De gemeenteraad
De belastingen en retributies dienen door de gemeenteraad vastgesteld te worden voor het aanslagjaar 2025.
De zorg voor het milieu in het algemeen brengt voor de gemeente Geetbets aanzienlijke kosten met zich mee. Deze kosten betreffen onder andere het proper houden van het openbaar domein waarbij diverse machines zoals een veegmachine worden ingezet, het voorkomen en het opruimen van zwerfvuil, het maaien van de bermen, het onderhouden van perken en plantsoenen, het onderhouden van grachten,…
De gemeente doet op verschillende gebieden veel inspanningen om de verontreiniging van het leefmilieu te voorkomen en te beperken. Om deze last te helpen dragen kan een milieubelasting geheven worden, waarvan het bedrag kan behouden worden op € 60,00.
De belasting beoogt een evenwichtig gespreide bijdrage van burgers, zelfstandigen, beoefenaars van een vrij beroep en ondernemingen in de algemene bestuurlijke uitgaven van de gemeente en draagt bij tot een gezonde, financiële toestand van onze gemeente Geetbets.
Voor het aanslagjaar 2025 wordt er voorgesteld om de huidige aflopende belastingen en retributies met 1 jaar te verlengen om het nieuwe bestuur, na 13 oktober 2024, zelf te laten beslissen over de tarifering voor de komende jaren.
Artikel 1.
Er wordt voor het aanslagjaar 2025 een milieubelasting gevestigd van € 60,00 per jaar.
Artikel 2.
De belasting is hoofdelijk verschuldigd door de persoon die als gezinshoofd ingeschreven is in de bevolkingsregisters op 01 januari van dat betrokken dienstjaar.
Artikel 3.
De belasting is eveneens verschuldigd door ieder natuurlijk persoon of hoofdelijk door de leden van elke vereniging die voor het aanslagjaar 2025 op 01 januari van dat betrokken dienstjaar een zelfstandig of vrij beroep uitoefenen of door ieder natuurlijk en rechtspersoon die op dezelfde datum als hoofd- en/of bijkomende activiteit een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent op het grondgebied van de gemeente. Indien de belastingplichtige als gezinshoofd op hetzelfde adres in de bevolkingsregisters op 1 januari voor het betrokken dienstjaar is ingeschreven, is de belasting evenwel éénmaal verschuldigd.
Artikel 4.
De belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar door het College van Burgemeester en Schepenen.
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 5.
De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure gebeuren volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, en latere wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.
Artikel 6.
Afschrift van deze beslissing zal via het digitaal loket overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.