan nieuwe toestand dienen verwijderd te worden.

5. De dolomietverhardingen dienen waterdoorlatend te worden aangelegd. Dit wil zeggen dat ook de eventuele onderlaag waterdoorlatend dient te zijn.

6. De dolomietverharding ter hoogte van de rechter perceelsgrens dient minimaal 0,50 meter van de perceelsgrens voorzien te worden opdat er een minimale infiltratiestrook overblijft.

7. De loods kan enkel gebruikt worden voor opslag en een deel paardenstalling. Eventuele andere  zonevreemde activiteiten zijn niet toegelaten.

8. Tijdens het slopen moet de hinder voor de aanpalende buren tot een minimum beperkt worden. De aangrenzende eigendommen dienen gevrijwaard te blijven van nadelige invloeden ten gevolge van de afbraakwerken.

9. Na het slopen van de constructies moet alle bouwafval van het terrein verwijderd worden en afgevoerd worden naar een erkend verwerker.

10. Eventuele putten op het terrein ten gevolge van de sloop worden met goede aarde afgedekt zodat deze gelijkmatig hellend aansluiten op het bestaande terreinniveau.

11. De uitgegraven aarde dient afgevoerd te worden naar een erkend verwerker.

12. Voor de ingebruikname van de woning moet deze voldoen aan het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders (dd. 01/06/2012).

13. De bouwheer wordt er op gewezen omzichtig te werken ter hoogte van het openbaar domein. Bij ontegensprekelijke schade aan het openbaar domein aangericht door de bouwheer, zullen alle kosten aan hem doorverrekend worden.

 

De vergunning kan verleend worden mits te voldoen aan de volgende last in natura:

- Er dienen minimaal 3 streekeigen loofbomen van 1e of 2de orde te worden aangeplant

- De aanplant gebeurt bij met een minimaal plantformaat 12/14.

- Het aanplanten van de bomen dient uitgevoerd te worden in het eerste plantseizoen na het verkrijgen van de vergunning.

- De aanvrager neemt alle nodige voorzorgsmaatregelen om de nieuwe aanplanting te laten slagen. Dit houdt een met zorg uitgevoerde aanplanting met kwalitatief degelijk plantgoed in, het gebruik van een steunpaal of wortelverankering en zo nodig het aanbrengen van een bescherming tegen wild- en/of veelvraat.

- Bij uitval dient/dienen in het eerstvolgende plantseizoen de opengevallen plaats/plaatsen terug te worden ingevuld. In ieder geval is de aanvrager er toe gehouden om op zijn perceel minstens evenveel nieuwe hoogstammige bomen tot volle wasdom te brengen.

- Alle andere bomen en struiken op het perceel dienen gespaard te worden.

- Hoogstammige bomen moeten volgens het veldwetboek op minstens 2 meter van de perceelgrenzen geplant worden.

- Bij de aanplant dient rekening gehouden te worden met de vrije strook van 5 meter ten opzichte van de aanpalende beek.

 

 

 

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van andere vergunningen of machtigingen, als die nodig zouden zijn.